HC3 Flashcards

1
Q

Wat houden politiestrategieën in?

A

Hoe zou de politie het moeten doen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Wat is een politiestrategie?

A

Samenhangend geheel van operationele concepten en tactieken die de politie gebruikt om te bepalen op welke manier ze hun taken uitvoeren, ondersteund door een overeenkomende filosofie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Waar doelen operationele concepten op?

A

Dit is de link tussen filosofie en praktijk (de focus)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Waar doelen de tactieken op?

A

Dit zijn de concrete gedragingen/aanpak

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Waar doelt de filosofie op?

A

Dit is het centrale idee/overtuiging

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Welke vier politiestrategieën zijn er?

A
  • Het Professionele Model (PM)
  • Community Policing (COP)
  • Problem Oriented Policing (POP)
  • Zero Tolerance Policing (ZTP)
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Het Professionele Model is ontstaan uit de kritiek op het vroegere politiewerk. Wat is hier kenmerkend aan het vroegere politiewerk?

A
  • Quasi-militair
  • Gericht op strafrechtelijke handhaving
  • Reactieve instelling
  • Politieagenten als crime-fighters
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Wat is de kritiek op het vroegere politiewerk?

A

Er was geen filosofie en veel discretionaire ruimte, wat leidt tot vriendjespolitiek, wreed handelen, discriminatie etc.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Uit de kritiek op het vroegere politiewerk maakt O.W. Wilson het Professionele Model. Wat zijn de doelen van het PM?

A
  • Meer controle –> bureaucratische autonomie (meer regels en verantwoording, maar wel discretionaire ruimte)
  • Efficiëntere organisatie
  • Focus op zware criminaliteit
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Wat zijn de middelen van het PM?

A
  • Hiërarchische lijnen –> meer controle
  • Technologie: zoals auto’s
  • Training: opleiden zodat focus op zware criminaliteit
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Wat zijn de drie cruciale componenten van politiewerk volgens het Professionele Model?

A
  • Opsporingsonderzoek
  • Snelle respons bij meldingen
  • Willekeurige, preventieve patrouille
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Wat is de kritiek op de effectiviteit en werkwijze van het PM?

A
  • Criminaliteit neemt toe
  • Ondanks controle veel discretionaire ruimte
  • Geen empirische ondersteuning voor de volgende componenten:
    Opsporing: lage ophelderingspercentages
    Snelle respons: kleine heterdaadkracht
    Willekeurige patrouilles: niet effectief (zie Kansas City Preventive Patrol Experiment)
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Wat is er getest in het Kansas City Preventive Patrol Experiment?

A

De hoofdvraag was: Zijn willekeurige preventieve patrouilles effectief?
- Onafhankelijke variabele –> frequentie patrouille: 5 reactieve gebieden, 5 proactieve gebieden, 5 controlegebieden
- Afhankelijke variabele: Voor- en nameting op gebied van criminaliteit, onveiligheidsgevoelens en de tevredenheid met de politie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Wat waren de resultaten van het Kansas City Preventive Patrol Experiment?

A

Willekeurige preventieve patrouille in herkenbare politievoertuigen heeft nauwelijks/geen toegevoegde waarde. Er is focus nodig

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Wat was de overige kritiek op het Professionele Model?

A
  • Politie is te afstandelijk: wij/zij-oriëntatie; ‘warrior’ mindset; ineffectief voor het beschermen en dienen van de gemeenschap
  • Autoritaire organisatiestructuur negatief voor medewerkers
  • Gedomineerd door mannen
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Wat is de filosofie, focus, organisatie en aanpak van het Professionele Model?

A
  • Filosofie: ‘Crime fighter’, ‘warrior’, aanpak zware criminaliteit
  • Focus: Reactief, incidentgericht, strafrechtelijke oplossingen
  • Organisatie: Centraal, hiërarchisch
  • Aanpak: Afstandelijk, top-down
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
17
Q

In de jaren ‘80 ontstond het concept ‘Community Policing (COP). Een definitie daarvan is “Community policing is a philosophy that promotes organizational strategies, which support the systematic use of partnerships and problem-solving techniques, to proactively address the immediate conditions that give rise to public safety issues such as crime, social disorder and fear of crime”. Maar er is eigenlijk geen eenduidige definitie. Wat zijn de kernelementen van Community Policing?

A
  • Gemeenschap centraal: partnerships; empowerment; burgerparticipatie; inspraak
  • Communicator/dienstverlener: geen crime fighters/warriors, maar guardians
  • Decentralisatie
  • Proactief, preventief en probleemgericht
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
18
Q

Wat zijn de tactieken van Community Policing (hoe worden deze kernelementen omgezet naar de praktijk)?

