HC2 Flashcards

1
Q

Wat zijn de drie politietaken?

A
  • Opsporing
  • Ordehandhaving
  • Hulpverlening
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Wat zijn de vier functies in basisteams?

A
  • Noodhulp
  • Wijkwerk
  • Opsporing
  • Intake
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Wie houdt toezicht op de politie?

A

De Inspectie van Justitie en Veiligheid

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Wat is opsporing?

A

Het onderzoek in verband met strafbare feiten onder gezag van de officier van justitie met als doel het nemen van strafvorderlijke beslissingen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Wat is er vereist voor het nemen van strafvorderlijke beslissingen?

A

Wettig en overtuigend bewijs

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Er ligt een spanningsveld bij de opsporing, waar ligt deze tussen?

A

Tussen het snel resultaat behalen en een gedetailleerde protocollering (steeds meer protocollen moeten volgen)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Volgens Kop (2014) zijn er drie criminaliteitssoorten. Welke zijn dat?

A
  • High Impact Crime: moord, doodslag, verkrachting etc.
  • Veel Voorkomende Criminaliteit: diefstal, inbraak etc.
  • Ondermijning: georganiseerde misdaad, waarbij de boven- en onderwereld samensmelten
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Wie zijn er betrokken bij de opsporing?

A
  • OvJ
  • Politie: verschillende teams en functies
  • Burgers: Burgerparticipatie, cocreatie, burgeropsporing
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Wat houdt burgerparticipatie in?

A

Hierbij worden burgers verzocht te helpen bij een zaak. Het initiatief komt vanuit de politie, denk aan opsporing verzocht

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Wat is cocreatie?

A

Wanneer een burger zelf als rechercheur te werk gaat

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Wat is burgeropsporing?

A

Wanneer burgers zelf het recht in eigen handen nemen, bv. pedojagers

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Wat zijn redenen waarom burgers meldingen maken?

A
  • Response efficacy: ze willen bijdragen aan een hogere veiligheid
  • Altruïstische waarden: mensen willen geloven in een rechtvaardige wereld en ze willen dat daders gestraft worden
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Wat is de multichannel aanpak?

A

Dit houdt in dat burgers op verschillende manieren aangifte kunnen doen, denk aan online of op het bureau

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

De politie wil graag dat burgers online aangifte doen, want dit scheelt veel tijd. Wat zijn daar de mogelijke gevolgen van?

A
  • Je mist een doelgroep, bv. de mensen die geen toegang hebben tot het internet
  • Je kan niet doorvragen, bv. wanneer iets onduidelijk is of wanneer ergens meer vragen over zijn
  • Het slachtoffer wordt op emotioneel gebied niet vervuld
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Op welke manieren kan de opsporing worden gedaan?

A
  • Incidentgerichte opsporing: Er is 1 incident, daar gaat de politie op af en onderzoeken
  • Probleemgerichte opsporing: Er is een reeks terugkerende incidenten. Dit is meer systematisch, het gaat om verbanden leggen en het komt bv. voor op dezelfde locatie of stad
  • Programma-/themagerichte opsporing: Dit gaat om grootschalige problematiek. Dit is vooral integraal, zoals drugsproblematiek en explosies, maar er wordt ook breder gekeken zoals naar gemeentecijfers en ggz, niet alleen binnen de politie
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Welke middelen mogen gebruikt worden bij de opsporing?

A
  • Bevoegdheden t.a.v. personen
  • Bevoegdheden t.a.v. voorwerpen
  • Steunbevoegdheden
  • Bijzondere opsporingsbevoegdheden
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
17
Q

Wat valt er onder bevoegdheden t.a.v. personen? Is dit zichtbaar of heimelijk?

A
  • Staande houding
  • Aanhouding
  • Voorlopige hechtenis
  • DNA etc.
    Dit is zichtbaar
18
Q

Wat valt er onder bevoegdheden t.a.v. voorwerpen? Is dit zichtbaar of heimelijk?

A
  • Inbeslagneming
    Dit is zichtbaar
19
Q

Wat valt er onder steunbevoegdheden?

A
  • Betreding of doorzoeking van plaatsen
  • Fouilleren etc.
    Dit is zichtbaar
20
Q

Wat valt er onder bijzondere opsporingsbevoegdheden?

A
  • Infiltratie
  • Pseudokoop/-dienstverlening
  • Stelselmatige observatie
    Dit is heimelijk
21
Q

Inspectie van J&V heeft onderzoek gedaan naar de opsporing in 2019. Wat waren de conclusies?

A
  • De onderdelen van de opsporing zijn te veel losse eilandjes
  • Er wordt onvoldoende geïnvesteerd in politieonderwijs (m.n. intelligence)
  • Er is hoge inzet op incidentgerichte opsporing, maar weinig capaciteit voor probleem/programmagerichte opsporing
22
Q

Wat houdt handhaving van de openbare orde in?

A
  • Orde vs. wanorde: Normale menselijke interactie die rust, vrede en voorspelbaarheid uitstraalt. Dit zegt iets over orde. Wanneer er sprake is van vervuiling of criminaliteit, is er sprake van wanorde en dat moet de politie gaan oplossen.
  • Klein- vs. grootschalige handhaving:. Kleine handhaving gaat vooral op hangjongeren en grootschalig bij voetbalwedstrijden. Het is daarbij belangrijk om peace te keepen en het reproduceren van orde.
23
Q

Als je de handhaving kleinschalig wil gaan doen, wat doe je dan?

A

Probleemsituaties waar nu iets aan moet worden gedaan, beheersbaar maken
Daarvoor zijn 2 opvattingen:
- Nauw (reactief)
- Breed (ook preventief) –> GebiedsGebonden Politie (GGP) is daar een goed voorbeeld van. De functies zijn vooral wijkwerk en noodhulp: kennen en gekend worden. Bouwt vertrouwen op.

24
Q

Als je grootschalige handhaving wil gaan doen hoe pak je dat aan?

A

Van public order management naar riot control. Er zijn 4 soorten aanpak:
- Public order management: Dit is wanneer er geen concreet event is, het gaat om de dagelijkse stand van zaken
- Crowd management: Voorafgaand aan het evenement kijken wat er nodig is, bv. eigen drank mee? Glazen of plastic bekers, gratis of niet etc.
- Crowd control: Op het evenement die voorafgestelde regels handhaven
- Riot control: Als het handhaven van die regels niet meer werkt, dan riot control. Dan komt de ME aan te pas

25
Q

Wie zijn er betrokken bij de handhaving? Wat zijn de functies?

A
  • De burgemeester: Hij heeft gezag, is verantwoordelijk
  • Politie (burgemeester heeft bevoegd gezag, politie richt zich op uitvoering)
  • Gemeentelijke handhavers
  • Particuliere beveiligers
  • RIEC
  • burgers zelf, maar zelfredzaamheid en gezag
    Vraag is of de andere handhavers wel hetzelfde gezag hebben als de politie
26
Q

Welke middelen hebben de verschillende betrokkenen bij de handhaving?

A
  • Politie: Gemeentewet/Wet Bibob, noodbevoegdheden, huis-/gebiedsverboden, sluiten van woningen en andere panden
  • Andere partijen: Bevoegdheden –> Het strafrecht schiet te kort, maar er is een groeiend beroep op bestuursrecht
27
Q

Politie legt soms druk uit op de burgemeester, bv. het sluiten van een pand. Wat zijn de gevolgen van de uitbreiding van bestuurlijke bevoegdheden van de burgemeester?

A
  • Rollen en verantwoordelijkheden lopen door elkaar en vervagen
  • Iedere partij kan eigen perspectief en doel hebben bv. leedtoevoeging als doel, ‘naming and shaming’, bestuursrecht als uitkomst en eisen van strafrecht vermeden, burgemeesters handelen onder druk en verschillend
  • Ook het criminele circuit maakt hier slim gebruik van –> bv. ander pand framen door bv. drugs te planten en daardoor te moeten sluiten, waardoor meer opbrengst voor eigen pand.
28
Q

De inspectie J&V heeft ook onderzoek gedaan naar de handhaving. Wat zijn de hoofdconclusies over de handhaving?

A
  • Belangrijke bron informatie ligt bij de handhaving (o.a. voor gemeenten, zorgpartners)
  • Lokale verankering van de politie is noodzakelijk om preventief te werken: wijkwerk is belangrijk om bindingen te maken met burgers, wat speelt er in de wijk, ingrijpen voor dat het escaleert
  • Gezicht naar burger
  • Gebrek aan tijd en capaciteit
    Dit kan leiden tot het feit dat de kennis en inzicht in problematiek van een wijk af neemt en tot repressieve uitvoeringsorganisatie (wordt vooral reactief gewerkt en niet meer preventief)
29
Q

Wat is noodhulp?

A
  • De politie is 24/7 beschikbaar via 112
  • Er is een continue stroom aan hulpvragen
  • De hulpverlenende taken en preventieve politiezorg zijn binnen het basisteam belegd. Binnen het basisteam is de permanente oog- en oorfunctie belegd. Wijkagenten zijn alert op signalen uit de wijk en rapporteren hierover ten behoeve van een adequate opvolging
30
Q

Ook hier deed de inspectie J&V onderzoek naar. Wat bleken de knelpunten van noodhulp?

A
  • Er is moeite met het doorgeleiden van personen met verward gedrag –> ze worden te lang vastgehouden, terwijl dat persoon gewoon naar de ggz moet worden gestuurd
  • Snelle aanwezigheid (binnen 15 min) in dunbevolkte gebieden (<90% gevallen), dus maar in 10% van de gevallen zijn ze er op tijd
  • Beschikbare capaciteit: weinig capaciteit
31
Q

De verhouding tussen de 3 taken: opsporing, handhaving van de openbare orde en noodhulp/hulpverlening wordt uitgevoerd door 4 functies. Hoe verhouden deze taken zich tot elkaar?

