HC 8: Stemmingsstoornissen Flashcards
Depressie
unipolair, recidiverend en overwegend terneergeslagen gevoel
Bipolaire stoornis
afwisseling tussen manie en depressie
Persisent depressive disorder
Een chronische vorm van Major Depressive Disorder, waarbij je 1 grote episode hebt. Deze stemming duurt minimaal 1 jaar bij jongeren, en 2 jaar bij volwassenen.
In vergelijking met MDD hebben deze persoon minder intense klachten, maar houden deze wel langer aan.
Disruptieve stemmingsregulatiestoornis (DMDD)
Een aanhoudende irritatie/prikkelbaarheid met frequente uitbarstingen die zich verbaal/in gedrag manifesteren. Wanneer het terugkerend is en de driftbuiten qua intensiteit en duur niet te relateren zijn aan bepaalde gebeurtenis/trigger moet je denken aan DMDD. Het wordt vastgesteld bij kinderen onder de 10 jaar
Hypomane episode
Een manische episode horende bij bipolaire stoornis, maar waarbij er geen duidelijke verslechtering in sociale of academische functioneren is wat mogelijk leidt tot ziekenhuisopname
Non-Suicidal Self Injury Disorder (NSSI)
Dit is een stemmingsstoornis waarbij iemand destructief is ten aanzien van het eigen lichaam, zonder de intentie om zelfmoord te plegen. Het gaat hierbij om zelfdestructief gedrag/mutilatie. Je doet dit om weg te komen van een negatief gevoel of negatieve cognitie
Het werner effect
een stijging in het aantal zelfmoorden na berichtgeving over een bekende zelfmoord.
Multilevel model of depression
Oorzaken voor depressie verklaren. Dit vanuit twee cirkels;
buitenste cirkel focust op macro systeem. Binnenste cirkel focust op micro- en mesosysteem. Daarnaast zijn er ook nog individuele verschillen op observeerbare, tussenprocessen en genetische manieren
Hoplessness theory of Depression: Ambramson
Er is sprake van een negatieve cognitieve stijl; persoon heeft negatief zelfbeeld en wijten negatieve gebeurtenissen aan globale en stabiele oorzaken. Ze hebben het idee dat deze gebeurtenissen desastreuze gevolgen hebben; hebben het gevoel dat ze de controle willen verliezen.
Cognitieve theorie van Beck
Personen ontwikkelen een depressogeen schema: dit is een set van disfunctionele attributies. Hierdoor bouw je een cognitief maladaptief schema op voor zichzelf, anderen en toekomst.
Er is een negatieve cognitieve triade; mensen hebben een negatief zelfbeeld, waardoor ze de wereld negatief inzien en een negatief toekomstbeeld hebben.
Ruminantie
Terugkerende gedachten van negatieve gevoelens, waardoor deze vastgezet worden. Het zijn overheersende gedachtes die hardnekkig veranderbaar zijn. De focus wordt continu gelegd op negatieve dingen en de consequenties hiervan.
Responsstijl theorie
Hoe ernstig en langdurig de depressieve symptomen zijn is afhankelijk van hoe iemand reageert erop; wanneer je veel rumineert zal je een hogere score op depressie hebben dan wanneer je niet/weinig rumineert over dagelijkse stressoren.
co-ruminantie
Emotionele problemen spelen zich niet alleen af in het hoofd, maar bespreek je ook met vriendinnen waardoor dit bevestigd wordt. Je gaat op dezelfde negatieve manier communiceren waardoor je elkaars negatieve kerngedachten versterkt.
ABC Model van hyde
kijkt naar drie factoren waarin meiden van jongens verschillen op 3 manieren;
1. Affectieve kwetsbaarheid
2. Biologische kwetsbaarheid
3. Cognitieve kwetsbaarheid