HC 5: transport bloedgassen en zuurbase evenwicht Flashcards

1
Q

Gastransport als er geen Hb was:

A

O2 verbruik: 250 ml/min. Er wordt 3ml/L opgelost in bloed, met 5 liter bloed betekent dit dat je 15 ml per minuut kan transporteren in arterieel bloed
CO2 verbruik: 200 ml/min. Je kan in het veneuze bloed 33ml/L vervoeren, dus 165ml/min opgelost

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Wat zegt de pO2?

A

De pO2 zegt niets over de zuurstoftransport capaciteit, het zegt iets over hoeveel Hb er aanwezig is en hoeveel zuurstof is gebonden. (er kan maar heel weinig O2 los oplossen in het bloed)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Hoe is de opbouw van hemoglobine?

A
  • 2 Alfa globine units
  • 2 Beta globine units

Unit bevat 1 heemgroep met ijzer in het midden (Fe2+)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Variaties hemoglobine?

A
  • HbA1: alfa2,beta2 (97%)
  • HbA2: alfa2delta2 (2%)
  • HBF: alfa2gamma2 zie je veel bij embryo’s (bindt zuurstof beter)
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Waar bindt O2 aan hemoglobine en hoe werkt dit?

A

Aan de Fe2+ groep. Als zuurstof wil binden moeten in alle 4 de units iets veranderen, dat gebeurt dus niet bij een lage PO2. Als er eenmaal 1 zuurstof is gebonden zal de rest ook makkelijker binden, sigmoidaal verband

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Wat is myoglobine?

A

Myoglobine zit in de spieren en bestaat uit 1 unit. Het kan dus heel makkelijk zuurstof binden, maar heel lastig loslaten, de pO2 moet heel erg dalen.
Functie is lokaal zuurstof afgeven in spieren bij mitochondriën (soort opslag/reserve)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Waarom is de binding van zuurstof aan Hb moeilijk bij lage pO2?

A

In erytrocyten is 2,3-BPG (biphosphoglyceraat) aanwezig dit is negatief geladen en past dus bij de ijzergroep in HB. Bij binden van zuurstof kan dit de vormverandering tegen gaan die hiervoor nodig is. Het is 1 op 1 aanwezig. Dus bij lage pO2 wordt binden nog lastiger, versterkt sigmoidale vorm (dus zuurstof sneller afgegeven)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Wat gebeurt er op grote hoogte?

A

2,3-bpg neemt relatief toe, ondanks dat hb ook stijgt. Hierdoor wordt zuurstof sneller afgegeven.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Wat is het Bohr-effect?

A

Bij inspanning komt er zuur en co2 vrij. De pH gaat dalen en de pCO2 stijgen, hierdoor is er rechtsverschuiving van de verzadigingscurve en wordt zuurstof makkelijker losgelaten.

Dit komt doordat CO2 kan ook nog eens binden aan de NH2 groep van Hb, H+ doet hetzelfde waardoor de affiniteit voor Hb verkleint.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Hoe wordt CO2 getransporteerd door het bloed?

A
  • Opgelost in plasma (10%, deels als CO2 deels als bicarbonaat zonder CA reactie)
  • Via bicarbonaat HCO3- (69%, met CA)
  • Gebonden aan eiwit (carbamino-hemoglobine) (21%)
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Stoornissen bloed gas transport:

A
  • Verworven:
  • Anemie: hemolytisch (afbraak rode bloedcellen), erythropoietisch (te weinig rode bloedcellen)
  • MetHb (gemethyleerd Hb): oxidatie Fe2+ –> Fe3+
  • Carboxy Hb (CO vergiftiging)
  • Aangeboren:
  • Sikkelcenamie, erytrocyten niet biconcaaf en afwijking beta globine
  • Alfa/beta thalassemia: disbalans tussen aantal alfa en beta globine
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Anemie vs Carboxy Hb:

A
  • Bij anemie is er minder Hb (dus curve 50%), maar werking is gelijk (sigmoidaal)
  • Bij CarboxyHb, bindt CO want 240 x hogere affiniteit, bij binding zorgt het ervoor dat rest O2 niet loslaat.
    Leidt heel snel ook tot 50% (werking ook anders, bij hoge pO2 al snel overheersend)
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Hoe kan thalassemie ontstaan?

A

Door beta genen die disfunctioneel globines produceren, waardoor veel goede alfa globines overblijven die de vorm van erytrocyten dan verstoren.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Chemoreceptoren:

A
  • In hypothalamus: meet pCO2, CO2 kan vrij over bloedhersenbarriere, als CO2 stijgt in de cellen gaat het evenwicht naar H+, dus pH daalt
  • perifeer: aortic bodies en carotid bodies bevatten glomuscellen (aorta en sinus carotis), meten pO2 maar ook gevoelig voor pH en pCO2
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Wat doen de perifere chemoreceptoren?

A

Glomuscellen zijn gevoelig voor pO2, bij pCO2 stijging en pH daling zullen ze echter gevoeliger worden en toch ademfrequentie omhoog gooien.
Meten na de longen, om te kijken of de longen goed hun werk doen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Hoe wordt er gereageerd bij hypo/hyperventilatie?

A

Hyperventilatie: pO2 stijgt, pCO2 daalt, pH stijgt —> alkalose
Hypoventilatie: pO2 daalt, pCO2 stijgt, pH daalt –> acidose

17
Q

Soorten bindingen aan hb:

A
  • Normaal hemoglobine met zuurstof = geoxineerd hemoglobine
  • Geoxideerd hemoglobine = MetHb (Fe3+)
  • CarboxyHb = hemoglobine met CO
  • Hb met CO2 = carbaminohemoglobine