HC 11: : Neurodegeneratieve aandoeningen Flashcards
Hoe wordt dementie gedefinieerd in de DSM-V?
Als een verworven syndroom (verzameling symptomen) dat gekenmerkt wordt door meerdere cognitieve tekorten die ernstig genoeg zijn om het dagelijks leven en/of functioneren te storen, inclusief sociaal en professioneel functioneren.
het wordt gekenmerkt door
- cognitieve beperkingen
- ontstaan van mogelijke gedragsproblemen
Afasie
Beperking in taal
Apraxie
Beperking in motorisch functioneren
Agnosie
Beperking in identificeren van welbekende objecten
Delirium
Toestand van acute ontregeling/ontsporing
Minor neurocognitieve stoornis (NCD)
Er is sprake van een bescheiden cognitieve achteruitgang, maar deze belemmert alledaagse activiteiten NIET
Major neurocognitieve stoornis (MCD)
Er is significante achteruitgang die de onafhankelijkheid bij alledaagse activiteiten WEL beïnvloedt.
Hoe ontstaan neurodegeneratieve stoornissen?
Deze ontstaan wanneer zenuwen in hersen hun functie verliezen en cellen dus afsterven; de hersenmassa wordt minder en er komt meer vloeistof in de hersenen.
Wat is de oorzaak van vasculaire dementie? (VD)
Een infarct in de bloedvaten in de hersenen: De bloedvaten blokkeren en vormen bloedproppen, waardoor het bloed er niet meer doorheen kan. Het is gelinkt aan een beroerte
Welke twee vormen van vasculaire dementie zijn er?
- Kleine bloedvaten vasculaire dementie
- Grote bloedvaten vasculaire dementie
Uit welke twee soorten bestaat de grote bloedvaten vasculaire dementie?
Multi infarct dementie & strategisch infarct dementie
Atrofie
verschrompelen van orgaan/weefsel doordat cellen afsterven; neuronen en synapsen nemen af
Amyloïde-rijke neurotische plaque
onvolledige afbraak van eiwitten, waardoor dit in bloedbaan blijft en aan bloedwanden een plaque vormt.
Neurofibrillaire knopen
klonten van proteïnen die zich ontwikkelen in hersencellen en leiden tot celdood.
In welk hersengebied start de ontwikkeling van Alzheimer?
De hippocampus