HC10 - Pathofysiologie van maagdarminfecties Flashcards
Overzicht: hoe werkte de fysiologie van de dikke darm ook al weer?
Hoeveel microben draag je mee?
1014, in tegenstelling tot 1013 gastheercellen
Wat heeft een bacterie nodig om zich te kunnen vestigen in een gastheer?
- Het moet zich kunnen bevestigen aan de gastheer
- Het moet kunnen overleven en vermeerderen onder lokale omstandigheden
- Het moet competitie aangaan met de commensale flora (moet de ‘kolonisatie resistentie’ kunnen weerstaan)
- Het moet de lokale afweermechanismen kunnen weerstaan
Op welke manieren kunnen bacteriën overleven en schade aanrichten in de gastheer?
Wat is het verschil tussen exo- en endotoxinen?
Hoe kunnen deze symptomen worden veroorzaakt?
Hoe werkt de pathofysiologie van malsecretie in de dunne darm?
Zolang de reserve capaciteit van de dikke darm niet overschreden wordt, en die nog voldoende op kan nemen zal er nog geen diarree ontstaan.
Welke eigenschappen heeft enterotoxigenic E. coli (ETEC) om te kunnen overleven in de darm en om schade aan te kunnen richten?
Het kapsel zorgt ervoor dat het niet wordt opgenomen door macrofagen, en het voorkomt complement activatie.
Dit zorgt voor malsecretie
Waarom kan ETEC zo goed aanhechten in de darm van jonge dieren?
De receptoren waar ze op aanhechten zijn in grotere getalen aanwezig in de darmen van jonge dieren.
Wat voor effect heeft de hitte stabiele variant van ETEC op de secretie?
ETEC stimuleert het GC enzym, wat zorgt voor meer cGMP. Hierdoor neemt secretie van chloor het lumen in toe, en wordt de opname van natrium en chloor geremd. Netto krijg je steeds meer elektrolyten in het lumen van je cel, wat vervolgens leidt tot extra water (en natrium dat meekomt)
Waarom is het belangrijk te weten welk soort fimbriae de ETEC stam gebruikt per diersoort?
Er is een correlatie tussen de soort fimbriae en de hitte stabiele en hitte labiele variant. Als je test op de fimbriae kun je er achter komen welke ETEC stam verantwoordelijk is voor de infectie. Dit kan ook bij preventie handig zijn.
Zorgt clostridium perfringens voor malsecretie, maldigestie of malabsorptie?
Maldigestie en malabsorptie
Wat heeft c. perfringens om te kunnen overleven/schade aan te kunnen brengen in de gastheer?
Normaal kan er een gering aantal aanwezig zijn. Bij veranderde omstandigheden (voer, antibiotica, infectie, verminderde motiliteit) kan het ineens opsteken. Ook kan het exotoxinen gaan produceren?
Hoe kun je C. perfringens typeren op basis van de exotoxinen die het uitscheidt?
Alfa: mild hemolytisch
Beta: erg hemolytisch / necrotiserend
Epsilon: kunnen ook endotheel / vaatschade veroorzaken
Hoe kunnen de endotoxinvan C. perfringens schade aanrichten aan de cellen?
Ze kunnen vrijwel alles kapot maken