HC09 - Pathologie van maagdarminfecties Flashcards

1
Q

Wat zijn oorzaken van malsecretie?

A
  • Verminderde opname NaCl
  • Verhoogde secretie van chloride
  • Veel paracellulair vochtverlies (bijv. bij grote ontstekingen)
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Wat is ostertagia ostertagi?

A

De belangrijkste maagdarmworm bij runderen. Deze worm zit in de lebmaag en veroorzaakt daar schade.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Wat voor parasiet is ostertagia ostertagi?

A

Een nematode met bursa

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Wat is de levenswijze van ostertagia ostertagi?

A

Een L3 larve ontwikkelt tot een L5 in de klierbuizen van de lebmaag.
Adulten leven op het slijmvlies van de lebmaag

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Wat is de normale situatie van eiwitvertering ook alweer?

A
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Wat gebeurt er met de eiwitvertering bij een infectie met ostertagia ostertagi?

A

De L3 larve gaat in een klierbuis zitten, en om naar een L5 larve te gaan gaat het groeien. De klierbuis moet dan snel meegroeien, waardoor je ongedifferentiëerde cellen krijgt in de klierbuis. Er ontstaat een hoge pH, waardoor pepspinogeen niet in pepsine wordt omgezet.
Pepsinogeen lekt dan weg, wat leidt tot protein losing enterophatie.
Dit leidt tot maldigestie.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Hoe verschilt de ernstigheid van de schade bij de verschillende lagen bij een parasitaire infectie?

A

Hoe dieper hoe meer schade het oplevert

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Welke symptomen zie je bij parasitaire infecties bij deze onderdelen van het MDK?

A
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Wanneer leidt infectie met ostertagia ostertagi tot verschijnselen?

A

Bij voldoende blootstelling, dus bij opname van veel L3 larven van het land. Bij slechts een paar opgenomen larven worden maar weinig klierbuizen aangetast en krijg je dus nog niet echt verschijnselen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Wat zijn de specifieke verschijnselen van ostertagiose?

A
  • Groei vertraging
  • Slechte eetlust
  • Diarree
  • Verminderde melkproductie
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Op welke verschillende manieren kunnen virale enteritiden de darmwand beschadigen?

A

Ze hebben allemaal een verschillende plek waar ze repliceren en waar ze dus voor schade zorgen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Hoe kunnen coronavirussen voor schade zorgen in de darmen?

A

Het is een RNA virus met een envelop, die zorgt voor een lokale infectie van de darm.
Het heeft tropisme voor de toppen van de villi. Dit zorgt voor vlokatrofie en cryptehyperplasie; oftewel hyperregeneratieve vlokatrofie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Waar en hoe ontstaat de infectie met coronavirus?

A

Door feco-orale opname komt het virus in de darm terecht waar het zorgt voor een infectie van de toppen van de villi

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Wat zijn de verschijnselen van feline enterisch CoV?

A

Het is meestal een subklinische infectie, en leidt tot milde klachte van diarree (en braken).
Er is een mutatie mogelijk (waardoor het in macrofagen gaat vermenigvuldigen i.p.v. in de enterocyten) tot de verwekker van Feline infectieuze peritonitis (FIP)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Wat is de pathogenese van canine parvovirus?

A

Het is een DNA virus zonder envelop wat leidt tot een systemische infectie.
Het tropisme is snel-delende cellen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Wanneer leidt infectie met parvovirus tot verschijnselen?

A

Dat is afhankelijk van de immuniteit.
Jonge honden vertonen eerder symptomen dan oudere honden.

17
Q

Welke symptomen krijg je bij canine parvovirus?

A
  • Acute hemorragische enteritis
  • Necrose crypten
  • Hyporegeneratieve vlokatrofie
18
Q

Hoe kunnen corona en parvovirus samen zorgen voor ernstige hyporegeneratieve vlokatrofie?

A
19
Q

Wat zijn protozoa ook alweer?

A

Eencellige parasieten

20
Q

Hoe ziet de levenscyclus van giardia duodenalis er uit?

A

Het heeft een directe levenscyclus.
De cyste is het infectieuze stadium. Als het wordt opgenomen scheidt de cyste zich af en komt er een trophozoïet uit. Deze bedekt het darmepitheel en blijft het hele verloop in het lumen zitten. Als het eenmaal in de dikke darm komt vormt het weer een cyste om zo in de buitenwereld te kunnen overleven.

21
Q

Hoe reproduceert giardia?

A

Door ongeslachtelijke voortplanting; binaire fusie.

22
Q

Waarom zie je specifieke verschijnselen bij Giardia?

A

De trophozoïeten bedekken dan op zo’n manier de darmwand dat uitwisseling van nutriënten moeilijk wordt

23
Q

Wat zijn de verschijnselen van Giardiose?

A
  • Gewichtsverlies/groeivertraging
  • Chronische dunne darm diarree
  • Steatorrhea
  • Eventueel braken
  • Vaak intermitterende klachten
24
Q

Wat is steatorrhea?

A

Te veel vet in de feces

25
Q

Hoe ziet de levenscyclus van tritrichomonas foetus er uit?

A

Die kan geen cyste om zich heen vormen bij uitscheiding, en daar moet dus een veel directere overdracht plaatsvinden om de ziekte te verspreiden.
Het leidt tot chronische dikke darm diarree.

26
Q

Door welke coccidiën wordt coccidiose veroorzaakt?

A
  • Eimeria spp. (herbivoren, vogels, exoten)
  • Cysto-isospora spp. (carnivoren)
  • Isospora spp. (varken en mens)
27
Q
A

Het infectieuze stadium is een gesporuleerde oöcyst. In elke oöcyst zitten 4 sporocysten met in elke 2 sporozoïeten.
Dit vormt uiteindelijk een schizont, die ongeslachtelijke voortplanting doet en merozoïeten vormt. Dit gebeurt nog een aantal keer (verschillend per soort), waarna elke merozoïet een microgameet of macrogameet (man/vrouw). Dit gaat elkaar bevruchten om een oöcyst te vormen. Dit gaat het organisme uit en gaat in de omgeving sporuleren.