A
  • Patrouillepraktijken die persoonlijk contact bevorderen
  • Toegankelijke, gedecentraliseerde politiestations
  • Benoeming agenten op community-liaison posities
  • Consultatie- en andere processen om dialoog te bevorderen
  • Voorlichtingscampagnes over politie en preventie
  • Lokale preventie-initiatieven stimuleren (burgerwacht)
  • Outreach activiteiten naar hoogrisico-populaties
19
Q

Hoe ziet de implementatie van Community Policing eruit?

A
  • Wereldwijde opkomst in jaren ‘80
  • Brede adoptie van elementen van COP
  • Invloed op andere actoren in de strafrechtketen
    Maar: 9/11 en economische recessie
20
Q

Wat is de effectiviteit van Community Policing?

A

Er waren veel problemen bij het onderzoeken van effectiviteit van COP (o.a. vanwege definitieproblemen en verschillen in implementatie), maar er waren positieve effecten op angst voor misdrijven en publieke percepties van criminaliteit en politie, maar geen bewezen effecten op daadwerkelijke criminaliteit

21
Q

Wat was de kritiek op community policing?

A
  • Te soft
  • Inefficiënt
  • Gebrek aan focus hindert de (potentiële) effectiviteit) –> Hulpverlening is oneindig
  • Burgerparticipatie –> eigenrichting
  • Discrepantie tussen retoriek en realiteit
22
Q

Wat is de filosofie, focus, organisatie en aanpak van COP?

A
  • Filosofie: ‘Communicator’, ‘guardian’, relaties met gemeenschap
  • Focus: Proactief, diverse oplossingen
  • Organisatie: Decentraal, horizontaal
  • Aanpak: Interactief, met burgers en andere partners
23
Q

De derde politiestrategie is Problem Oriented Policing (POP). Wat is de filosofie hiervan?

A

Maatwerkoplossingen voor (systematische) problemen. De politie moet zich richten op een door burgers ervaren probleem. Onder zo’n probleem wordt verstaan: ‘a cluster of similar, related, or recurring incidents rather than a single incident; a substantive community concern; or a unit of police business.’

24
Q

Wat zijn de twee belangrijkste verschillen tussen PM en POP?

A
  1. PM is reactief, POP is proactief
  2. PM heeft een means-end syndrome. Het idee is dat de politie te maken heeft met strafrechtelijk onderzoek. Dat is het middel en dat wordt het doel. Alles focust op strafrechtelijk onderzoek en de wet.
    POP ziet de politie als een groep die erg veel verschillende taken heeft, waar strafrechtelijk onderzoek er maar één van is, maar er is natuurlijk ook hulpverlening en handhaving van de openbare orde
25
Q

Wat zijn de kernelementen van POP?

A
  • Onderliggende oorzaken aanpakken (geen quick fixes)
  • Wetenschappelijke methoden
  • Maatregelen op maat
  • Samenwerking
  • Proactief
  • Empirisch, Normatief & Wetenschappelijk
26
Q

Waaruit bestaat het SARA-model?

A
  • Scan: wat is het probleem –> identificeren van (terugkerende) problemen
  • Analyse: wat draagt bij aan het probleem? –> Analyseren onderliggende voorwaarden die ervoor zorgen dat het probleem blijft bestaan
  • Respons: hoe kunnen we het probleem oplossen? –> Implementeren van maatregelen op maat
  • Assessment: Evalueren van de effectiviteit van de maatregelen
27
Q

Hoe is de POP geïmplementeerd en wat zijn de nadelige gevolgen?

A

De principes van POP zijn wijdverspreid, maar ze zijn geplaagd door uitvoeringsproblemen (tijdsintensief, hoge werkdruk en retoriek vs. realiteit) en implementatieproblemen (analyse, response en assessment)

28
Q

Wat is de effectiviteit van Problem Oriented Policing?

A

Zelfs wanneer de POP gedeeltelijk is doorgevoerd (t.o.v. PM) laten experimentele designs bescheiden effecten zien en pre-post studies laten grote effecten zien –> Dus er is een brede empirische ondersteuning voor de positieve effecten op criminaliteit en wanorde en op angst voor misdrijven

29
Q

Wat is de filosofie, focus, organisatie en aanpak van POP?

A
  • Filosofie: Probleem-oplossend; onderliggende oorzaken
  • Focus: Proactief, diverse (creatieve) oplossingen
  • Organisatie: Speciale units (ideaalbeeld)
  • Aanpak: Interactief (maar gericht), integraal
30
Q

Community Policing staat erg tegenover Problem Oriented Policing qua filosofie. Hoe ziet dit eruit?

A
  • Community Policing: Opbouwen relaties met gemeenschap –> Probleemoplossend, burgerbetrokkenheid
  • Problem Oriented Policing: Effectief aanpakken problemen –> Diversificatie van aanpak van criminaliteit
31
Q

Wat is de filosofie van Zero Tolerance Policing (Lik-op-stuk-beleid)?

