HC 5 Neural Regulation And Homeostasis Flashcards
Homeostase
De mogelijkheid van je lichaam om bepaalde systemen stabiel te houden terwijl andere factoren (intern of extern) veranderen.
Hydrochloric acid
Breekt het voedsel in kleine stukjes
Eiwitten > aminozuren
Het kleinste deel van een eiwit is een aminozuur. In ieder aminozuur is een deel hetzelfde en een deel verschillend. Het verschilde deel bepaald de vorm en functie van het eiwit
Triglyceride
Een molecuul met 3 uitstulpingen, vandaar dat het “tri” in de naam heeft. Dit bestaat uit glycerol (halve suiker). Aan ieder uiteinde hiervan wordt een uitstulping gehangen. Het kan bestaan uit (on)verzadigde verbindingen.
Verzadigde verbindingen
Star en stijf, vooral bij harde vetten zoals roomboter.
Onverzadigde verbindingen
Flexibeler, vooral oliën, beter voor je lichaam
Steroïden
Groep van vetoplosbare hormonen gevormd uit cholesterol. Drie belangrijke typen hiervan zijn: de corticosteroïden van de bijnier, zoals hydrocortison; de sekshormonen als progesteron, oestrogeen en testosteron
Lipoprotein
Extra vloeistof die nodig is om vetten te transporten. Want vetten zijn per definitie niet opneembaar in water.
LDL
Low density lipoprotein. Bevat veel cholesterol dat afgegeven wordt aan celwanden.
HDL
High density lipoprotein. Bevat weinig cholesterol en kan het uit de celwanden houden. Zorgt ervoor dat bloedvaten niet dichtslibben.
Suikermolecuul
Een suikermolecuul is een monosaccharide, 2 van die moleculen samen is een disaccharide en een hele ketting is een polysaccharide.
Catabolisme
Afbraak. Disaccharide bestaat uit een glucosemolecuul en een fructosemolecuul. Een enzym breekt het af en het worden weer 2 monosaccharides.
Anabolisme
Opbouw. Glycogen is een opslagmanier in dieren (en dus mensen). Je hebt verschillende punten om glucose vanaf te halen.
Cephalic/ reflex fase
De sensorische stimulus voor voedsel activeert verteringssystemen.
Gastrische/ absorptieve fase
Fase waarin stoffen geabsorbeerd worden in je bloedstroom. De stoffen worden afgebroken en geabsorbeerd van het maag-darmkanaal in het bloed en verspreid. Daarna gemetaboliseert voor gebruik en opslag
Intestinal/ vastende fase
De voedingsstoffen geven geen directe energie meer en het lichaam moet de eerder opgeslagen voedingsstoffen mobiliseren.