HC 9: ventilatie-perfusie verhoudingen Flashcards
Waaruit bestaat de dode ruimte?
- Anatomische dode ruimte: trachea 150 ml
- Fysiologisch dode ruimte: alveolaire dode ruimte, alveoli waar geen bloed langs stroomt
V/Q:
Ventilatie perfusie verhouding is normaal 1
- V/Q > 1 (oneindig): dode ruimte, door bv embolie (veel ventilatie maar geen perfusie)
- V/Q = 0: Geen ventilatie, shunt
Shunt:
Mismatch ventilatie en perfusie, ontstaat een fractie niet geoxineerd bloed.
Anatomische shunt:
Longslagader en longvene zijn verbonden zonder capillairen en er komt dus zuurstofarm bij zuurstofrijk bloed
Rechts > links shunt intracardiaal, AV aalformaties
Dode ruimte ventilatie:
Geen perfusie wel ventilatie. Bij longembolie of longemfyseem (verlies oppervlak en vaatarmoede)
Ventilatie en perfusie basaal vs apicaal:
- Alveoli groot apicaal
- Alveoli klein basaal
Door opgetrommelde alveoli kan er meeste volumeverandering en dus ventilatie basaal plaats vinden. Ook perfusie basaal gorter, door zwaartekracht
Hoe reguleert de long zelf zijn perfusie?
Hypoxische pulmonaire vasoconstrictie: bij veel doorbloeding maar geen ventilatie doet de long aan vasoconstrictie om de shunt tegen te gaan. De goed geventileerde longen krijgen meer bloed