HC 6: renale zuur-base regulatie Flashcards

You may prefer our related Brainscape-certified flashcards:
1
Q

Wat is de functie van de renale zuur-base regulatie?

A
  • handhaving zuurbase evenwicht
  • verdedigen tegen zuur base afwijkingen
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Voorbeelden bij de stoornissen:

A
  • Met. acidose: diabetes ketoacidose, lactaat acidose, diarree, nierfalen
  • Respiratoire acidose: hypoventilatie
  • met. alkalose: overgeven, antacida
  • res. alkalose: hyperventilatie
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Welke 3 verdediging linies zijn er?

A
  • Buffers
  • Alveolaire ventilatie
  • Renale zuuruitscheiding
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Hoe weten we dat de nier onder fysiologische condities netto zuur uitscheidt?

A

Nierfalen leidt tot renale tubulaire acidose.
Bepalen door te meten hoeveel H+ er gebufferd is in de urine, door de pH van de urine naar de pH van het serum te brengen en te titreren.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Hoe komt het lichaam aan zoveel zuur?

A

Vooral metabool, door oxidatie van koolhydraten en vetten. Levert CO2 en H+ op. CO2 is vluchtig zuur

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Netto zuur productie door metabolisme van dieet componenten:

A
  • Vluchtig zuur (15 mol/dag): glucose –> H+ + HCO3-

De overige 70 mol komt door niet-vluchtige zuren (60) en faeces bicarbonaat verlies (10):
- Aminozuren (met, cys): H+ + sulfaat
fosfor-aminozuren: H+ + fosfaat
- glucose anaeroob: H+ + lactaat
- voedingszuren: H+ + A-
- fosforzuur: H+ + fosfaat

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Hoe wordt niet vluchtig zuur verwijderd in de nier?

A

Stap 1: het zuur wordt gebufferd door HCO3-, ontstaat H2O + CO2 + een natriumzuurrest molecuul
Stap 2: rest molecuul gaat naar filtraat, H+ ook naar filtraat terwijl nieuw bicarbonaat naar bloed gaat

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Wat is de laagste pH van de urine?

A

pH = 4,5 (30 microM h+)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Hoe wordt zuur uitgescheiden in de urine? (in welke buffers)

A
  • 40% Titreerbaarzuur: fosfaat&raquo_space; creatinine&raquo_space; urinezuur
  • 60% Ammoniak NH3/NH4+ (ammoniumionen), niet titreerbaar omdat het een hele sterke buffer is (hoge pKa)
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Wat zijn de voordelen aan ammoniak (NH3) als buffer?

A

Bij de pH van de urine is 99% geproponeerd, efficient
Geen calcium precipitatien (fosfaat wel)
NH3 productie in pt kan stijgen bij acidose, nuttige adoptie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

welke transporten zijn belangrijk voor zuur base evenwicht>

A
  1. Reabsorptie van bicarbonaat: PT (80%), TAL (15%), DT + CCD (5%)
  2. excretie van dagelijkse productie niet-vluchtige zuren (70mmol.dag)
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Hoe bereken je de netto zuur-excretie door de nier?

A

NAE = V urine x ( [NH4+] + [titreerbaar zuur] - [HCO3-] ) urine

[NH4+] = 40 mmol/dag
[titreerbaar zuur] = 30 mmol/dag
[bicarbonaat] = < 1 mmol/dag

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Terug resorptie gefiltreerd bicarbonaat in pt:

A
  • De NHE (natrium/h exchanger) zorgt voor H+ in de urine, dit reageert met HCO3- in de urine en door CA vormt er dan H2O en CO2 dit gaat beide de cel in. Hier wordt het weer met CA omgezet in H+ en HCO3-. Waarbij H+ recirculeert en HCO3- met Na naar interstitium gaat.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Hoe vindt de uitscheiding plaats via een titreerbaar zuur:

A

Gaat niet via een buffer. H+ wordt met NHE gewoon naar buiten geloosd en HCO3- in antiport met Cl- naar de bloedbaan.

Voordeel: winst van 1 HCO3- per H+ , reduceert natrium verlies in urine.
Beperkt door concentratie fosfaat, en maximale pH gradiënt.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Hoe vindt uitscheiding plaats via ammoniak?

A

Ammoniak wordt gevormd in de pt uit glutamine dat wordt omgezet in glucose waarbij ammonium NH4+ ontstaat (gluconeogenese).

De NH4+ is in evenwicht met NH3, waardoor er losse H+ in het cytoplasma zit die via een NHE3 naar buiten gaat in ruil voor natrium. De NH3 kan over de membraan diffunderen, daar is namelijk relatief weinig NH3. Hier vormt het weer ammonium en dat wordt uitgescheiden.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Terug resorptie van NH4+ in de lis an henle (TAL):

A

De NKCC2 en de Kalium kanalen kunnen overspel plegen, dit betekent dat ze ook ammonium kunnen transporteren. Vanuit hier kan het via een NHE4 of diffusie met NH3 naar het bloed gaan.

17
Q

Welke cellen vindt je in de verzamelbuizen?

A
  • Principal cells
  • Intercalair cellen (met protonpompen in apicale membraan ATP gedreven)

Protonpompen zijn inactief bij normale PH dan gaat het ammonium naar de lever om omgezet te worden tot ureum

Protonpompen zijn actief bij lage pH of door aldosteron. Bij lage pH ontstaat er in de cel H+ en HCO3-. De NH3 beweeg naar buiten. De protonpomp bepaalt de effectiviteit van de ammonium trap.

18
Q

Hoe wordt de protonpomp geactiveerd?

A

Ze liggen in membraanplaasjes te wachten tot aldosteron wordt afgegeven en bindt aan MR waardoor SGK1 wordt afgegeven of de PH daalt om in het membraan te komen. Ze zijn ATP afhankelijk.

19
Q

Wat is de compensatie bij acidose?

A

In de pt is er hogere NH3 productie en meer H+ afgifte.
- Acuut zie je dat de transporters gestimuleerd worden en du smeer H+ wordt uitgescheiden en bicarbonaat in het bloed komt
- Chronisch zie je dat de capaciteit wordt vergroot door meer transporters, ook meer enzymatische activiteit voor ammoniak productie

20
Q

Wat is de compensatie bij acidose?

A

In de pt is er hogere NH3 productie en meer H+ afgifte.
- Acuut zie je dat de transporters gestimuleerd worden en du smeer H+ wordt uitgescheiden en bicarbonaat in het bloed komt
- Chronisch zie je dat de capaciteit wordt vergroot door meer transporters, ook meer enzymatische activiteit voor ammoniak productie

In de verzamelbuis worden dan dus ook de protonpompen actief bij acidose.

De nier kan het best zuur uitscheiden door ammonium.

21
Q

Wat is de compensatie bij alkalose?

A

NAE gaat dalen, vooral in de alfa intercalair cel, geen zuur excretie hier acuut.

Chronisch ontstaan er beta IC cellen: spiegelbeeld van alfa cellen. Protonpomp zit aan basolaterale zijde, dus H+ het bloed in. Ook zit er pendrine apicaal, wisselt chloride voor bicarbonaat. Dus meer secretie van bicarbonaat in de urine, waardoor pH zal dalen.

22
Q

Wat gebeurt er bij volume depletie?

A

Kan ontstaan door diarree (acidose), of door braken (alkalose). De nier gaat natriumretentie proberen te verkrijgen en doen aan natrium reabsorptie, dat doet hij door de NHE3, waarbij H+ naar buiten gaat. Angiotensine II en noradrenaline activeren de transporters.

Ook zorgt aldosteron er voor dat de protonpompen meer zuur gaan decreteren.