HC5 en HC6 - John Dewey, pragmatisme en sociale controle Flashcards
Deductief onderzoek (Bacon)
Ga uit van een aantal axiomas (vanzelfsprekendheden), dit levert niets op
Inductief onderzoek (Bacon)
Observeren, data verzamelen –> algemene uitspraken
The Great Instauration (Bacon)
Ontdekken en zoeken wat nog nooit iemand heeft gedaan
Wetenschappelijke revolutie
- Autoriteitsargumenten gelden niet meer (De kerk zegt .. dus dat klopt)
- Observatie > nadenken
- Inductie toepassen (steekproeven)
- Experimenteren
- Wiskunde wordt prominent
Doel Bacon
God’s paradijs herstellen door de controle over de natuur te herstellen en de juiste religie te herstellen.
The Fixation of Belief (Peirce)
Het voelt vervelend om iets niet te begrijpen of om te twijfelen en daarom doet men onderzoek
Methoden van overtuigingsfixatie
1) Tenacity (hardnekkigheid)
2) Autoriteit
3) A priori
4) Wetenschap
Tenacity (hardnekkigheid)
Twijfel voorkomen door vast te houden aan wat je al weet (isolerend op sociaal niveau)
Autoriteit
Ik twijfel, dus ik geloof in een autoriteit (kerk, staat, docent, etc.)
A priori
Aanvaarden wat volgt uit axiomas (vanzelfsprekendheden)
Wetenschap
Volgens Pierce de beste methode: wetenschap zorgt voor minder wisseling van overtuigingen. (geloofsovertuigingen staan los van onze gedachten)
Pragmatisme
Uit wat je gelooft blijkt wat je doet en andersom
‘Je hoeft me niet te vertellen wat je gelooft, laat het maar zien”
Dewey’s Stages of Thought
1) Dogmatisch
2) Kritisch
3) Axiomatisch
4) Wetenschappelijk
Dogmatische fase
(tenacity) systeem van opvattingen die meteen duidelijk maakt hoe je een probleem moet oplossen –> voorkomt twijfel
Kritische fase
We kunnen het probleem niet oplossen met ideeën waaraan we blijven vasthouden –> we moeten onze overtuigingen aanpassen
(korte periode helpend, vergt veel energie)