Hc 5 Flashcards

1
Q

2 vragen van popper

A
  • kunnen we wetenschap redden van de irrationaliteit van inductie?
  • kunnen we een ander demarcatiecriterium geven dam verifieerbaarheid of confirmeerbaarheid?

Proper beantwoordde beide vragen met ‘ja’ vanuit het oogpunt van het kritisch rationalisme

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

kunnen we wetenschap redden van de irrationaliteit van inductie?

A

Inductie is een ongeldige manier van redeneren; uit de waarheid van je premissen, volgt niet de waarheid van je conclusie. Je kan nooit alle gevallen bestuderen, dus is het geen geldige methode en is het irrationeel om het te gebruiken.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Sociale confrontatie tussen karl marx en popper

A

De sociale confrontatie met Karl Marx leidt ertoe dat Popper tot vragen over de wetenschap komt. Hij heeft van Marx, Marxisten en zichzelf geleerd dat de mens feilbaar is. Hij liep dogmatisch met Marx en de Marxisten mee, maar Marx had het misschien fout, en dit kan levens kosten. Hij heeft geleerd dat hij zelf ook feilbaar is. Er is een groot verschil tussen [A] dogmatisme en [B] zelf kritisch denken.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Overeenkomsten tussen logisch positivisten en popper

A

Ondanks dat Popper geen empirist is, is empirisme volgens hem van groot belang. Ervaring is een manier om kennis te verwerven, maar de Logisch Positivisten zijn te radicaal volgens Popper.
Logica en wiskunde kunnen worden gebruikt. Volgens hem staat de geldigheid niet ter discussie, maar die leveren geen kennis (synthetische oordelen) op (want ze zijn analytisch). Dit is anders dan wat Kant denkt.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Verschillen tussen logisch positivisten en popper

A
  • Logisch Positivisten: eerst observaties, dan via inductie opstellen van wetten,
    die weer via inductie verifiëren/ confirmeren/ bevestigen.
  • Popper: eerst is er een probleem (waarom valt de appel naar beneden?), er wordt een gissing gedaan (hypothese) en die ga je dan proberen te weerleggen. Dit is heel tegenintuïtief, want normaal wil je juist data verzamelen die bij je fenomeen passen
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Logisch Positivisten: eerst observaties, dan via inductie opstellen van wetten,
die weer via inductie verifiëren/ confirmeren/ bevestigen;

A
  • context of discovery
  • context of justification
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Context of discovery

A

je ontdekt een algemene wet via inductie, maar
dit is irrationeel waardoor je niks kan bevestigen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Context of justification

A

je gaat nog meer bewijsmateriaal verzamelen,
maar omdat algemene beweringen in principe onverifieerbaar zijn (je kunt ze alleen confirmeren), gaat het niet lukken om de rechtvaardiging te vinden, want er is altijd een kans dat er bijv. een zwarte zwaan is naast alle witte die je hebt gezien.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Poppers kritisch rationalisme

A

• Falsificationisme (heeft vier kenmerken).
• Ingeboren ideeën.
• Kritisch rationalisme.
• Kritisch rationalisme.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Falsificationisme

A

Volgens Popper zijn Marx en Freud zijn voorbeelden van pseudowetenschappers. Newton & Einstein zijn voorbeelden van wetenschappers. De vraag is waarom Popper dit onderscheid, tussen wetenschap en niet-wetenschap, op deze manier maakt. Wetenschap is de bron van kennis, een ware en gerechtvaardigde overtuiging. Om wetenschap en niet-wetenschap van elkaar te onderscheiden, hebben we een demarcatiecriterium nodig. Volgens Popper is dit niet het waarheidscriterium, want een wetenschappelijke theorie hoeft helemaal niet waar te zijn. Oude astronomische theorieën waren vaak wel wetenschappelijk, maar bleken later onjuist te zijn. Volgens Popper levert falsificationisme het juiste demarcatiecriterium: fasifi(c)eerbaarheid.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Vier kenmerken van falsificationisme

A

• Feilbaarheid van de mens (en dus van de wetenschapper).
• Falsifieerbaarheid als demarcatiecriterium.
• Enkel falsifieerbare theorieën zijn informatief.
• Enkel door falsificatie kunnen we kennis vergroten.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Feilbaarheid van de mens

A

Popper stelt dat zelfs de grote denkers fouten kunnen maken, zoals Aristoteles en zijn ideeën over de fysica, die vervangen werd door Newton, die vervangen werd door Einstein. Deze theorieën zijn niet ineens niet-wetenschappelijk, maar grote denkers kunnen het ook fout hebben omdat ze “educated gueses” maken. Popper: “We do not know, we can only guess.” Sociale consequentie hiervan is als je niks weet, dat je dan ook niet kan weten hoe een rechtvaardige samenleving eruit ziet.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Falsificeerbaarheid als demarcatiecriterium

A

Neem een onfalisifieerbare “mini-theorie”: ‘Morgen regent het of niet’. Dit is waar/ niet falsifieerbaar, maar het is geen wetenschap. Waarheid, verifieerbaarheid, confirmeerbaarheid vallen direct af als mogelijke demarcatiecriteria. Hetzelfde geldt voor de theorie van Freud over het Oedipuscomplex. Deze is onwetenschappelijk, omdat het altijd waar kan zijn.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Oedipuscomplex

A

alle jongetjes willen hun vader vermoorden en seks hebben met hun moeder. Dit haalde hij uit de mythologie waarin gezegd werd dat het orakel voorspelde dat Oedipus zijn vader zou vermoorden en met zijn moeder zou vrouwen. Freud maakt deze theorie onfalsifieerbaar door te stellen dat of alle jongens een Oedipuscomplex hebben of ze in denial zijn.
֍ Conclusie: de theorie van Freud kan alle gevallen verklaren, dat is een zwakte.
֍ Conclusie: deze theorie is zo geformuleerd dat ze nooit te weerleggen/ falsificeren is; het is immuun voor falsificatie.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Het ligt iets genuanceerder met de geschiedenistheorie van marx

A

1) Productiemiddelen veranderen.
2) Sociale condities veranderen.
3) Politieke macht verandert.
4) Ideologische overtuigingen veranderen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Immuniseren van een theorie

A

In eerste instantie was deze theorie falsifieerbaar en in de ogen van Popper dus wel wetenschappelijk. Echter, in de Russische Revolutie veranderde politieke macht eerst. Ad hoc herinterpretatie redde de theorie van falsificatie: bij een revolutie zijn er de volgende stappen, maar de volgorde staat niet vast. Eigenlijk zeg je dan alleen dat er een revolutie is, niks meer. Dat is logisch, maar onbelangrijk. Zonder herinterpretatie was de theorie onjuist, maar wetenschappelijk. Nu is de theorie altijd juist, maar niet langer wetenschappelijk. De theorie is geïmmuniseerd.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
17
Q

Oplossing tegen het demarcatieprobleem volgens popper

A

Volgens Popper is het criterium van falsificeerbaarheid de oplossing tegen het demarcatieprobleem. Beweringen/ theorieën worden als wetenschappelijk beschouwd indien ze instaat zijn om te kunnen conflicteren met mogelijk of voorstelbare waarnemingen.
Voorbeeld: “Alle zwanen zijn wit”, dit is een wetenschappelijke beweringen, want deze botst mogelijk met de waarneming van een niet witte zwaan.

18
Q

Op een gegeven moment werden de ideeën van Newton weerlegd en die van Einstein aangenomen;

A

• Claim Newton: licht gaat in een rechte lijn.
• Claim Einstein: licht wordt afgebogen door grote lichamen (zoals de zon).
• Eddington (fan van Einstein die experiment doet om Einsteins gelijk te
bewijzen): maakt twee foto’s van de sterren (1) ‘s nachts; (2) met
zonsverduistering.
• Newtons theorie was onjuist, waardoor die van Einstein werd gecorroboreerd

19
Q

Corroberated evidence

A

Wat Popper erg indrukwekkend vond, is dat zowel Newton als Einstein risico lopen dat hun erg specifieke theorie onwaar kon blijken te zijn. Volgens Popper zegt bevestigend bewijsmateriaal alleen iets wanneer je de theorie daadwerkelijk getoetst hebt (= theorie proberen te weerleggen). Wanneer je een theorie probeert te bewijzen, maar dit lukt niet, dan heb je corroberated evidence.

20
Q

Psychologie volgens demarcatiecriterium falsifieerbaarheid

A

• “EMDR is effectief als therapie voor PTSS”.
• “Verlies voelt zwaarder dan winst”.
• “Een autisme spectrum stoornis wordt veroorzaakt door een genetische
afwijking”.

Deze zijn falsifieerbaar, dus psychologie is een wetenschap. In principe weet je wat je moet tegenkomen om te zeggen dat de hypotheses onjuist zijn.

21
Q

Belangrijk kenmerk van kennis;

A

Overtuiging die waar is;

Een voorspelling moet scherp zijn; to the point. “Morgen regent het of regent het niet”
is niet informatief. Een horoscoop zoals: “Op het werk kunnen communicatieproblemen ontstaan” is ook niet informatief, want er staat dat het kan, niet dat het gebeurt.
Met onze kennis willen we de wereld begrijpen en beter maken. Als psycholoog wil je wellicht mensen met psychische problemen helpen, daarvoor moet je kennis hebben over psychische stoornissen en hoe deze werken. Als je zeker weet dat een behandeling niet werkt, dan ga je deze niet gebruiken. We hebben gezien dat een belangrijk kenmerk van kennis is dat het gaat om een overtuiging die waar is.

22
Q

Het is heel makkelijk om ware dingen te zeggen;

A

Het is heel makkelijk om ware dingen te zeggen: je zet gewoon ‘of niet’ achter een falsifieerbare bewering.
Voorbeeld: “EMDR werkt doordat het maken van oogbewegingen werkgeheugencapaciteit vereist, waardoor het ophalen van herinneringen minder efficiënt verloopt, waardoor de herinnering als vaag beleefd wordt. …… of niet”.

23
Q

Belang van waarachtige uitspraken

A

Als wetenschapper ben je haast verplicht om falsifieerbare en waarachtige uitspraken te doen, maar zelfs dan kunnen theorieën onjuist blijken. Het maakt niet uit dat de theorieën onwaar zijn, maar het gaat erom dat je niet liegt, maar waarachtig bent. Eigenlijk doe je uitspraken die nog niet gefalsifieerd zijn, maar die wel falsifieerbaar zijn. Als wetenschappelijk loop je altijd het risico dat je het niet juist hebt. In de wetenschap wordt nooit wat bewezen als het gaat om algemene uitspraken. Dus je moet voorzichtig zijn en nooit zeggen dat iets bewezen is, of stellig beweren dat bijv. een therapie in alle gevallen opgaat.
Voorbeeld: “Allereerst stellen therapeuten het effect van EMDR nogal eens te rooskleurig voor. Ik had een jongetje van elf jaar in behandeling dat bang was om op school flauw te vallen. In de klas, in de pauze, tijdens gym, het werd steeds erger. Toen ik hem zag, was hij ontgoocheld. Hij had bij een andere psycholoog vijf EMDR- behandelingen gehad, maar die hadden niet geholpen. Hij begreep er niets van, want zijn therapeut had verteld dat EMDR bij iedereen werkt. Behalve dus bij hem. “Dan moet er wel iets heel erg mis met mij zijn,” had hij zelf geconcludeerd.” (Bianca Boyer, in De Joode, 2020, p. 22)

24
Q

Enkel door falsificatie kunnen we kennis vergroten;

A

Hoewel je nooit zeker van je beweringen kan zijn, mag je volgens Popper wel beweringen voor waar houden. Wat Popper ‘corroboratie’ (ondersteunend bewijsmateriaal) noemt, wordt niet gezien als inductief bewijs voor een theorie, want inductie is irrationeel en de wetenschap is rationeel. M.a.w. wetenschappers houden een theorie voor waar zolang deze niet gefalsificeerd is. We kunnen wel van onze fouten leren: de negatieve weg naar de waarheid. We weten dan van meer hypotheses dat ze niet waar zijn. Zelfs als je over één onderwerp 100 theorie hebt afgestreept, en 1 theorie blijft over, dan zijn beweringen hierover nog steeds falsifieerbaar.

25
Q

Negatieve weg naar de waarheid;

A

“Ik vind mijn ideeën zelf zo eenvoudig, dat zij mij bijna triviaal voorkomen. Het fundamentele idee is dat wij van onze fouten leren, of beter gezegd, dat onze kennis toeneemt door onze poging fouten te verbeteren.” (Popper, 1978, p. 7). Je hoopt dat door het wegstrepen van onware theorieën je uiteindelijk bij de juiste uitkomt. Probleem is dat elke theorie algemene uitspraken bevat, en deze kun je niet verifiëren, slechts corroboreren. Je weet dus nooit of je dichter bij de waarheid bent gekomen.

26
Q

De wetenschap is hypothetisch

A

Alle ‘ware kennis’ heeft betrekking op theorieën die de confrontatie met de werkelijkheid tot nu toe hebben weerstaan (niet gefalsifieerd zijn). Als je hoopt een theorie over te houden die waar is, is dat een omweg naar de waarheid (want je streept alles af i.p.v. te kijken wat waar is). Van de overgebleven theorie kun je nooit met zekerheid zeggen dat het waar is. Alle wetenschappelijke theorieën hebben een hypothetisch/ voorlopig karakter. Volgens Popper is het beste wat je kunt hebben een theorie met veel corroborerend bewijs en geen falsificerend bewijs, alles in de wetenschap is dus hypothetisch.

27
Q

Let op: bij Popper is het demarcatiecriterium voor wetenschap geen betekeniscriterium;

A

Wittgenstein I wilde zin van onzin scheiden. De Logisch Positivisten stelden dat een demarcatiecriterium zowel [1] wetenschap van pseudowetenschap scheidt als [2] zin van onzin. Popper zegt dat een demarcatiecriterium enkel wetenschap van pseudowetenschap scheidt. Betekenis vs. betekenisloosheid vond hij niet interessant. Sterker nog, hij vond dat zelfs onwetenschappelijke uitspraken betekenisvol zijn, zoals mythen. De evolutietheorie is ook als mythe begonnen en heeft daadwerkelijk iets opgeleverd. Informatie kun je onbewust verwerken, want doordat de zin begrijpbaar/ betekenisvol is, kun je er een zin uithalen die het brein onbewust kan verwerken.

28
Q

Ingeboren ideeën

A

In college 1 hebben we gezien dat rationalisme ingeboren ideeën (= nativisme) accepteert. Sinds Locke geloven we dat niet meer, maar Popper nuanceert de zaak. Hij vindt het idee van ingeboren ideeën absurd, maar ieder organisme heeft wel ingeboren reacties (reflexen) waarmee te kunnen omgaan met bepaalde situaties (verwachtingen), zonder dat die verwachtingen bewust zijn (je hoeft ze niet expliciet te maken).

29
Q

Voorbeeld ingeboren ideeën

A

Voorbeeld: jongen van veel dieren kunnen direct na de geboorte lopen, zodat ze een moeilijkere prooi zijn. De dieren weten direct dat ze op de grond moeten lopen in plaats van op een boom. Deze ideeën zijn niet expliciet, maar zijn er wel.
Voorbeeld: pasgeborenen verwacht gevoed en beschermd te worden door de uiting van huilen als ze honger hebben.

30
Q

Verwachtingen

A

Een van de verwachtingen noemt hij ‘kennis’; psychologisch of genetisch a priori. Een van de belangrijkste verwachtingen die wij en andere dieren hebben is die van regelmatigheid. Je verwacht dat de wereld regelmatig is.
Voorbeeld: als je tegen een boom gaat staan en deze boom niet omvalt, dan gaat dit de volgende keer ook niet gebeuren. Dit brengt ons bij het kritisch rationalisme.

31
Q

Volgens popper zijn we inductiemachines;

A

we denken dat wanneer we 1 A zien die B is, dat alle A B zijn. Dit is een verwachting waarmee we geboren zijn, zoals je zag bij Bacon (idol; regelmaat zien, waar deze niet is). Als je verwacht dat de wereld regelmatig is, dan ga je die verwachting zoeken in de wereld. Je gaat natuurwetten/ regelmatigheden formuleren. Onze onbewuste neiging naar regelmaat te zoeken en de natuurwetten op te leggen zorgt ervoor dat we dogmatisch gaan denken. Inductief denken doen we van nature, waardoor het moeilijk is om rekening te houden met het feit dat we het fout zouden kunnen hebben.

32
Q

Kritisch zijn

A

Die regelmaat is er vaak enkel in de interpretatie, maar niet in de werkelijkheid. Je moet dus niet zomaar alles aannemen, maar kritisch naar waarnemingen, beweringen en theorieën kijken. Kritisch zijn is kijken of een theorie te falsificeren is. Wetenschappers moeten van hun eigen theorie kijken of ze weerlegbaar zijn (= kritisch denken) en daarna proberen ze zelf te weerleggen.

33
Q

Popper legt feitelijk uit dat we confirmation bias hebben;

A

de neiging om nieuwe informatie zo te interpreteren dat deze compatibel is met onze bestaande theorieën, overtuigingen en geloven. Je moet als wetenschapper heel erg oppassen dat je niet naar bevestiging zoekt, maar naar weerlegging. Dat is waarom je bij een intake gesprek van een nieuwe cliënt niet alleen de test moet doen die aansluit bij het vermoeden van de huisarts, maar ook tests die dat vermoeden zouden weerleggen.

34
Q

Is het irrationeel om voorlopig te accepteren wat wel te falsificeren is, maar nog niet gefalsificeerd is? Volgens Popper;

A

Volgens Popper is dit niet zo, want je gebruikt in je kritische methode geen inductie, maar deductie (en dat is een logisch geldige manier van redeneren). Bijvoorbeeld: “Alle zwanen zijn wit.” De kritische methode is dan om de zwarte zwaan te zoeken.

35
Q

Relevantie voor de psychologie

A

Theorieën hebben dus altijd de status van hypothesen. Dus zelfs als je bijvoorbeeld heel veel ondersteunend bewijsmateriaal hebt dat EMDR werkt als therapie bij PTSS, dan nog weet je het niet zeker (misschien zit het positieve effect wel hem wel in heel wat anders). Je mag nooit stellen dat een theorie altijd zal werken, maar je mag wel voorspellen dat het in de theorie zal blijven werken

36
Q

Kritisch rationalisme

A

Rationalisme accepteert ingeboren kennis, Popper doet dat op zijn manier ook. De wetenschap is rationeel, omdat ze typisch niet toegeeft aan het natuurlijke dogmatische denken: de ratio zorgt ervoor dat we niet alles wat we uit de ervaringen af zouden willen leiden, klakkeloos accepteren. De wetenschap is rationeel, omdat ze gebruik maakt van deductie.

37
Q

Problemen met poppers opvattingen

A
  • Tijdelijke immunizatie is geen probleem.
  • Pseudowetenschappen doen ook falsifieerbare uitspraken.
  • Het vaststellen van het tegendeel is gebaseerd op inductie
  • Het vervangen van een valse theorie met een andere valse theorie is geen vooruitgang
38
Q

Tijdelijke immunizatie is geen probleem.

A

Nieuwe theorieën moeten de mogelijkheid krijgen om te groeien en zichzelf te bewijzen. Hij hoeft niet meteen verworpen te worden.

39
Q

Pseudowetenschappen doen ook falsifieerbare uitspraken.

A

Astrologie doet soms ook falsifieerbare uitspraken: The Kansas City Committee for Sceptical Inquiry nam een geboortedag, -tijd & -plaats mee naar vijf astrologen om vragen de horoscoop te trekken. De astrologen zeiden dingen als: deze persoon is een goed rolmodel en deze persoon kan goed met kinderen omgaan. Echter bleek het dat deze persoon niet aan de uitspraken voldoet. Ze hadden de gegevens van John Wayne Gacy meegenomen, een seriemoordenaar die 33 jongetjes en jonge mannen had vermoord. Hij trad op als Pogo de Clown bij kinderfeestjes en kreeg in 1994 de doodstraf. De uitspraken van de astrologen zijn gefalsifieerd (waren dus falsifieerbaar) en zijn dus (gedeeltelijk) wetenschappelijk.

40
Q

Het vaststellen van het tegendeel is gebaseerd op inductie

A

“Dit is een zwarte zwaan” is gebaseerd op het concept wat je zelf in je hoofd hebt. Het idee van zwaan is gebaseerd op: alle beesten met vleugels, een lange nek, die in het water zwemmen, zijn zwanen. Je gebruikt dus inductie, het algemene concept zwaan, om een bepaald beest te identificeren als zwaan. Een ander probleem is of het wel klopt dat je daadwerkelijk een zwarte zwaan voor je hebt. Er kan iets mis zijn met je waarneming.

41
Q

Het vervangen van een valse theorie met een andere valse theorie is geen vooruitgang

A

Als je een theorie falsificeert dan vervang je hem door een nieuwe. Maar in feit vervang je dan een valse theorie door een theorie die je ervan verdenkt vals te zijn. Dit schiet natuurlijk niet op.

42
Q

Conclusie

A

Popper heeft gefaald. Falsifieerbaarheid is wel een demarcatiecriterium wat beter werkt, maar het laat ook niet-wetenschappelijke zaken toe. Als een zin niet falsifieerbaar is, dan is het niet-wetenschappelijk. Maar het werkt niet andersom: als een zin niet-wetenschappelijk is, kan het nog steeds falsifieerbaar zijn. Dus het werkt beter dan het LP, maar het uiteindelijk werkt toch niet.
Zowel de moderne versie van het empirisme (Logisch Positivisme) als de moderne versie van het rationalisme (Popper) zitten met een groot probleem: Beide posities zijn van mening dat kennis wordt geleverd door de wetenschap, maar geen van beide kunnen ze een demarcatiecriterium leveren, omdat er steeds gewerkt wordt met inductie. De vraag is of we dit project niet gewoon op moeten geven.