A

Afschrikken en ontmoedigen van criminaliteit.
Politieaanwezigheid en agressieve ordehandhaving, ook voor kleine vergrijpen, om afschrikkend effect te creëren en potentiële daders te ontmoedigen om misdrijven te plegen - ten minste in specifieke gebieden

32
Q

Wat zijn de kernelementen van zero tolerance policing?

A
  • Proactief - aanpakken kleine vergrijpen om erger te voorkomen
  • Strafrechtelijke handhaving
  • Zichtbare aanwezigheid van politieagenten
33
Q

Hoe ziet de Broken Windows Theory eruit?

A

Kleine vergrijpen/inbreuk orde –> verloedering –> zwaardere criminaliteit (en minder informele controle) –> minder informele controle

34
Q

Waar moet je volgens de Zero Tolerance Policing ingrijpen bij de Broken Windows Theory?

A

Een formele controle door de politie moet gedaan worden bij kleine vergrijpen/inbreuk van de orde, zodat er geen verloedering ontstaat

35
Q

Welke theorieën zijn de basis van ZTP?

A
  • Deterrence theory (afschrikking): Preventie door angst voor straf; straf moet snel, zwaar en zeker
  • Rationele keuze theorie: Criminaliteit is een keuze (kosten/batenafweging); invloed: pakkans, zwaarte straf
  • Routine activiteitentheorie: Preventie door aanwezigheid capabele beschermer/bewaker
36
Q

Wat is de kritiek op ZTP?

A
  • Jongeren komen onnodig in het strafrechtssysteem –> labeling theory
  • Kritische criminologie: Disproportioneel ingezet tegen minderheden; kan ongeoorloofd politiegeweld legitimeren
  • Negatieve gevolgen voor legitimiteit en publieke steun –> waarom verspillen jullie je tijd hieraan etc.
37
Q

Wat is de filosofie, focus, organisatie en aanpak van ZTP?

A
  • Filosofie: ‘Crime-fighting’; aanpak alle criminaliteit
  • Focus: Reactief en proactief; strafrechtelijke oplossingen
  • Organisatie: Centraal, hiërarchisch
  • Aanpak: Afstandelijk, top-down
38
Q

Noem de effectiviteit van de volgende theorieën: PM, COP, POP en ZTP op criminaliteit, veiligheidsgevoel en perceptie van de politie

A
  • PM: Criminaliteit: -
    Veiligheidsgevoel: -
    Perceptie politie: -
  • COP: Criminaliteit: ?
    Veiligheidsgevoel: +
    Perceptie politie: +
  • POP: Criminaliteit: +
    Veiligheidsgevoel: +
    Perceptie politie: ?
  • ZTP: Criminaliteit: -+
    Veiligheidsgevoel: ?
    Perceptie politie: -
39
Q

Wat is gebiedsgebonden politiezorg?

A

De basis van het politiewerk ligt in de wijk. Veiligheidsproblemen spelen zich immers grotendeels lokaal af. De politie is dan ook nauw verbonden met de lokale overheid en met de burgers in een gemeente. Een stevige lokale verankering van politiewerk is van cruciaal belang om de politietaak goed te kunnen uitoefenen. De politie geeft het lokaal politiewerk onder meer vorm door het bieden van basispolitiezorg waarbinnen de wijkagent een sleutelfunctie vervult.

40
Q

Wat zijn de basisprincipes van gebiedsgebonden politiezorg?

A
  • Probleemgericht werken: duurzame oplossingen; oorzaken analyseren; integrale aanpak; contextgedreven; flexibiliteit
  • Informatiegestuurd
  • Lokale verankering
41
Q

Hoe ziet de uitvoering van de rollen eruit?

A
  • Wijkagent = regisseur
  • Teamchef = aansturing
  • Medewerker gebiedsgebonden politiezorg (GGP) = facilitator
42
Q

Wat zijn de problemen in de uitvoering van gebiedsgebonden politiezorg?

A
  • Capaciteit: Focus op incidentafhandeling
  • Cultuur: GGP-medewerkers nog in ‘noodhulpstand’; wijkagent liever solist dan regisseur
  • Sturing: Teamchefs op afstand; proactief werken vs. repressieve prestaties
  • Informatiehuishouding: Informatie ongeschikt of onjuist
  • Aanwezigheid: Oog- en oorfunctie niet altijd waargemaakt
43
Q

Wat is de conclusie over politiestrategieën en hun gebruik in de praktijk?

A
  • Principes van alle strategieën zijn doorgesijpeld in de politiekorpsen –> maar meestal dominante strategie zichtbaar
  • Veel factoren bepalen welke politiestrategie wordt gebruikt
  • Ondanks gebiedsgebonden/probleemgerichte retoriek: nog veel gebruik van traditionele politiezorg
44
Q
A