Hegel Flashcards
Wat is de realisatie van het oneindige in/als het eindige?
De zelfrealisatie van de Idee
Wat is het kenproces bij Hegel?
Van scepticisme naar dialectiek
Scepticisme: epoché (opschorten) en isostheneia (gelijke recht)
Dialectiek: these + antithese = synthese
Wat zijn onderdelen van Hegels systeem?
- Logica
- Natuurfilosofie
- Filosofie van de Geest
- Subjectieve geest
- Objectieve geest
- Absolute geest
Waarover gaat het in ‘Hoofdlijnen van de rechtsfilosofie’?
–> filosofie van de objectieve geest
- het abstracte recht (recht van willende ikken)
- de moraliteit (het morele subject zoekt het goede, kritiek van cat.imp. + kritiek van het individuele geweten)
- de zedelijkheid (gesitueerdheid/opvoeding in gedeelde praktijk, Staat in brede en smalle zin: familie en burgerlijke maatschappij).
Wat is de werkelijkheid volgens Hegel?
redelijk
Wat is de taak van de filosofie?
Doorgronden van het redelijke en dat begrijpen.
Wat is het er-zijn volgens Hegel?
Moment van het Idee
Wat is de wil-op-zich?
Het onmiddelijke; driften (abstract, niet vrij)
Wat is de wil-voor-zich?
De reflectie van het verstand (abstract, niet vrij)
Wat is de wil op- en - voor zich?
Synthese waarin 2 enigszins losgeraakte dingen verzoend worden. We willen datgene wat zich in het denken als redelijk voordoet. (concreet, vrij)
Wat is het verschil tussen de wil en de bijzondere wil?
Wil: gericht op het algemene (op- en voor-zich)
Bijzondere wil: “deze” aanwijsbare wil die er is
Wat is het goede?
Eenheid v/h begrip v/d wil en de bijzondere wil.
Subjectieve wil is nodig om dit te realiseren.
Hoe kan het Goede bestaan krijgen?
Alleen via de bijzondere wil. Dit betekent voor Hegel dat de bijzondere wil rechten heeft. Er zitten grenzen aan wat ik mag willen.
Wat is de kritiek van Hegel op Kant’s cat. imp?
Hij stelt dat het kwade ook binnen het categorisch imperatief past. Het CI veronderstelt als een praktijk die moreel beladen is.
Hegel: we moeten iets anders hebben dan een eis van universaliteit.
Wat is de zedelijkheid bij Hegel?
idee van vrijheid, levende goede.
Als tot bestaan gekomen redelijkheid in normatieve zin (goede).