HC.5 – Seksuele disfuncties bij man en vrouw Flashcards

1
Q

Via welk model gaat de seksuologische therapie?

A

Bestaand uit 4 niveau’s
–> 70% kan in de eerste 3 behandeld worden

  1. Permission (assesment): normaliseren en erkennen seksualiteit
  2. Limited information (education)
    - Geruststelling en realiteitstoetsig
    - Zelfredzaamheid vergroten
    - Voorkomen chronische seksuele problemen
    - Zorgen en vragen van de patiënt in de context van kennis over de diagnose plaatst, informatie over andere patiënten met die aandoening, schriftelijke info aanbieden
  3. Specifiek suggestion (counseling)
    - Simpele gedragsadviezen
    - Timing van seks en meer tijd nemen
  4. Intensive therapy (referral): streeloefeningen, psychotherapie, CGT, relatietherapie
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

welke seksuele problemen komen het meest voor?

A
  • Vrouw: vooral op jongere leeftijd (16-24) –> pijn
  • Mannen: vooral op latere leeftijd –> erectieproblemen
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Hoe loopt de seksuele respons cyclus?

A

Fasen mannelijke respons cyclus
* Verlangen: erectie gaat van partieel gestimuleerd tot volle erectie (door meer doorbloeding) en er is partiele elevatie van de testis
* Opwinding: Cowperse klier secreet (voorvocht) uit de penis, prostaat vergroot, scrotum vergroot, volledige elevatie testis en vergroting van de testis –> allemaal door toegenomen doorbloeding
* Plateau-fase: opwinding blijft totdat een orgasme mogelijk is
*Orgasme: contracties vas deferens, prostaat, vesicula seminalis en urethra (en bekkenbodem) + sluiting interne sfincter naar de blaas en sluiting rectale sfincter
*Herstel: erectie verdwijnt, testis dalen weer in, scrotum wordt dunner

Fasen vrouwelijke respons cyclus
*Verlangen: labia zwelling, clitoris vergroting, vaginale lubricatie
*Opwinding: kleurverandering labia, clitoris vergroot, uterus eleveert, vagina wordt langer
*Plateau-fase: opwinding blijft totdat een orgasme mogelijk is
*Orgasme: ritmische contracties in de vagina, contracties uterus, bekkenbodemspieren en rectale sfincter
* Herstel: uterus daalt weer en vagina wordt weer smaller

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

wat is kenmerkend voor de refractaire periode?

A

Man heeft een refractaire periode na het orgasme (voor een orgasme), de vrouw minder/niet

Vrouw heeft een langere plateaufase waardoor het langer duurt om een orgasme te bereiken

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Hoe werkt seksuele opwinding bij mannen en vrouwen?

A
  • Neurogene controle over de opwinding gaan via vasodilatatie: na psychogene of fysieke stimuli krijgen de man en vrouw vasodilatatie –> lubricatie en ejaculatie (zelfde proces waarbij lubricatie bij vrouw, erectie bij man)
  • Gekeken naar de anatomie van de vrouwelijke clitoris is het bij 70% van de vrouwen niet mogelijk om tot een orgasme te komen via penetratie omdat te weinig stimulatie van de clitoris door de penis –> extra stimulatie nodig om tot een orgasme te komen
  • Man: Toename bloed in ruimtes van zwellichamen (eerst spons –> bloed erin) –> spierweefsel ontspant en arterie gaat openstaan –> volstromen met bloed –> sponsweefsel gevuld –> drukt de venen dicht die zorgen voor afvoer bloed –> compartiment kan niet meer leegstromen –> erectie
  • Vrouw: capillairen in de crus, vaginawand –> toename bloed
  • Zelfde hersengebied wordt geactiveerd bij seks en eten
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

wat is belangrijk bij de seksuele responscyclus?

A
  • Verlangen: solo-fase
  • Orgasme: solo-fase

–> moet op jezelf kunnen richten, anders lukt het niet

En alle fases hebben invloed op elkaar

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

wat zijn problemen in de fase van verlangen?

A

Verminderde zin in seks

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

wat zijn problemen in de fase van opwinding?

A
  • Lubricatie verlies
  • Erectiele disfunctie
  • Dyspareunie
  • Vaginisme
  • M peyronie
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

wat zijn problemen in de fase van orgasme?

A
  • Anorgasmie
  • Aspermie: geen zaadlozing, terwijl wel orgasme
  • An- of retrograde ejaculatie
  • M Peyronie
  • Ejaculatio praecox of tarda
  • Climaturie: urineverlies tijdens orgasme (na prostaatoperatie)
    Vrouwelijke ejaculatie
  • Dyspareunie
  • Vaginisme
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

wat zijn problemen in de fase van herstel?

