Hc 10 Flashcards

1
Q

Wat voor kennis wordt er in organisaties ingezet?

A
  • Organisatiekennis:
    o Als team kan je dingen die je als individu niet kan.
  • Volledig geïnformeerd:
    o Volledige informatie over de consequenties van het alternatief, ook volledige informatie over de waarde en de preferenties van wat de burgers willen, volledige tijd, vaardigheden en bronnen.
    o Is een illusie, want er is altijd sprake van bounded rationality.
  • Bounded rationality:
    o Kan komen door:
    o Ambigue problemen, incomplete informatie over problem, beperkte tijd, informatie, vaardigheden en bronnen.
    o Het probleem is ongeveer wel bekend, maar er is te weinig bekend over de consequenties van handelend optreden zijn.
  • Werken met beperkte informatie:
    o Niet wachten tot de informatie volledig is, want dan is het al te laat
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Wat is een lerende organisatie?

A

o Ideale organisatie haalt informatie uit omgeving en zichzelf, verwerkt die tot kennis om te komen tot begrip en handelen, met andere woorden een
organisatie leert om dingen te doen die ze moet doen.
o Leren is bewust worden van informatie, als kennis inzetten en voor
verbetering.
o Organisatie leert door:
 Kennis toe te passen en te experimenteren.
 Terugkijken naar omgeving en jezelf.
- De lerende organisatie:
o Single loop learning: Actie ondernemen aan de hand van wat er aan signalen uit de omgeving binnenkomt.
o Double loop learning: Wanneer na signalen uit de omgeving de normen en waarden moeten worden aangepast en dit zorgt voor verandering in acties

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Risico’s bij overheidsorganisaties:

A
  • Onderdelen delen informatie en kennis niet.
  • Regels en routines (vaak gestolde waarden en normen) heilig.
  • Defensieve routines: fouten wegstoppen.
  • Na crisis volgt ‘blame game’, waarbij mensen worden ontslagen.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Organisatieprincipes:

A
  • Zoek en verwacht constante verandering binnen en buiten organisatie.
  • Bevraag waarden/ normen/ assumpties –> double loop learning.
  • Schep gunstige voorwaarden voor leren.
  • Vertrouw in probleemoplossend vermogen medewerkers.
  • Deel leiderschap.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

sterke kanten breinmetafoor

A

o Metafoor draagt bij aan ons begrip van lerende organisatie en vermogen tot zelforganisatie.
o Metafoor doet ons inzien hoe strategisch management zo kan worden ontworpen dat het leren wordt ondersteund.
o Schetst een beeld van hoe we verder kunnen reiken dan de beperkte rationaliteit die kenmerkend is voor veel organisaties.
o Verschaft waardevolle denkwijze over manier waarop ontwikkelingen in de computer- en andere microprocessingtechnologie kunnen worden aangewend
om gemakkelijker te komen tot nieuwe organisatiestijl.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

beperkingen brein metafoor

A

Belangrijke tegenstrijdigheden worden over het hoofd gezien tussen de vereisten van leren en zelfregulering aan de ene kant en de realiteit van macht en toezicht aan de andere kant. Van bureaucratie naar zelfregulering heeft grote betekenis voor de verdeling van macht en gezag binnen een organisatie.
o Elke bewegingen naar zelfregulering moet worden vergezeld met grote
veranderingen in attitudes en waarden, bestaande overtuigingen kunnen dit proces verstoren.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Taciete kennis

A

een vorm van individuele kennis die in het hoofd zit en moeilijk
overdraagbaar is. Denk aan waarden, ervaringen en attituden.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly