HC 9: advisering Flashcards

1
Q

advisering

A

output van de diagnostische cyclus

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

wat is de output van de diagnostische cyclus?

A

advisering

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

wat zijn valkuilen tijdens advisering?

A
  • vakjargon gebruiken, niet duidelijk zijn
  • niet de hulpvraag in je achterhoofd hebben
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

wat neem je mee in de voorbereiding van advisering?

A
  1. opzet
  2. inhoud
  3. doelen
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

wat je meeneemt in de voorbereiding van advisering: opzet

A

a. WIE nodig je uit? (enkel cliënt, ook ouders, ook partner? etc.)
b. WAAR ga je afspreken? (instelling, thuis, school etc.)
c. HOE LANG gaat het duren?

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

wat je meeneemt in de voorbereiding van advisering: inhoud

A

a. WAT moet er besproken worden? (onderkenning, verklaring, aanbeveling etc.)
b. HOE breng je die informatie?
c. WAT wil je nog weten van de cliënt
d. WELKE afspraken maak je?

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

wat je meeneemt in de voorbereiding van advisering: doelen

A
  1. informatie geven
  2. controleren
  3. overleggen
  4. inwinnen van informatie
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

wat je meeneemt in de voorbereiding van advisering: doelen: doel 1 informatie geven

A
  • integratief beeld, argumenten vanuit de indicatieanalyse, uiteindelijke aanbeveling
  • geef onderbouwing van de aanbeveling, klinisch en wetenschappelijk
  • stem info af op referentiekader van de cliënt
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

wat je meeneemt in de voorbereiding van advisering: doelen: doel 2 controleren

A
  • controleren van het verrichte werk a.d.h.v. reacties van de cliënt
  • is de cliënt het ermee eens? overeenkomst met verwachtingen?
  • kijk naar verbaal- en non-verbaal gedrag
  • tot consensus komen
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

wat je meeneemt in de voorbereiding van advisering: doelen: doel 3 overleggen

A
  • via overleg tot overeenstemming komen omtrent aanbevelingen en voorkeur van de cliënt
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

wat je meeneemt in de voorbereiding van advisering: doelen: doel 4 inwinnen van informatie

A
  • inwinnen van informatie met oog op invulling van het gekozen advies
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

gespreksmodussen

A
  • a.d.h.v. doelen
  • en het type gesprek
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

de verschillende gespreksmodussen

A
  1. informatiemodus
  2. consesusmodus
  3. beïnvloedingsmodus
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

informatiemodus

A
  • praten met als doel het uitwisselen, overdragen en verzamelen van informatie
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

consensusmodus

A
  • overleggen met als doel om consensus te behalen
  • bijvoorbeeld over aanbevelingen
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

beïnvloedingsmodus

A
  • praten met als doel om het handelen/gedrag van een cliënt te beïnvloeden/veranderen
17
Q

stappen van een adviesgesprek:

A
  1. voorbereiden
  2. voorlichting aan cliënt (informatiemodus)
  3. controle door de diagnosticus
  4. overleg over de aanbeveling (consensus- en beïnvloedingsmodus)
  5. concretisering van gekozen advies (informatie- en consensusmodus)
  6. afronding
18
Q

welke modus hoort bij stap 2. voorlichting aan de cliënt bij een adviesgesprek?

A

informatiemodus

19
Q

welke modus/modi hoort bij stap 4. overleg over de aanbeveling bij een adviesgesprek?

A

consensusmodus en beïnvloedingsmodus

20
Q

welke modus/modi hoort bij stap 5. concretisering van het gekozen advies bij een adviesgesprek?

A

informatiemodus en consensusmodus

21
Q

hoe moet je omgaan met weerstand?

A
  • constructief
  • probeer het te begrijpen
  • ga er NIET tegenin
  • signaleer en benoem het (waardoor komt het?)
  • vraag om suggesties en oplossingen, gericht op toekomst