het sociale zelf Flashcards

1
Q

zelfconcept

A

het geheel van opvattingen dat men heeft over zichzelf

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

2 stappen in het ontwikkelen van een zelfconcept

A
  1. vermogen om zichzelf te zien als een distinctieve entiteit
  2. sociale factoren als aanvulling van het zelfconcept
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

affectieve voorspelling

A

mensen kunnen moeilijk voorspellen hoe ze zullen reageren op toekomstige gebeurtenissen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

duurzaamheidsvertekening

A

van Wilson

Mensen overschatten consistent de duur en sterkte van hun emotionele reacties

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

dagboekstudie

A

Studie van 2 mensen met rare russische naam. Resultaat: trivale gedachten over het dagdagelijkse leven en andere mensen vormen de meerderheid

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

zelfpercepietheorie

A

Theorie van Bem
Wanneer interne signalen moeilijk te interpreteren zijn; verwerven personen zelfinzicht door observatie van eigen gedrag en de situatie waarin het plaatsgrijpt (bv eten en achteraf beseffen dat je honger had)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

gelaatsfeedback hypothese

A

de hypothese dat veranderingen in gelaatsuitdrukkingen kunnen leiden tot corresponderende veranderingen in emotie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

overjustificatie-effect

A

de tendens tot vermindering van intrinsieke motivatie voor activiteiten die geassocieerd worden met beloning of andere extrinsieke factoren

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

sociale vergelijkingstheorie

A

van Festinger

Mensen evalueren hun eigen capaciteiten en opinies door deze te vergelijken met die van anderen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

opwaartse sociale vgl

A

wanneer we willen weten of we uitblinken in iets

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

neerwaarste sociale vergelijking

A

als we ons ego willen opblinken

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

twee-factoren emotietheorie

A

van Schachter
het ervaren van emoties is gebaseerd op 2 factoren:
1) fysiologische arousal
2) cognitieve interpretatie van arousal

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

zelfbewustzijnstheorie

A

op zichzelf gerichte aandacht leidt tot het bemerken van zelfdiscrepanties die de persoon motiveren tot het vermijden van zelfbewustzijn of tot gedragsverandering

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

privaat zelfbewustzijn

A

De neiging zich op interne gedachten en gevoelens te richten. Bij zelfdiscrepantie: discrepantie verminderen door te kijken naar persoonlijke maatstaven

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

publiek zelfbewustzijn

A

de neiging om aandacht te besteden aan het beeld dat andere van zich vormen (het publieke beeld). Bij zelfdiscrepantie gaat met discrepantie verminderen door zich aan te passen aan de maatschappelijke norm

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

impliciet egotisme

A

onbewuste vorm van zelfverheerlijking

17
Q

zelfhandicappering

A

gedrag bedoeld om de eigen prestaties te ondermijnen en zichzelf aldus een excuus te bezorgen voor mislukking

18
Q

zelfdienende cognities

A

succes schrijft men toe aan zichzelf, mislukking aan anderen of omstandigheden

19
Q

autobiografisch geheugen

A

we onthouden meer gebeurtenissen uit het recente verleden dan uit het verre verleden, met uitz van:

1) gebeurtenissen uit een overgangsperiode
2) gebeurtenissen uit de adolescentie

20
Q

strategische zelfpresentatie

A

strategieën die men hanteert om de indrukken van anderen in een bepaalde richting te sturen om macht, invloed, sympathie of goedkeuring te verwerven (soort van sociaal bewustzijn)

21
Q

schrijnwerperseffect

A

de neiging om de mate waarin ons gedrag en uiterlijk anderen opvallen te overschatten

22
Q

zelverificatie

A

verlangen om door anderen gezien te worden zoals we echt zijn