A
  • Dissatisfactie
  • Pijn, dyspareunie
  • Priapisme: erectie die niet weggaat
  • Anhedonisch orgasme: geen plezier
  • PSAD: peristerende sexual arousal disorder –> vrouwelijke variant van priapisme
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

wat is belangrijk bij de anamnese?

A
  • Tijd:
    o Levenslang: primair
    o Verworven: secundair
  • Context
    o Gegeneraliseerd
    o Situationeel: partner, solo, etc
  • Tijdslijn
  • Repetoir
  • Last: mild, matig, ernstig
  • Oorzaak
    o Vasculair
    o Neurogeen
    o Endocrien
    o Iatrogeen: GNM, operatie
    o Psychogeen
    o Gemixt
    o Combinatie factoren
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Hoeveel van de mannen en vrouwen hebben welke stoornissen?

A

Man: 57-85 jaar
- Erectiele disfunctie 37%
- Verminderde zin 28%
- Premature ejaculatie 28%
- Anorgasmie 20%

Vrouw: 57-85 jaar
- Verminderde zin 43%
- Lubricatieverlies 39%
- Anorgasmie 34%
- Dyspareunie 17%

Vaak verergeren verschillende onderdelen elkaar: erectiestoornis –> onzekerheid –> angst en schaamte –> probleem wordt erger

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

waarvan is seksuele disfunctie afhankelijk?

A

Leefstijl
gezondheid
emotie
ervaring
relaties
hormonen
GNM
middelengebruik, voorafgaande operaties

Met individuele en relatiefactoren

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

wat is kenmerkend voor de erogene zones?

A

Bij partner sex worden er meer gebieden erogeen dan bij solo sex
–> plastisch

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

wat gebeurt er bij de man tijdens de slaap?

A

3-6 keer tijdens de REM-slaap een erectie –> training penis
–> Als niet doen: kleiner, gaat achteruit en wordt minder goed doorbloed en kleiner (en fibrotisch)

Belangrijke vraag of er sprake is van nachtelijke of ochtend erecties –> psychische remming speelt niet mee

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

wat doen we voor aanvullend onderzoek bij seksuele problemen?

A

[1] Lichamelijke metingen
* NPT: nocturnal penile tumescene: nachtelijke erecties REM-slaap
* Psychofysiologische seks-lab: bij vrouwen via vaginale pulse amplitude –> meet apparaat in vagina waarbij vrouw kijkt naar erotische filmpjes waardoor de doorbloeding kan toenemen bij opwinding

[2] Vragenlijsten
* IIEF: international index of erectile function: 15 vragen over de laatste vier weken over erectie bij seksuele activiteit, erectie bij coitus, tevredenheid bij coitus, ejaculatie, orgasme, verlangen, tevredenheid seksleven, vertrouwen in de erectie
* FSFI: female sexual function index: 19 vragen over laatste 4 weken over seksueel verlangen, opwinding, lubricatie, orgasme, satisfactie en pijn bij vaginale penetratie

[3] Epidemiologie
* Seksueel gedrag en gezondheid
* Internationale literatuur

17
Q

wat is de epidemiologie van seksuele problemen?

A

Ongeveer evenveel mannen als vrouwen

  • Man:
  • 8% erectieproblemen
  • 11% premature ejaculatie (< 60 sec, kan wel pp verschillen) –> Erectieproblemen nemen toe met de leeftijd, omdat bloedvaten slechter worden –> kleine vaten penis slibben snel dicht –> aantal vroegtijdige ejaculaties neemt wel af omdat meer tijd nodig om tot opgewonden
    o Man 57 en ouder:
  • 37% erectieverlies
  • 28% libidoverlies
    -28% ejaculatio praecox,
  • 20% anorgasmie
  • Vrouw:
    o Aantal vrouwen met lubricatieprobleem is ongeveer gelijk aan aantal mannen met een erectieprobleem
    o 24 jaar: 25% van de vrouwen heeft orgasmeproblemen –> latere leeftijd minder last van
    o Bijna de helft op jonge leeftijd disfunctie zoals geen zin, geen orgasme en/of pijn
    o Vanaf 57:
  • 43% libidoverlies
  • 39% lubricatieverlies
  • 34% anorgasmie
  • 17% dyspareunie
18
Q

in welke groepen kunnen we seksuele disfuncties indelen?

A
  • Vasculair
  • Hormonaal
  • Neurogeen
  • Psychogeen
19
Q

Welk hormonen zijn betrokken bij seks?

A

Vrouw
- Verlangen: serotonine, testosteron
- Testosteron in alle fases
o Als verlaagd: eerste klacht is verminderde verlangen
- Vasopressine
- Oxytocine
- Endorfine
- Prolactine
- Oestrogeen
- Dopamine
- Endocannabinoiden

Werkt niet om hormoon toe te dienen

Man: vooral testosteron –> als erectieproblemen moet het wel heel ernstig verminderd zijn

20
Q

wat is het mechanisme van viagra?

