HC1 Flashcards
Als je iets hoort, dan vorm je daar vaak zelf een mening, een voorspelling of een theorie over. Op basis van welke bronnen wordt die voorspelling of theorie gevormd?
- Persoonlijke ervaringen
- Media (ervaringen van anderen)
- Autoriteit (ouders, leraar)
- Consensus (traditie, religie, politieke stroming)
Maar wat zijn de mogelijke fouten die je maakt bij het vormen van een voorspelling of theorie?
- Gebrekkige/selectieve waarneming
- Overgeneralisatie
- Persoonlijke betrokkenheid bij het onderwerp
- Onlogisch of onvolledig redeneren (elliptisch)
- Partiële verklaring
Wat is een theorie?
Wetenschappelijke theorieën zijn voorlopige antwoorden op kennisvragen, gebaseerd op nauwkeurig omschreven samenhangen tussen observeerbare gebeurtenissen.
Waarom zijn theorieën altijd voorlopig?
- Omdat nieuw empirisch onderzoek feiten kan opleveren die niet in overeenstemming met de huidige theorie zijn (scepticisme)
- Omdat de algemene uitspraken waarop de theorie is gebaseerd, zelf onderwerp van verklaring kunnen worden gemaakt
Wetenschappelijke theorieën zijn voorlopige antwoorden op kennisvragen. Leg uit waarom het antwoorden op kennisvragen zijn.
- Op bepaalde momenten zijn er weer andere kennisvragen die als probleem worden ervaren.
- Theorieën worden geformuleerd als (voorlopige) antwoorden op de bestaande kennisvragen. Theorieën zijn dan nooit volledig accurate beschrijvingen van de werkelijkheid (the map is not the territory)
- Antwoord op kennisvragen is vaak het startpunt van handelen (ideas have consequences): theorieën gebaseerd op onjuiste premissen kunnen ‘werken’ denk aan mensen worden ziek door stank.
Wat houdt ‘ideas have consequences’ in?
Theorieën die mensen bedenken zijn gebaseerd op hun ervaringen en sociale omgeving. Als mensen een theorie bedenken over het ontstaan van criminaliteit, dan zullen mensen ook altijd zorgen voor een beleid om criminaliteit tegen te gaan. Beleid is gebaseerd op theorie. Als iemands sociale context verandert, dan verandert dat de huidige theorie en als een theorie niet meer lijkt te kloppen, dan valt een beleid ook uit elkaar
Wetenschappelijke theorieën zijn voorlopige antwoorden op kennisvragen, gebaseerd op nauwkeurig omschreven samenhangen. Wat wordt er bedoeld met nauwkeurig omschreven samenhangen?
Wetenschappelijke theorieën moeten zo zijn opgesteld dat toetsbare hypothesen kunnen worden afgeleid
Wetenschappelijke theorieën zijn voorlopige antwoorden op kennisvragen, gebaseerd op nauwkeurig omschreven samenhangen tussen observeerbare gebeurtenissen. Waarom moet het gaan om observeerbare gebeurtenissen?
In de theorie gehanteerde begrippen moeten voldoende operationaliseerbaar zijn, denk aan Annunaki
Wat zijn de elementen van een theorie en wat houdt dit in?
- Object: de eenheden waarover de theorie uitspraak doet
- Explanans: de verklaring/het mechanisme (bv. mensbeeld)
- Explanandum: dat wat de theorie verklaart
Vb. Jongens (object) met delinquente vrienden (explanans) zijn vaker zelf delinquent (explanandum)
Wat is de operationalisatie? Wat zijn het object, de explanans en het explanandum bij de operationalisatie?
Het vertalen van theoretische eigenschappen in waarneembare variabelen. Dit is een voorwaarde voor de toetsbaarheid.
- Object: steekproefkader
- Explanans: (on)volledige weergave van theoretische concepten
- Explanandum: onder/overrapportage; gedrag individu of gedrag strafrechtelijk systeem; verklaringsniveau
Welke verklaringsniveaus zijn er?
- Micro-theorieën (individueel gedrag, sociaal proces): individuele verschillen
- Macro-theorieën (epidemiologie, sociale structuur): samenleving en groepspatronen in crimineel gedrag. Macro-theorieën verklaren verschillen tussen groepen, maatschappelijke klassen, buurten en samenlevingen met behulp van verschillen in hun sociale of culturele kenmerken
Wat is een ecologische fout?
Verbanden die op macroniveau gelden aannemen dat die ook op microniveau gelden bv. veel ooievaars en baby’s op hetzelfde geografische gebied, dat betekent dat ooievaars baby’s brengen.
Wat is causaliteit, wat is er voor nodig en wat is voldoende?
Om te kunnen spreken van een ‘oorzaak’ moet X nodig zijn en voldoende om Y te doen plaatsvinden.
- Nodig: zonder X komt Y niet voor
- Voldoende: Y komt altijd voor bij X
Helaas is er geen enkele criminologische verklaring die voldoet aan beide eisen. Wat wordt er dan gebruikt?
Soft determinisme (Matza, 1964): Een probabilistisch concept van oorzakelijkheid
Wat is een theorie volgens Karl Popper?
Theories are nets cast to catch ‘the world’: to rationalizae, to explain and to master it