HC2 - Karl Marx Flashcards
Kwestie Marx
Hoe is sociale ongelijkheid mogelijk?(Conflictparadigma)
–> economische conflicten produceren ongelijkheden. Die ongelijkheden leiden tot sociale veranderingen.
Das Kapital
het kapitalistische systeem is de oorzaak van armoede in rijke Europese landen
Friedrich Engels
Die Lage der arbeitenden Klasse in England: als arm persoon ga je eerder dood door slechte leefomstandigheden
Het Communistisch Manifest
‘Breek los uit je ketting aan je werkgever en kom samen als arbeiders; besef dat je wordt uitgebuit en doe er wat aan’.
Maatschappelijke onderbouw
economisch systeem: productie en verdeling van rijkdom
Maatschappelijke bovenbouw
Politieke, ethische inzichten en cultuur
Historisch Materialisme (Marx)
These (huidige situatie) en Anti-These (revolutie) clashen en er ontstaat een synthese (nieuwe situatie)
Centralisatiehypothese
De grote eigenaren krijgen steeds meer, terwijl kleine eigenaren de markt uit worden gedreven.
Kapitalisme hypothese
Kapitalisme zorgt voor Dwang. Dwang zorgt voor ongelijkheid. (Dus kapitalisme –> ongelijkheid)
Sociale Revolutie hypothese
Ongelijkheid leidt tot verzet. Verzet leidt tot minder ongelijkheid. (Ongelijkheid leidt uiteindelijk tot minder ongelijkheid)
Marx: ‘kapitalisme graaft haar eigen graf”
kapitalisme leidt tot dwang en ongelijkheid. Dit leidt tot verzet en volgens Marx zal het systeem omvergegooid worden.
Verburgelijkingshypothese
in plaats van verzet ontstaat er een middenklasse
Vervreemding
arbeiders weten niet wat voor producten ze maken en praten niet met collega’s. Arbeiders vergeten bijna dat ze mens zijn door kapitalisme.
Warenfetisjisme
We vervreemden ons van de producten die we kopen. (Waar komt het vandaan en hoe wordt het gemaakt)
Reïficatie / Verdinglijking
Vergeten dat mensen dingen maken en regels bepalen: ‘zo is het nou eenmaal’