HC.2 Mitochondrien en energiehuishouding Flashcards

1
Q

Op welke manieren kan ATP worden verkregen

A

Anaerobe en aerobe wijze

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Wat is anaerobe wijze

A

zonder zuurstof, gebeurd in cytosol niks met mitochondrien

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Wat is aerobe wijze

A

Is met zuurstof

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Wat is de turn-over van ATP

A

ATP verbruik en (her)aanmaak

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

ATP verbruik

A

ATP –> ADP + Pi

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

ATP aanmaak

A

ADP + Pi –> ATP

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Hoe genereerd de cel energie

A

d.m.v. katabolyseren van koolhydraten, vetten en eiwitten (bij uitzondering)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Bij duratief energieverbruik dan voornamelijk …

A

Mitochondriale oxidatieve fosforylering

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Wat gebeurd er in binnen membraan mitochondrien

A

Daar vindt specifiek transport plaats waardoor er een protonengradient ontstaat en daar zo de ATP productie kan plaatsvinden.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Waarom alleen overerving van Mitochondrien via moederlijn>

A

Dit komt omdat alleen de kop van de spermacel in de eicel komt de mitochondrien in de staart niet.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Hoe vermenigvuldigen mito’s zich?

A

Dmv deling zoals bacterie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Mito’s delen veel dus kan ook defecte ontstaan wat kan er dan optreden?

A

Heteroplasmie= samenstelling van defecte en werkende mito’s binnen een weefsel

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Centraal bij aerobe synthese

A

Omzetting O2 naar H2O dmv H2

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Aerobe synthese is mogelijjk met

A

Glucose, vetzuren en glycogeen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Route glucose voor ATP

A

Glucose –> 2 pyruvaat moleculen - glycolyse ( in cytosol) = 2 ATP
Pyruvaat –> acetyl CoA ( mito) –> citroenzuurcyclus

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Wat gebeurd er bij alle processen om ATP te maken

A

Elektronen zoals NADH en FADH2 gebonden.

17
Q

Vetzuren met ATP

A

Uit omzetting worden elektronen aan NADH en FADH2 gebonden

18
Q

Verschil glucose en vetzuren

A

Bij vetziren kost de stap vetzuur naar vetzuur CoA ATP en levert dus niks op bij glucose wel

19
Q

Wat gebeurd er na vetzuur CoA

A

Wordt omgezet in acetyl CoA en daarna citroenzuurcylcus

20
Q

De OX voor NADH

A

NADH geeft elektronen af bij complex 1 en pompt tegen gradient in, elk worden doorgegeven aan 2 en 3. Bij 4 aangekomen worden elek afgegeven aan zuurstof.

21
Q

de OX voor FADH2

A

Is zelfde als NADH alleen geeft hij elek af bij complex 2

22
Q

Wat gebeurd er bij eiwitcomplex 4

A

Daar elektronen afgegeven aan zuurstof. Protonen kunnen met gradient mee worden gepompt door ATP-synthase. Hierbij wordt ADP en Pi gevormd tot ATP

23
Q

NADH en FADH2 leveren … per molecuul

A
NADH = 2,5 ATP
FADH2 = 1,5 ATP
24
Q

Hoe kan NADH toch door mito’s binnemembraan

A
  • malaat-aspertaatshuttle

- glycerol-3-fosfaatshuttle

25
Q

Wat is verschil tussen de shuttle’s

A

MA levert meer ATP op want die doet t met NADH en dat is 2,5 ATP ipv FADH2 1,5 ATP

26
Q

Wanneer anaerobe synthese

A

Wanneer niet genoeg O2 voor OF, in korte tijd veel NADH nodig

27
Q

Wat gebeurd er bij anaerobe synthese

A

Na glycolyse gaat pyruvaat niet naar mito maar wordt omgezet in lactaat.

28
Q

Waarom kan ADP snel worden gefosforyleerd bij anaerobe synthese

A

Door gebruik te maken van creatinefosfaat

29
Q

volgorde reacties;

A
  1. verbruik creatinefosfaat
  2. anarobe glycolyse
  3. aerobe glycolyse
  4. vetzuuroxidatie met name bij lange duur van lichte inspanning
30
Q

Wat is trigger mito ademhaling

A

ADP ontstaat in cytosol wordt naar matrix mito getransporteerd. Daar wordt het gepresenteerd = trigger

31
Q

Wat is AMP ( energiecrisismolecuul)

A

allosterische activator van PFK en katalyseert dus de anaerobe glycolyse. T –> AMP –> R vorm.

32
Q

Anaerobe synthese wordt gestimuleerd als uit … … ontstaat

A

ADP AMP