HC.9: Niertransplantatie Flashcards

1
Q

Vormen van niertransplantatie

A

Met niet van een overleden donor
- Donatie na hersendood
- Donatie na circulatiestilstand
- Donatie euthanasie
Met niet van een levende donor
- Directe donatie
- Cross-over
- Door de bloedgroep heen
- Door de kruisgroep heen
- Anonieme/altruïstische donatie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Voordeel van levende donor

A

Betere transplantaatoverleving
Betere kwaliteit organen
Mogelijkheid om transplantatie op meest optimale tijdstip te doen
Mogelijkheid om moeilijk te transplanteren patiënten te helpen
Minder lange tijd aan de dialyse voor transplantatie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Voorbereiding voor niertransplantatie

A

Bloedgroep
HLA typering en anti-HLA antistoffen
Uitgebreide medische screening
Risico op recidief nierziekte
Chirurgische beoordeling
–> Vaatstelsel, overgewicht/obesitas, plaatsing
Donornier
Dit kost tijd dus begin op tijd

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Complicaties rondom de ingreep/operatie

A

Trombose
Bloeding
Infecties
Lekkage/stenose urineleider

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Bijwerkingen van de medicijnen

A

Prednison
–> Hoge bloeddruk, haargroei, suikerziekte, verhoogde cholesterol, spierzwakte, overgewicht
Tacrolimus
–> Hoge bloeddruk, suikerziekte, nierbeschadiging, zenuwschade, verhoogd cholesterol
MMF
–> Remming beenmerg, buikklachten/diarree

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Nadelen van de immunosuppressiva

A

Infecties
–> CMV, PJP, EBV, BK, SARS-CoV2
Maligniteiten
–> Huidkanker, lymfomen (PTLD)
Hart- en vaatziekten
Nierschade

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Nefrotoxiciteit

A

Tacrolimus is minder nefrotoxisch dan ciclosporine
Lokale factoren in de nier spelen ook een grote rol
- Hoge leeftijd van de nier
- Variatie in expressie P-glycoproteine en CYP3A4/5
- Genetische variatie in TGF-B en ACE
Calcium antagonisten hebben een positief effect op nierfunctie en transplantaatverlies

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Oorzaken transplantaatfalen

A

Transplantaatverlies (51%)
- <1e jaar: vooral technisch (37%) of acute rejectie (17%)
- >1e jaar: chronische rejectie (60%), acute rejectie (4%) of glomerulonefritis (6%)
Overlijden patiënt
- <1e jaar: zowel cardiovasculair (29%) als infectie (33%), kanker (7%)
- >1e jaar: kanker (29%), cardiovasculair (22%), infecties (13%)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Klinische presentatie rejectie

A

Heel weinig tot geen klachten
- Functionele laesa = verminderde nierfunctie = lagere GFR
- Soms koorts, soms pijn, soms zwelling
- Oedeem en hypertensie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Indelingen rejectie

A

Op tijd
Op mechanisme
Op lokale afwijkingen biopt
Banff systeem: pathologisch classificatiesysteem op basis van afwijkingen in biopt
- Type IA: matig ernstige tubulitis
- Type IB: ernstige tubulitis
- Type IIA: elke vorm van vasculitis
- Type IIB: ernstige vasculitis
- Type III: transmurale vasculitis/necrose

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

ABMR

A

Karakteristieke afwijkingen in nierbiopt
- Glomerulitis
- Peritubulaire capillaritis
- Vasculitis/arteritis
- Complement 4D depositie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Rejectiebehandeling

A

1e lijnsbehandeling: hoge dosis corticosteroïden
2e lijnsbehandeling: anti T-cel therapie
Behandeling bij ABMR is niet duidelijk

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly