HC3 Flashcards
Wat houden politiestrategieën in?
Hoe zou de politie het moeten doen
Wat is een politiestrategie?
Samenhangend geheel van operationele concepten en tactieken die de politie gebruikt om te bepalen op welke manier ze hun taken uitvoeren, ondersteund door een overeenkomende filosofie
Waar doelen operationele concepten op?
Dit is de link tussen filosofie en praktijk (de focus)
Waar doelen de tactieken op?
Dit zijn de concrete gedragingen/aanpak
Waar doelt de filosofie op?
Dit is het centrale idee/overtuiging
Welke vier politiestrategieën zijn er?
- Het Professionele Model (PM)
- Community Policing (COP)
- Problem Oriented Policing (POP)
- Zero Tolerance Policing (ZTP)
Het Professionele Model is ontstaan uit de kritiek op het vroegere politiewerk. Wat is hier kenmerkend aan het vroegere politiewerk?
- Quasi-militair
- Gericht op strafrechtelijke handhaving
- Reactieve instelling
- Politieagenten als crime-fighters
Wat is de kritiek op het vroegere politiewerk?
Er was geen filosofie en veel discretionaire ruimte, wat leidt tot vriendjespolitiek, wreed handelen, discriminatie etc.
Uit de kritiek op het vroegere politiewerk maakt O.W. Wilson het Professionele Model. Wat zijn de doelen van het PM?
- Meer controle –> bureaucratische autonomie (meer regels en verantwoording, maar wel discretionaire ruimte)
- Efficiëntere organisatie
- Focus op zware criminaliteit
Wat zijn de middelen van het PM?
- Hiërarchische lijnen –> meer controle
- Technologie: zoals auto’s
- Training: opleiden zodat focus op zware criminaliteit
Wat zijn de drie cruciale componenten van politiewerk volgens het Professionele Model?
- Opsporingsonderzoek
- Snelle respons bij meldingen
- Willekeurige, preventieve patrouille
Wat is de kritiek op de effectiviteit en werkwijze van het PM?
- Criminaliteit neemt toe
- Ondanks controle veel discretionaire ruimte
- Geen empirische ondersteuning voor de volgende componenten:
Opsporing: lage ophelderingspercentages
Snelle respons: kleine heterdaadkracht
Willekeurige patrouilles: niet effectief (zie Kansas City Preventive Patrol Experiment)
Wat is er getest in het Kansas City Preventive Patrol Experiment?
De hoofdvraag was: Zijn willekeurige preventieve patrouilles effectief?
- Onafhankelijke variabele –> frequentie patrouille: 5 reactieve gebieden, 5 proactieve gebieden, 5 controlegebieden
- Afhankelijke variabele: Voor- en nameting op gebied van criminaliteit, onveiligheidsgevoelens en de tevredenheid met de politie
Wat waren de resultaten van het Kansas City Preventive Patrol Experiment?
Willekeurige preventieve patrouille in herkenbare politievoertuigen heeft nauwelijks/geen toegevoegde waarde. Er is focus nodig
Wat was de overige kritiek op het Professionele Model?
- Politie is te afstandelijk: wij/zij-oriëntatie; ‘warrior’ mindset; ineffectief voor het beschermen en dienen van de gemeenschap
- Autoritaire organisatiestructuur negatief voor medewerkers
- Gedomineerd door mannen
Wat is de filosofie, focus, organisatie en aanpak van het Professionele Model?
- Filosofie: ‘Crime fighter’, ‘warrior’, aanpak zware criminaliteit
- Focus: Reactief, incidentgericht, strafrechtelijke oplossingen
- Organisatie: Centraal, hiërarchisch
- Aanpak: Afstandelijk, top-down
In de jaren ‘80 ontstond het concept ‘Community Policing (COP). Een definitie daarvan is “Community policing is a philosophy that promotes organizational strategies, which support the systematic use of partnerships and problem-solving techniques, to proactively address the immediate conditions that give rise to public safety issues such as crime, social disorder and fear of crime”. Maar er is eigenlijk geen eenduidige definitie. Wat zijn de kernelementen van Community Policing?
- Gemeenschap centraal: partnerships; empowerment; burgerparticipatie; inspraak
- Communicator/dienstverlener: geen crime fighters/warriors, maar guardians
- Decentralisatie
- Proactief, preventief en probleemgericht