Het Woorden Flashcards
het aandeel
het aandeel
het aantal
het aantal
het adres
het adres
het advies
het advies
het afscheid
het afscheid
het antwoord
het antwoord
het antwoordapparaat
het antwoordapparaat
het aquarium - alle woorden die eindigen op -um, -aatof -isme
het aquarium - alle woorden die eindigen op -um, -aatof -isme
het argument
het argument
het artikel
het artikel
het aspect
het aspect
het bad
het bad
het balkon
het balkon
het bankbiljet
het bankbiljet
het bed
het bed
het bedrag
het bedrag
het bedrijf
het bedrijf
het beeld
het beeld
het been
het been
het beest
het beest
het begin - naamwoorden die beginnen met de vervoegselsge-, be-enver-, maar die niet eindigen op-ing
het begin - naamwoorden die beginnen met de vervoegselsge-, be-enver-, maar die niet eindigen op-ing
het begrip
het begrip
het beklag - naamwoorden die beginnen met de vervoegselsge-, be-enver-, maar die niet eindigen op-ing
het beklag - naamwoorden die beginnen met de vervoegselsge-, be-enver-, maar die niet eindigen op-ing
het belang
het belang
het beleid
het beleid
het bereik - naamwoorden die beginnen met de vervoegselsge-, be-enver-, maar die niet eindigen op-ing
het bereik - naamwoorden die beginnen met de vervoegselsge-, be-enver-, maar die niet eindigen op-ing
het bericht
het bericht
het beroep
het beroep
het besluit
het besluit
het bestaan
het bestaan
het bestuur - naamwoorden die beginnen met de vervoegselsge-, be-enver-, maar die niet eindigen op-ing
het bestuur - naamwoorden die beginnen met de vervoegselsge-, be-enver-, maar die niet eindigen op-ing
het bevel
het bevel
het bewijs
het bewijs
het bezit
het bezit
het bezoek
het bezoek
het bezwaar
het bezwaar
het bier
het bier
het blad
het blad
het bloed
het bloed
het boek
het boek
het bord
het bord
het bos
het bos
het bot
het bot
het brood
het brood
het buitenland
het buitenland
het bureau
het bureau
het buurthuis
het buurthuis
het cadeau
het cadeau
het café
het café
het centrum
het centrum
het cijfer
het cijfer
het conflict
het conflict
het consulaat - alle woorden die eindigen op -um, -aatof -isme
het consulaat - alle woorden die eindigen op -um, -aatof -isme
het consultatiebureau
het consultatiebureau
het contact
het contact
het dak
het dak
het dal
het dal
het decorum - alle woorden die eindigen op -um, -aatof -isme
het decorum - alle woorden die eindigen op -um, -aatof -isme
het deel
het deel
het detail
het detail
het dier
het dier
het diner
het diner
het ding
het ding
het diploma
het diploma
het doek
het doek
het doel
het doel
het doen van een dutje - het werkwoord als zelfstandig naamwoord.
het doen van een dutje - het werkwoord als zelfstandig naamwoord.
het dorp
het dorp
het effect
het effect
het egoïsme - alle woorden die eindigen op -um, -aatof -isme
het egoïsme - alle woorden die eindigen op -um, -aatof -isme
het ei
het ei
het eiland
het eiland
het eind
het eind
het element
het element
het eten
het eten
het examen
het examen
het feest
het feest
het feit
het feit
het formulier
het formulier
het fornuis
het fornuis
het fruit
het fruit
het gas
het gas
het gat
het gat
het gebaar
het gebaar
het gebied
het gebied
het gebouw
het gebouw
het gebrek
het gebrek
het gebruik
het gebruik
het gedeelte
het gedeelte
het gedoe - naamwoorden die beginnen met de vervoegselsge-, be-enver-, maar die niet eindigen op-ing
het gedoe - naamwoorden die beginnen met de vervoegselsge-, be-enver-, maar die niet eindigen op-ing
het gedrag
het gedrag
het gefluister - naamwoorden die beginnen met de vervoegselsge-, be-enver-, maar die niet eindigen op-ing
het gefluister - naamwoorden die beginnen met de vervoegselsge-, be-enver-, maar die niet eindigen op-ing
het gegeven - naamwoorden die beginnen met de vervoegselsge-, be-enver-, maar die niet eindigen op-ing
het gegeven - naamwoorden die beginnen met de vervoegselsge-, be-enver-, maar die niet eindigen op-ing
het geheel
het geheel
het geheim
het geheim
het geld
het geld
het geloof
het geloof
het geluid
het geluid
het geluk
het geluk
het gesprek
het gesprek
het gevaar
het gevaar
het geval
het geval
het gevoel
het gevoel
het gevolg
het gevolg
het geweld
het geweld
het gewicht
het gewicht
het gezag
het gezag
het gezang- naamwoorden die beginnen met de vervoegselsge-, be-enver-, maar die niet eindigen op-ing
het gezang- naamwoorden die beginnen met de vervoegselsge-, be-enver-, maar die niet eindigen op-ing
het gezelschap
het gezelschap
het gezicht
het gezicht
het gezin
het gezin
het glas
het glas
het gordijn
het gordijn
het gras
het gras
het haar
het haar
het hart
het hart
het hek
het hek
het hoofd
het hoofd
het hoofdstuk
het hoofdstuk
het horloge
het horloge
het hotel
het hotel