Arendt

Question 1

Wat is Arendts’ probleem?

Answer 1

Er zijn drie ontoereikende opvattingen over burgerlijke ongehoorzaamheid:
1. Niet-ontwijkend karakter voldoende voor afbakening t.o.v. criminaliteit
2. Burgerlijke ongehoorzaamheid als aanleveren casussen voor constitutionele proefprocessen
3. burgerlijke ongehoorzaamheid als gewetensweigering

Question 2

Wat is Arendts probleem met het begrip geweten i.r.t. burgerlijke ongehoorzaamheid?

Answer 2

het begrip geweten (als zijnde iets wat een individu heeft) vertroebelt het begrip van burgerlijke ongehoorzaamheid, omdat je er daarmee eigenlijk een subjectieve zaak van maakt

Question 3

Wat is Arendts kritiek van het geweten?

Answer 3

1. het is apolitiek
   Het is niet primair gericht op de wereld/toekomst
   Gewetensopvatting: geweten gebonden aan vaste, niet onderhandelbare en niet-relativeerbare inhoud.
   “conscience presupposes that man possesses the innate faculty of telling right from wrong.”
2. het bindt subjectief
   - Twee problemen m.b.t. politiek en wet:
3. Validiteit v/h geweten niet te veralgemeniseren —> elke handeling te rechtvaardigen
4. Geweten “presopposes not only that man possesses the innate faculty of telling right from wrong, but also that man is interested in himself”–> maar politiek en wettelijk dient individu op uiterlijke kenmerken beoordeeld te worden.

Question 4

Via welke omweg is het geweten wel politiek?

Answer 4

politieke fenomenen zijn slechts te begrijpen vanuit proces van verbinding/associatie

Question 5

Wat is Arendts probleem met burgerlijke ongehoorzaamheid?

Answer 5

Verzoening burgerlijke ongehoorzaamheid, als weg naar hervormingen om revolutie te vermijden, met politiek en legale orde.

Question 6

Wat is de centrale vraag bij Arendts probleem met burgerlijke ongehoorzaamheid?

Answer 6

wat voor begrip van wet is nodig?
Gebruikelijke theorie: wet bindend vanwege instemming of zelf-wetgeving
Probleem 1: berust weer op geweten
Probleem 2: bekritiseerd als fictief

Het Amerikaanse begrip is niettemin verbonden met idee van instemming. Deze is gedacht in 3 begrippen van “contract”:
1. Bijbels verbond (relatie volk-God)
2. Verticaal contract (Hobbes, relatie individuen-soeverein)
3. Horizontaal contract (Locke, wederzijdse verbinding individuen tot maatschappij, maatschappij gaat vooraf aan overheid).
—–> theorie achter Amerikaanse notie van instemming

Question 7

Op welke twee niveaus vindt instemming plaats bij burgerlijke ongehoorzaamheid?

Answer 7

1. met maatschappelijk bestaan
2. met vormgeving en acties overheid (wetten, beleid)

Question 8

Wat is instemming niet?

Answer 8

fictief
Waar onenigheid mogelijk is, impliceert de absentie ervan instemming

Question 9

Welke twee grenzen zijn er aan instemming?

Answer 9

1. onvoorziene omstandigheden (moderniteit en verandering)
2. Wederkerigheid geschonden (overheid schendt mandaat)

Question 10

Wat veronderstelt instemming?

Answer 10

pluraliteit
individueel oordeelsvermogen niet opgeheven

Question 11

Waar stem je mee in?

Answer 11

Consensus universalis (trouw aan maatschappelijk bestaan en ideaal van instemming)
Berust op beloftes tussen actoren: burgerlijk ongehoorzamen als vrijwillige verbinding
Schendt wetten o.b.v. grenzen aan instemming op het moment van burgerlijke ongehoorzaamheid