HC5 | renale zuur - base fysiologie Flashcards
Waaruit bestaat renale zuur-base regulatie?
fysiologie: handhaving zb-evenwicht
pathologie: verdediging zb-afwijkingen
Oorzaken metabole acidose
diabetische ketoacidose
lactaatacidose
diarree
nierfalen (RTA)
Oorzaken metabole alkalose
maagzuurremmers (antacida)
braken (verlies maagzuur)
Verdedigingsmechanismen van lichaam tegen pH veranderingen
buffers (bicarb)
alveolaire ventilatie (pCO2)
zuur/base uitscheiding door nier
Wat is NAE (normaalwaarde)
netto zuur excretie (H+ uitscheiden gebonden aan buffers –> NH4+, fosfaat, creatinine, urinezuur)
70 mmol gebonden H+
Waar/hoeveel zuurproductie per dag
40: metabolisme
20: dieet
10: faeces verlies bicarb
Twee stappen uitscheiding niet-vluchtige zuren
- neutralisatie H+ en CO2 uitblazen
2. H+ uitscheiden aan urine en nieuw bicarbonaat vormen en afgeven aan bloed
Hoe H+ gekoppeld bij uitscheiding?
40% titreerbaar zuur (creatinine, fosfaat, urinezuur)
60% niet-titreerbaar zuur (ammoniak in ammonium)
Wat is de fysiologische verhouding tussen NH4+ en NH3?
NH4+ / NH3 = 100
alle ammioniak geprotoneerd aanwezig in vorm van ammonium bij pH van 7 –> dus efficiente buffer
wanneer verhouding NH4+/NH3 1 op 1?
pH = 9
ammoniak/ammonium buffer voordelen
- werkt goed bij neutrale pH
- komt voor in hoge concentraties
- nuttige adaptie (stijging NH3 productie in PT 100x)
twee belangrijke taken van de nier bij handhaving zb-evenwicht
- terugresorptie bicarbonaat (80% PT / 15% TAL / DT en VB 5%)
- excretie dagelijkse productie niet-vluchtige zuren via urine (70 mmol)
Resorptie bicarb in PT
filtraat: NaHCO3
NHE: Na/Proton exchanger
H+ bindt met HCO3-
CA zet om in CO2 en H20
CO2 diffunderen en H20 door waterkanaal over apicaal
CA zet om in HCO3- en H+
proton naar apicaal via NHE en HCO3- naar basolateraal met NBCe1 naar interstitium
drijvende kracht: Na/K/ATPase
geen netto zuursecretie
functie = resorptie natriumbicarbonaat
Hoe H+ uitscheiding? (zonder bicarbonaat)
via protonpomp en NHE
in urine protonen koppelen aan buffers (fosfaat, creatine, lactaat –> zuurvorming)
Drijvende kracht –> ATP/gradiënten
Hoe NH4+ uitscheiding?
glutamine –> ammonium
ammoniak over membraan diffunderen
urine: pH 6 –> NH4+/NH3 = 1000
cel: pH7 –> NH4+/NH3 = 100
- secretie ammoniumionen in PT
- LvH ammonium met NKCC2 naar interstitium
- VB: ammonium naar lumen (pH verschil nodig) of lever (ureumsynthese)