HC 4.4 Flashcards

1
Q

Immuunreactie bij niertransplantatie?

A

Op het moment dat een nier getransplanteerd wordt, zal bloed van de ontvanger de nier passeren. Hier zullen cellen van de donornier opgepikt worden en gepresenteerd worden in de lymfeklier

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Standaard immuuntherapie eerste drie maanden?

A

Tacrolimus, prednison en mycofenolaat motefil. (advograft, prednison en cellcept)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Welke symptomen hebben patiënten bij rejectie?

A

Weinig klachten, door de sterke immuunsuppressie zijn er geen typische ontsteking klachten. Ze hebben symptomen als verminderde nierfunctie, soms koorts of pijn, oedeem en hypertensie.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Diferentiaal diagnose van verminderde GFR na transplantatie?

A

● Prerenaal → hypotensie, nierarteriestenose, vaatletsel, trombose;
● Renaal → rejectie, tacrolimus toxiciteit, acute tubulusnecrose (ATN), recidief van
oorspronkelijke ziekte;
● Postrenaal → ureter- of urethra-obstructie of lekkage.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Wat is belangrijk bij diagnostiek bij rejectie?

A

Diagnostiek van uitsluiting

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

In welke groepen wordt de rejectie ingedeeld?

A

● Op tijd → (hyper)acuut of chronisch;
● Op mechanisme → T-cel gemedieerd (TCMR) of antistof gemedieerd (ABMR);
● Op locatie afwijkingen biopt → vasculair of interstitieel.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Behandeling bij rejectie?

A

● Eerstelijnsbehandeling: hoge dosis corticosteroïden (drie dagen methylprednisolon
500-1000 mg/dag) → veel bijwerkingen;
● Tweedelijnsbehandeling: anti-T-cel therapie;
○ Polyklonaal antilichaam: anti-thymocyten globuline (ATG);
○ Monoklonaal antilichaam: alemtuzumab;
● Behandeling bij ABMR: onduidelijk;
○ Bij aantoonbare antistoffen → plasmawisseling (weinig effect) en intraveneus immunoglobuline.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Eigenschappen ATG?

A

Polyklonale antistof, behandelduur 10-14 dagen, ongeveer één jaar werkzaam.

Veel acute reacties als bijwerking: koorts, rillingen, ziek, spierpijn, soms longoedeem en meningitis.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Wat is alemtuzumab?

A

Gehumaniseerd monoklonaal antilichaam, behandelduur 1-2 dagen, weinig bijwerkingen, ongeveer drie jaar werkzaam;

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Wat is Intraveneus immunoglobuline?

A

Precieze effect is nog onduidelijk. Geeft soms milde klachten zoals koorts, rillingen, ziek zijn en spierpijn. Het is enkele weken werkzaam.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Is afstoting op lange termijn schadelijk voor de transplantaatnier?

A

Indien er snel en goed behandeld wordt, en de nierfunctie herstelt tot basisniveau, Nee

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Welke factoren zijn belangrijk bij voorkomen van rejectie?

A

● Antigeniciteit van het orgaan:
○ HLA-matching: goede HLA-matching = kleinere kans op rejectie;
○ Ischemie reperfusieschade: kortere ischemieduur = kleinere kans op rejectie; ○ Donorbehandeling;
● Activiteit van alloreactieve effector T-cellen;
○ Immuunsuppressiva;
○ Leeftijd van de ontvanger: hogere leeftijd = kleinere kans op rejectie;
○ (Latente) infecties.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Bij organen die reperfusieschade hebben gehad is er een enorme upregulatie van antigenen. Je kan de donor (die bijv hersendood is) behandelen met immuunsupressiva zodat de organen goed blijven.

A

.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Leerdoelen van dit college:

Welke vormen van postmortale en levende nierdonatie er zijn

Welke voorbereidingen nodig zijn voor niertransplantatie

Welk immunosuppressieve regime tegenwoordig de standaard is na niertransplantatie

Welke complicaties een niertransplantatie kan hebben, zowel op de korte als lange termijn

Hoe afstoting wordt vastgesteld

Wat de behandeling van afstoting is

A
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly