HC4 week 1 Flashcards

1
Q

Wat is neoplasie?

A

Autonome groei, groei die niet meer terugkoppelbaar is/ niet meer gevoelig voor feedbacksignalen en geen mogelijkheid heeft tot regressie (tumor)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Zona glomerulosa?

A

Produceert het mineralocorticoïd aldosteron

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Zona fasciculata?

A

Laag met lange bundels van sponsachtige cellen die cortisol produceren

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Zona reticularis?

A

Laag met kleinere cellen en minder vetdruppels die zwakke androgenen produceren

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Medulla?

A

Kenmerkt zich nestjes en cords bouw met hierin sustentaculaire cellen en ganglion cellen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Vorm hypercortisolisme?

A

Nodulaire of diffusie hyperplasie -> schorsadenoom met fasciculata kenmerken

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Vorm hyperaldosteronisme?

A

Bilaterale idiomatische hyperplasie -> schorsadenoom met spironolactone bodies

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Vorm viriliserend syndroom?

A

Bilateraal hyperplasie: 10-15x zo zwaar -> adenomen, soms carcinomen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Vorm geen tumorstoornissen (stil)?

A

(hyperplasie) -> adenomen/ carcinomen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Vorm radiologische symptomen: incidebntaloom?

A

Hyperplasie/ bloeding/ cyste/ metastase -> adenoom

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Vorm hypofunctie/ insufficiëntie?

A

Hypoplasie of bloeding (acuut), ontsteking, de depositie -> overwoekering door metastase of door carcinoom

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Wanneer zijn er geen heldere cellen in zona reticularis te zien?

A

Geen heldere cellen in reticulartis te zien in de bijnier bij diffuse hyperplasie, wel faciculata architectuur maar niet typische heldere spons cellen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Nodulaire hyperplasie?

A

Nodulaire hyperplasie -> macronodulair en micronodulair, vaak gepigmenteerd ook

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Wat gebeurd er met de schors wanneer een tumor zorgt voor overproductie van aldosteron?

A

Bij een tumor die zorgt voor overproductie aldosteron wordt de schors niet dunner

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Overproductie diandosteron of androgeen exess?

A
  • Bilaterale hyperplasie
  • recessieve CAH met zeer variabel klinische presentatie (<18 jaar)
  • Reflectoire ACTH stijging heeft alleen nog maar effect op vooral reticularis laag
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Bijnierschors neoplasma?

A
  • Frequentie van adenomen is veel hoger dan die van carcinomen
  • Leeftijd verschilt weinig tussen adenomen en carcinomen
  • Onderscheid tussen adenomen en carcinomen is niet mogelijk op basis van functie
  • Macroscopisch verschillen adenomen niet veel van carcinomen
  • Microscopisch zijn de verschillen gradueel
  • Carcinomen kunnen metaseren