HC.3 – Hoe werkt Seks? Flashcards

1
Q

wat is belangrijk tav seksuele problemen?

A
  • Kunnen symptoom zijn van onderliggende ziekte of handicap
  • Kunnen gevolg zijn van medisch handelen: GNM, RT, chemo, operatie
    bvb antidepressiva kunnen zorgen voor orgasmeproblemen
  • Een fijn seksleven is gezond: betere prognose, goede preventie
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

HOe vaak komen seksuele disfuncties voor bij mannen?

A
  • 8% heeft minimaal 1 disfunctie (klacht + last)
  • 3% vroegtijdige ejaculatie
  • 6% erectiestoornis
  • 5,5% overmatig verlangen
    RISICOGROEP voor erectiestoornissen: mannen > 70 jaar
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

HOe vaak komen seksuele disfuncties voor bij vrouwen?

A

15% heeft minimaal 1 disfunctie

  • 4% orgasmeproblemen
  • 6% lubricatieproblemen (vaginale droogte)
  • 4% opwindingsproblemen
  • 6% aversie (gebrek aan verlangen)
  • 4% dyspareunie (pijn)
  • 8% verminderd verlangen

RISICOGROEP voor dyspareunie: jonge vrouwen 25 jaar –> 20%!!
- 6% regelmatig
- 5% disfunctie
DOOR: minder bekend met eigen lichaam en kenmerken waarbij de jongens dit vaak allang weten en ook sneller opgewonden zijn waardoor sneller over willen tot penetratie terwijl de vrouw hier niet altijd klaar voor is –> kan lijden tot pijn

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Hoe vaak komt seks of seksuele handelingen (incl zoenen) voor tegen de wil in?

A

53% van de vrouwen
19% van de mannen

hebben dit wel eens (gehad)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

wat kan je verstaan onder seksualiteit?

A
  • Centraal aspect van mens-zijn (gedurende de hele levensloop)
  • bevat: geslachtsidentiteit, bijbehorende rol, seksuele oriëntatie, erotiek, genot, intimiteit, voortplanting
  • Uitgedrukt in:
  • Gedachtes
  • Fantasieën
  • Verlangens
  • Geloofsovertuigingen
  • Waarden
  • Gedragingen
  • Verschillende relaties
  • beïnvloed door interactie tussen: biologische, sociale, psychologische, economische, politieke, culturele, ethische, wettelijke, historische, religieuze en spirituele factoren
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

wat is gezonde seksualiteit?

A

Seksueel gedrag dat als egosyntoon (= passend bij het individu) en bevredigend wordt ervaren en waardoor geen schade wordt berokkend aan zelf of anderen

Het is een met seksualiteit verbonden toestand van fysiek, emotioneel, mentaal en sociaal welzijn

Meer dan alleen de afwezigheid van ziekte, disfunctie en zwakte.
Vereist een positieve en respectvolle benadering van seksualiteit en seksuele relaties, met plezier voor beide zonder dwang, discriminatie of geweld

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

vanuit welk model wordt seksualiteit vaak bekeken?

A

Bio-psychosociaal model:
* Biologische factoren: leeftijd, gezondheid, GNM
* Psychologisch: persoonlijkheid, psychische problemen, omgaan met seksualiteit, verwachtingen, normen en waarden
* Sociaal: cultuur, religie, relatie, opvoeding

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Wat is een belangrijk cyclus bij seks?

A

Psychosomatische cirkel van Bancroft
–> interactie tussen hoofd en lichaam

  • Start: tactiele stimulatie (= bvb aanraking) –> via myelum voor perifere en genitale opwinding
  • Communicatie met limbisch systeem –> waardeoordeel aan stimulus (en emoties aangehecht)
  • Perifere en genitale opwinding zorgt voor bewustwording
  • Cognitie: kan positieve of negatieve gedachtes over hebben (door bvb ervaringen) –> inhibitie of activatie
  • Terugkoppeling limbische systeem
  • Myelum en limbisch systeem zorgen samen voor orgasme als de cirkel blijft doorlopen

Kan overal iets misgaan: bvb negatieve gedachtes, niet werkend myelum –> ziektes kunnen dus ook leiden tot onderbreking van de cirkel

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

welke drie hoofdfases herken je in de seksuele responscyclus?

A
  1. verlangen
  2. opwinding (met of zonder fysieke reactie)
  3. orgasme
  4. herstelfase (fysieke en emotionele ontspanning)
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

wat is het incentive motivation model?

A

Zin (incentive motivation) wordt bepaald door de
- Context: individueel welzijn, partnerrelatie, praktische situatie
- Communicatie over wensen en grenzen
- Interne of externe prikkels

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

wat zijn voorwaarden voor het op gang brengen van een seksueel proces?

A
  1. Intact seksueel systeem
  2. Stimuli met een seksuele betekenis
  3. Geschikte omstandigheden
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

wat is bij jongens en meisjes een vaak voorkomend probleem?

A

Genitaal iichaamsbeeld

A) Meisjes Problemen:
* Te grote labia minora
* Vergelijking media/porno
* Onzekerheid of onbekendheid
* Asymmetrisch
* Vies
* Niet “van zichzelf”
B) Nodig voor resolutie:
* Ontdekken
* Bekijken
* Masturberen
* Acceptatie
* Correcte hygiëne
* Positief lichaamsbeeld

A) jongens problemen:
* Prestatiedruk
* Te klein of krom (vooral in slappe toestand)
* Vergelijking met media/porno
* Onzekerheid
B) Nodig voor resolutie:
* Acceptatie
* Positief lichaamsbeeld
* Zelfvertrouwen
* Richten op plezier/ervaring

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

wat is bij meisjes het meest voorkomende en bij jongens het meest voorkomende probleem bij geniaal lichaamsbeeld?

A

Meisjes: te grote labia minora

Jongens: te klein of te krom (vooral als slap)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly