HC.1: Microscopische structuur van de lever Flashcards
regel van 2 van de lever
De lever is het tweede grootste en tweede meest complexe orgaan van het lichaam en maakt 2 procent van het totale lichaamsgewicht uit. De lever bestaat uit 2 lobben en heeft een tweeledige bloedtoevoer
Bloedtoevoer naar de lever
Het grootste volume bloed komt via de vena portae de lever binnen, afkomstige van de maag, milt en darmen. Dit bloed is rijk aan nutriënten. De a. hepatica propria voorziet de lever van zuurstofrijk vloed.
Triade in de lever
De a. hepatica propria, ductus hepaticus en vena portae vormen samen een triade. Een triade is een combinatie van structuren die samen naar een hepaticus lobulus gaat. In het midden van een lobje wordt het bloed afgevoerd via een centrale vene die uiteindelijk uitmondt in de vena cava inferior.
Functionele eenheid van de lever
Het kleinste deel van de lever dat zelfstandig een functie kan uitvoeren
in de lever is deze nog niet volledig gedefinieerd en er zijn drie mogelijkheden
- Hexagonale lobulus
- Acinus
- Primaire lobulus
Hexagonale lobulus
De hexagonale lobulus heeft in zes hoeken een portale truncus met drie galwegen, een arteriole en een portale venule. Centraal lig een vene. Tussen het portale gebied en de centrale vene ligt een sinusoidaal systeem, bestaande uit sinumoïden. Het bloed loopt van het portale gebied naar de centrale vene. Het ligt ingebed in bindweefsel met enkele lymfocyten en mestcellen. Er zijn lymfevaten en een zenuwtakje aanwezig.
De gal canaliculus verzamelt gal en loopt van het centrum naar de periferie. Bloed stroomt juist van de periferie naar het centrum. Er heerst dus een tegenstroomprincipe.
Acinus
Bij de acinus, ofwel portocentrische structuur staat het portale gebied centraal. Vanuit dit portale gebied ontspringen penetrerende portale venen die over de zijvlakken van de hexagonale lobulus lopen.
Vanaf hier lopen sinusoïden richting de centrale vene.
De zone die het dichtste bij de penetrerende vene ligt, ontvangt het meeste bloed (zuurstofrijk en nutrientrijk) en wordt zone 1 genoemd.
Verder weg van de penetrerende vene ontvangen de hepatocyten minder zuurstof en nutriënten.
De zone het dichtst bij de centrale vene en daarmee het verst van de penetrerende vene is zone 3. Bij ischemie zijn de cellen in zone 3 het eerst en meest aangedaan.
Primaire lobulus
De primaire lobulus structuur is een combinatie van de bovenstaande structuren. De primaire lobulus is het deel van het portale gebied met twee penetrerende venen via het sinusoïdale systeem tot aan de centrale vene.
Hier bevat de functionele eenheid een toevoer, een capillair vaatbed en een afvoer.
Een hexagonale lobulus bevat vijf of zes primaire lobuli en vormt zo de secundaire lobuli.
Hepatocyten, histologie
Hepatocyten (die 80% van het volume van de lever beslaan) zijn gerangschikt in een cellaag dikke platen. Het zijn polygonale cellen met een of meerdere cellen. De cellen hebben een eosinofiel granulair en glycogeen-rijk cytoplasma.
De hepatocyten grenzen aan drie structuren: aan andere hepatocyten, aan de galcanaliculi en de sinusoïden. Tussen de hepatocyten zitten de gal canaliculi. Aan de apicale membraan van de hepatocyt vindt galuitscheiding plaats. De basolaterale membraan van de hepatocyt grenst aan de sinusoïde.
Daarnaast bevatten de hepatocyten veel glycogeen en hebben ze erg grote celkernen en veel mitochondriën.
Hepatocyten, functie
De hepatocyten zijn verantwoordelijk voor eiwitsynthese, productie van galzouten, ijzermetabolisme, vetmetabolisme, detoxificatie en het verwerken van aminozuren.
Sinusoiden
De sinusoïden zijn capillairen die sterk gefenestreerd zijn. Ze zijn bekleed met gespecialiseerd endotheel met een gefenestreerde basaalmembraan (hyper-fenestratie).
Door de grote fenestrae is de uitwisseling van nutriënten en zuurstof/CO2 tussen bloed en hepatocyten makkelijk.
De sinusoïden hebben aan de luminale zijde Huppffereffect (macrofagen) en T-lymfocyten (immuunregulatie). Deze twee cellen zijn verantwoordelijk voor de afweer in de lever.
Ruimte van Disse
Tussen het sinusoidaal endotheel en de hepatocyten bevindt zich de ruimte van Disse. In de ruimte van Disse zitten hepatic stellate cellen (HSC). De cellen zorgen voor antigeenpresentatie, opslag van vitamine A, bloeddoorstroming (uitwisseling) en myofibroblasten ten behoeve van de fibrineogenese en productie van de extracellulaire matrix.
Daarnaast bevat de ruimte van Disse zenuwen en extracellulaire matrix (reticuline).
Galgang
Een galgang is in een doorsnede te herkennen aan een ronde parelketting, door alle kernen die zich bevinden in de cellen.
De galgang bestaat uit een laag kubisch epitheel.
In de galgangen liggen galcanaliculi. Daarin liggen de kanaaltjes van Hering. Deels zijn deze bekleed met hepatocyten en deels met galgang epitheel. Ze liggen op de overgang naar het portale veld en vormen het progenitor-cel compartiment. Deze maken galgangen en de hepatocyten.
De gal-ductuli hebben kubisch tot laag cilindrisch epitheel en ze zijn omgeven dor een basaalmembraan (bindweefsel).
De lymfatische vaten liggen in het portale gebied.
De zenuwen liggen ook voornamelijk in de grote portale gebieden.
Daarna lopen ze met de sinusoïden mee.