Heidegger Flashcards

1
Q

Wat is het zijn van het er-zijn? En wat omvat zij?

A

Zorg.
Omvat: facticiteit (geworpenheid), existentie (ontwerp) en vervallen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Wat is het verschil tussen existentiaal en existentieel?

A

Existentieel: hoe een specifiek er-zijn is en zichzelf vormgeeft
Existentiaal: gaat om het ontologische niveau, mogelijkheidsvoorwaarden van het er-zijn

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Wat is het geweten?

A

Een roep. Het geeft iets te verstaan.
Tot wie? Het er-zijn.
Wat zegt het? Niets. Doorgaans vormen alle inhoudelijke mededelingen juist een afleiding voor onszelf.
Wie roept er? Het er-zijn zelf.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Wat geeft het geweten te verstaan in haar roep?

A

Schuldig-zijn. Niet in een morele zin, maar in een fundamentele en ontologische zin.
Het geweten communiceert schuld.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Welke drie vormen van schuld zijn er?

A
  1. Schuldig-zijn: iets verschuldigd zijn. Iets lenen en het weer terug moeten geven.
  2. Schuld hebben aan: oorzakelijk zijn voor
  3. schuldig-geworden-zijn tegenover een ander: grond-zijn voor een gebrek in het er-zijn van een ander.

Alleen door oorspronkelijke schuld kan er morele schuld ontstaan.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Waarom is het er-zijn schuldig?

A

Omdat het het authentieke zijn is misgelopen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly