HC 3 Neural Development Flashcards
Acrosome
Zit op het topje van de spermacel. Bevat een enzym waarmee de eiwitlaag van de eicel afgebroken kan worden.
Ootid
Het haploïde resultaat van oötidegenese, de onrijpe eicel kort na bevruchting
Haploïd
N aantal chromosomen
Zygoot
Bevruchte eicel
Diploide
2n dus de chromosomen zijn versmolten
Blastocyst
Hol balletje, typisch voor de embryonale ontwikkeling van met name gewervelde dieren, dat tijdens het delen van een bevruchte eicel ontstaat
Embryo
Dier in vroegste stadium van ontwikkeling en groei waarbij het beschermd wordt door ouderlijk weefsel
Stamcellen
Ongedifferentieerde cellen die kunnen kopiëren en in gespecialiseerde cellen kunnen veranderen.
Gastrulatie
In deze fase wordt de enkellaagse blastula (blastocyst) georganiseerd in een meerlaagse structuur die de gastrulamwordt genoemd.
Neurolatie
Het instulpingsproces in embryo’s, waaronder de transformatie van de neurale plaat naar de neurale buis.
Progenitor cel
Onrijpe en ongedifferentieerde cellen
Somiet
Tijdelijke structuren die later de wervelkolom, de ribben, een deel van de huid en de rugspieren zullen vormen
Onderverdeling van het lichaam in segmenten.
Open ruggetje
Uitstulping op de rug doordat een zenuw van het CZS in een bocht buiten de ruggengraat ligt
Foliumzuur
Middel wat nodig is in situatie met snelle celdivisie, wat precies gebeurt bij de eerste weken van de zwangerschap
Neurale poliferatie
Fase in de hersenontwikkeling waarin nieuwe cellen gegenereerd worden, denk aan stamcellen, neuronen en gliacellem.
Radiale glia
Begeleiden van cellen naar de bestemming waar genetische code voor ze staat opgesteld
Myelinisatie
Proces waarbij myeline rond de axonen wordt gewikkeld, zodat boodschappen sneller overgedragen kunnen worden.
Arborisatie
Proces waarbij er een enorme toename is in het aantal dendrieten.
Synaptogenese
Deze fase bestaat uit de ontwikkeling van synapsen zodat neurotransmitters gestuurd en ontvangen kunnen worden.
Apoptose
Geprogrammeerde dood van cellen
Cognitief reserve
Als je je hersenen blijft trainen, bijvoorbeeld door puzzels, krijg je minder klachten bij ouder worden, omdat je hersenen een reserve hebben om uit te putten.
DOHaD Hypothesis
“What happens in the womb can last a lifetime” Voeding en omgeving van de moeder heeft grote invloed op het kind.
Kritieke periode
Periode waarin een organisme extra gevoelig is voor invloeden uit de omgeving
Teratogenen
Stoffen die de ontwikkeling van een foetus beïnvloeden. Zo kan alcoholgebruik leiden tot foetaal alcohol syndroom (FAS)
Gen-omgevingsinteractie
Leidt tot het wel of niet tot uiting komen van bepaalde genen. Dit kan op gen, cel, orgaan of systeem niveau.
Habutatie
Gewenning op een stimulus na herhaalde aanbieding