A

Er is een overlap tussen opsporing, noodhulp en handhaving en ook tussen 2 van de 3 taken, dus opsporing en noodhulp, opsporing en handhaving en noodhulp en handhaving. De OvJ is verantwoordelijk voor de opsporing en de burgemeester is verantwoordelijk voor de handhaving van de openbare orde en de noodhulp.

32
Q

Wat zijn de ontwikkelingen in de kerntakendiscussie? Welke ontwikkelingen hebben invloed op welke taak als het belangrijkst wordt gezien?

A
  • Ontwikkeling criminaliteit –> Afhankelijk van de ontwikkeling van criminaliteit zal een bepaalde taak belangrijker worden
  • IRT-affaire: Als er focus is op een bepaalde taak, dan wordt dat waarschijnlijk gezien als belangrijke taak
  • Ongunstige beeldvorming GGP: wijkwerk wordt gezien als softere politiewerk
  • Bedrijfsmatig denken: Als bedrijf wil je goede cijfers behalen, dat kan je vooral zien aan ophelderingspercentage, dus focus wordt gegeven aan opsporing, want dat zorgt voor makkelijke cijfers.
  • Politiek klimaat: Afhankelijk van welke partijen in het kabinet, wordt een bepaalde taak belangrijker.
33
Q

Wat zijn de verhoudingen van de kerntakendiscussie?

A

Smalle (1) vs brede (2) taakopvatting
1. Misdaadbestrijding, ernstige verstoringen, ‘echte’ noodhulp
2. Ook kleinschalige verstoringen en brede hulpverlening
Dit beide heeft voor- en nadelen. Vooral andere partijen moeten ‘oneigenlijke taken’ voor hun rekening nemen

34
Q

Politieagenten kunnen gezien worden als street-level bureaucraten. Wat zijn hier kenmerken van?

A

Workers who interact directly with citizens in the course of their job and who have a substantial discretion in the execution of their work
- Dichtbij burgers
- Uitvoerders beleid/gezicht van de overheid
- Poortwachters
- Discretionaire ruimte
- Beleidsmakers

35
Q

Welke factoren over de dader, politiemensen, organisatorische factoren en situationele factoren hebben invloed op de keuzes die politieagenten maken?

A
  • Daders: gedrag, geslacht/leeftijd, bekende, uiterlijk
  • Politiemensen: overtuigingen, normen en waarden, werkstijlen
  • Organisatorische factoren: werkdruk en capaciteit, regels en protocollen, politiecultuur
  • Situationele factoren: ernst delict, omstanders, algemene opvattingen van burgers
36
Q

Er zijn verschillende beslissingen die een agent moet maken. Welke beslissingen moet een agent maken bij een straatoptreden en welke vraag houdt dat in?

A
  • Bestemmingsbeslissing: Waar ga ik naartoe?
  • Interventiebeslissing: Wat doe ik met wat ik zie?
37
Q

Welke beslissingen moet een agent maken bij een situatieoptreden en welke vraag houdt dat in?

A
  • Bejegeningsbeslissing: Hoe behandel ik de burger?
  • Afhandelbeslissing: Hoe handel ik de situatie af?
38
Q

Er zijn patronen van betekenisgeving. Wat zijn de patronen van betekenisgeving voor een straatoptreden?

A
  • Oriënteren (bestemming) –> plekken die aandacht verdienen
  • Signaleren (interventie) –> overtreden van de wet; herkennen van bekende personen (police property)
39
Q

Wat zijn de patronen van een situatieoptreden?

A
  • Diagnosticeren (bejegening) –> vergelijken van verhalen - burenruzie
  • Oordelen (bejegening) –> moraliseren - respect tonen
  • Formaliseren (afhandel) –> reconstrueren - pv van bevindingen maken
40
Q

Ook zijn er verschillende soorten creatief gebruik van bevoegdheden, deze zijn illegaal. Wat zijn de soorten gebruik van bevoegdheden?

A
  • Niet inzetten van bevoegdheden
  • Misbruik van bevoegdheden
  • Oneigenlijk gebruik van bevoegdheden: aanhouden voor niet bij zich hebben van legitimatie
41
Q

Wat is de rol van de ICT, de functie van ICT en de menselijke bemoeienis met individuele gevallen voor een street-level agent, een screen-level agent en een systeem-level agent?

A

Rol ICT:
- street-level: ondersteunend
- screen-level: leidend
- systeem-level: beslissend
Functie ICT:
- street-level: registratie gegevens
- screen-level: beoordeling en virtuele lopende band
- systeem-level: uitvoering controle, externe communicatie
Menselijke bemoeienis met individuele gevallen
- street-level: volledig
- screen-level: gedeeltelijk
- systeem-level: weinig

42
Q
A