A

stof die zorgt voor een erectie wordt minder snel afgebroken (n cavernosus) voor 6 uur (min 1 uur vooraf nemen)
DUS: zorgt dat langer aanhoudt, niet dat komt

= PDE-5 remmer

21
Q

wat is de relatie tussen een MCI en erectiestoornissen?

A

atherosclerose in coronair vaten ver gevorderd –> a cavernosus is waarschijnlijk nog erger –> dus iemand die MCI heeft gehad, heeft al 5 jaar erectieklachten (de meeste mannen met vasculaire erectieklachten krijgen binnen 5 jaar erectieklachten) –> graadmeter voor gezondheid

22
Q

Op welke fases hebben neurogene problemen de meeste invloed?

A

plateau- en orgasmefase

23
Q

Hoe werkt een erectie precies?

A

Opwinding –> n cavernosus geeft NO af –> parasympatische stimulatie voor relaxatie glad spierweefsel –> relaxatie a cavernosa en loopt de sinus cavernosus vol –> stijf –> venen in wand worden dichtgedrukt —> bloed zal niet weglopen

Als langdurig (> 4 uur) aanhoudt: geen O2-rijk bloed meer in penis –> erectie kan pijn gaan doen (priapisme)
–> Antidotum kan dit wel tegengaan

24
Q

hoe gaat de ejaculatie?

A
  1. Emissiefase:
    a. N hypogastricus (sympatisch) en bekkenzenuwen = parasympatisch
    b. Secretie vocht uit glandula seminalis = parasympatisch
    c. Contractie vas deferens waardoor zaad naar prostaat = sympatisch
    d. Transport van vocht naar de urethra posterior = sympathisch
    e. Sluiten blaashals = sympathisch
  2. Expulsiefase: uitdrijving
    a. N hypogastricus = sympathisch en n pudendus = somatisch
    b. Sluiten blaashals = sympatisch
    c. Contractie m bulbospongiosus en ischiocavernosus = somatisch
    –> Ritmische contracties
25
welke ejaculatie klachten zijn er?
* Praecox * Tarda * Retrograad * Anejaculatie
26
hoe vaak komt ejaculatio praecox voor?
10-30% heeft dit probleem kan primair of secundair Door: - psychogeen - somatisch Maat: IELT = intravaginal ejaculation latency time waarbij < 60 sec afwijkend is (maar < 100 sec ook wel al te snel) Gemiddeld IELT: 3-6 min Praecox: 90% IELT < 60 sec --> geen gevoel van controle en vaak dissatisfactie
27
wat is m peyronie?
Erectie, maar er zit verharding in penis (weefsel dat niet meerekt --> korter ivm weefsel dat wel meerekt) --> kromme penis Prev: 0,4-3% (gem 1%) leeftijd: 40-70 jr Risicofactoren - Roken - DM - M dupuytren (fibrose fascia palmaris) - M lederhosen (fibrose fascia voet) - Peniel trauma - Tympanosclerose Kenmerken - Peniele kromstand in erectie - Pijn in erectie - Palpabele plaque Verder: - Erectieklachten doordat vaten minder goed afsluiten --> loopt sneller leeg - Lengte verlies - Pijn bij coitus Gevolg: niet veel aan te doen Hechting zetten aan andere kant van de plaque --> andere kant gaat ook minder meerekken --> recht en kort
28
wat kunnen neurologische oorzaken zijn van seksuele disfuncties?
- Dwarslaesie - CVA: minder zin, vaatlijden - Perifere neuropathie: verminderd genitaal gevoel - MS - Hersentrauma - Epilepsie - Verminderde fysieke bewegelijkheid - Parkinson (ook op opwinding) - Iatrogeen: chirurgie kleine bekken
29
wat kunnen aandoeningen zijn van seksuele disfuncties?
- Vaatlijden en MCI - DM: neuro-vasculaire problemen - Depressie: minder zin, SSRI’s verlengen tijd tot orgasme - Hypogonadisme - (Bij)nierfalen - Urineincontinentie - Hyperprolactinemie: afname zin - Hypo- of hyperthyreoïdie - Bilaterale ovariectomie: minder androgenen en dus minder zin - Minder oestrogenen en dus atrofie - Tabaksverslaving en metabool syndroom - Hyperandrogenisme - Oestrogeen deficiëntie
30
welke medicijnen kunnen zorgen voor seksuele disfuncties?
- Antihypertensiva: beta-blokkers - Narcotica: negatieve feedback op endocrinologie - Cholesterolverlagers - Maagzuurremmers (ranitidine) - Anti-epileptica - Anticholinergica: propanolol werkt tegen erectie - Aromatasaremmers: vrouwen met borstkanker - HIV-medicatie - Psychofarmaca - 5alfa-reductase remmers, spironolacton - Antiandrogenen