HC 1: longvolume en longkarakteristieken Flashcards

1
Q

Welke 3 processen spelen zich af in de long?

A
  • Ventilatie: de longen vullen zich met lucht
  • Perfusie: er stroomt bloed door de longen
  • Diffusie: de longen wisselen CO2 en O2 uit
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Hoe bereken je het RV?

A
  • Heliumverdunning
  • Stikstofuitwas
  • Bodyplethysmografie
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Wat is de karakteristieke verdeling van longvolumina?

A

RV = 25% TLC
FRC = 50% TLC

RV neemt toe bij ouderdom en emfyseem. Bij emfyseem stijgt ook de tlc

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Hoe werkt de helium verdunningsmethode?

A

Helium rustig inademen, zodat het door de hele long verspreid. In laten werken voor 9 minuten dan uitademing meten.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Hoe zie je een obstructie en restrictie terug in dynamische longvolumes?

A
  • Bij obstructie is uitademen belemmerd en duurt het langer
  • Bij restrictie is de hoeveelheid die uitgeademd wordt kleiner
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Wat is een spirogram en wat is een flow-volume curve?

A
  • Spirogram meet volumes, de flow is dan de afgeleide
  • pneumotochraag meet flows, volumes via integratie
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Voordelen flow-volume curve?

A
  • Karakteristieke vormen curve bij ziektebeelden
  • Fouten in test snel zichtbaar
  • Luchtweerstand op te sporen door stroomsterkte
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Wanneer heb je goed geblazen?

A
  • Steil omhoog bij uitademing
  • Enkele scherpe piek
  • Geleidelijk naar 0 teruglopen
  • Gesloten curve
  • Geen artefacten

Onderzoek moet minstens 3x goed afgenomen zijn en mag maar max 8 x gedaan worden

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Wat zijn karakteristieke FV curves?

A
  • Bij obstructie is de flow volume curve korter (y-as), in erge mate ook kerktoren effect
  • Bij restrictie is de flow volume curve kleiner, ook op de x-as (altijd een suggestie)
  • Bij extrathoracale stenose heb je een afplatting van de inademing
  • Bij intrathoracale stenose heb je afplatting van de uitademing
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Waarop zijn referentiewaarden gebaseerd?

A

Zelfde leeftijd, lengte, etniciteit en geslacht

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Welke verbanden zie je tussen de longvolumes en de karakteristieken?

A
  • Leeftijd en longvolumes zijn negatief gecorreleerd
  • Geslacht: mannen bij zelfde leeftijd en lengte grotere longen
  • Lengte: iemand van grotere lengte heeft meer longvolume
  • Etniciteit: afro-amerikaans ras heeft bij zelfde lengte kleinere longen
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly