HC.6: Primaire en secundaire hypertensie Flashcards

1
Q

Indeling hypertensie

A

Optimaal: <120/<80
Normaal: 120-129/80-84
Hoognormaal: 130-139/85-89
1e graad hypertensie: 140-159/90-99
2e graad hypertensie: 160-179/100-109
3e graad hypertensie: >180/>110
Systolische hypertensie: >140/<90

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Primaire hypertensie

A

90-95% van alle hypertensie
Geen duidelijke oorzaak, multifactoriëel
Vaak positieve familieanamnese

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Secundaire hypertensie

A

5-10% van alle hypertensie
Duidelijke, onderliggende eventueel behandelbare oorzaak

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Beloop primaire hypertensie

A

Primaire HT is een combinatie tussen erfelijke factoren en factoren van buitenaf. HT ontstaat gewoonlijk tussen het 30e en 50e levensjaar en wordt voorafgegaan door pre-hypertensie. De complicaties die optreden zijn vaak cardiaal, cerebrovasculair of renaal

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Hypertensinogene factoren

A

Laag geboortegewicht
Leeftijd
Obesitas, insulineresistentie
Zoutinname
Overmatig alcohol
Stress
Lage kaliuminname

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Wanneer denken aan secundaire oorzaak

A

Jonge patiënten
Plots ontstaan of verergeren
Negatieve familie-anamnese
Hypertensieve crisis
Therapie resistentie
Kenmerkende symptomatologie
Afwijkingen lichamelijk onderzoek of labwaarden

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Secundaire oorzaken

A

Parenchymateuze nierziekten
- Nierinsufficiëntie
Vasculair
- Coarctatio aortae
- Renovasculair
Slaap-apnoe syndroom (OSAS)
Endocrien
Dieet/genotsmiddelen
- Drop
- Zoethout
- Cocaïne
Geneesmiddelen
Monogenetisch

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Nierinsufficiëntie

A

Onvermogen van de nier om bij een normale bloeddruk voldoende natrium en water uit te scheiden = gestoorde druknatriurese

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Renovasculaire hypertensie

A

Hypertensie t.g.v. een verminderde perfusie van de nier, veroorzaakt door een vernauwing van een nierslagader
veroorzaakt door een verhoogde renineproductie door de nier achter de vernauwde nierslagader

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Nierarteriestenose: oorzaken

A

Artherosclerose
Fibromusculaire dysplasie
Arteritis

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Endocrien

A

Primaire hyperaldosteronisme
Feochromocytoom
Hypercortisolisme
Acromegalie
Hyperthyreoïde
Hypothyreoïde

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Drophypertensie

A

Effect binnen enkele weken
Drop: ongeveer 3% glycyrrhinezuur
Klinische effecten bij >400 mg/dag ~ 10-15 gr drop per dag
Vrouwen gevoeliger dan mannen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Geneesmiddelen

A

Corticosteroïden
Cyclosporine
Angiogenese-remmers
NSAID’s
Orale anticonceptiva

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly