HC 6 cultuur Flashcards
1
Q
Cultuur in organisaties
A
- Union is strength Harmonu union amon the personnel of a concern, is great strength in that concern. Effort, then, should be made to establish it. Fayol
- Mensen hebben het erover zonder dat het zichtbaar is: the way we do things around here
- Excellente organisaties hebben een sterke cultuur
2
Q
Cultuur verwijst naar
A
Gevestigde manier van denken en doen binnen organisatie
3
Q
Culture of group (schein)
A
A pattern of basic assumptions that has worked well enough to be considered valid, and therefore, to be taught to new member as the correct way to perceive, think, and feel in relation to those problems.
4
Q
Verschil tussen groepscultuur en organisatiecultuur
A
- Niet elke organisatie functioneert als groep
- Groepscultuur is per definitie gedeeld
5
Q
Waarin manifesteert cultuur zich? 3 lagen van schein
A
- Artefacten: onderworpen aan zintuigelijke waarneming; kunnen gezien, gehoord en gevoeld worden.
* nadelen: niet altijd duidelijk hoe er gedacht wordt over artefacten en moeilijk te ontcijferen.
artefacten: dingen die gemaakt zijn door mensen
manifestatie: wat zichtbaar is. Vormen wereldje waarin werknemers gedompeld zijn - Espoused values (beleden waarden)
Normatieve kant van organisatie die kijkt naar hou het zou moeten zijn ipv wat er daadwerkelijk is. Geven weer wat de leden van de organisatie geloven wat ze moeten doen en hoe ze moeten handelen.
nadelen: Wordt niet nadrukkelijk bekeken hoe organisatie in elkaar zit. vooral gebaseerd op visie i.p.v. werkelijkheid
Visie wil niet echt zeggen dat organisatie daadwerkelijk zo in elkaar zit - Basic assumpties: deze assumpties verschijnen in gedrag en actie, de vanzelfsprekende manieren van handelen die gedrag leiden en bepalen hoe mensen zullen reageren op prikkels en problemen (kern van cultuur)
6
Q
Cultuurverschillen (Hofstede)
A
- Nationale culturen
- IBM grootschalig onderzoek, eind jaren 60
- Cultuur is ‘de collectieve mentale programmering die de leden van 1 groep of categorie mensen onderscheidt van die van andere
7
Q
Zes dimensies cultuur
A
- Machtafstand (omgang met ongelijkheid; laten mensen macht over aanvanderen, zijn mensen erg afhankelijk van chef)
- Individualisme vs collectivisme (gericht op groep of individu)
- Masculiniteit (mannelijke waarden, verhouding man-vrouw, gescheiden rollen of niet)
- Onzekerheidsvermijding (wat anders is, is gevaarlijk) hanteren van structuur en regels
- Termijngerichtheid (kort of lang)
- Toegeeflijkheid (toegeeflijk - beheerst)