HC 4: zuurgerelateerde problemen in de TD Flashcards

1
Q

Wanneer wordt er gastrine geproduceerd distaal in de maag?

A

Bij het eten van voedsel en het stijgen van de pH. Zorgt ervoor dat er meer zuur in parietale cellen wordt gevormd

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Wat is dyspepsie?

A

Maag gerelateerde bovenbuiksklachten. Omvat klachten als pijn in epigastrio, misselijkheid en zuurbranden

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Wat is dyspepsie?

A

Maag gerelateerde bovenbuiksklachten. Omvat klachten als pijn in epigastrio, misselijkheid en zuurbranden

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Wat is een ulcus?

A

Een defect van het epitheel/de mucosa die doordringt tot in de submucosa en meer dan 0,5 cm breed is.
Kleinere of ondiepere laesies zijn aften of erosies

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Welke operaties werden vroeger uitgevoerd bij een ulcus?

A
  • Billrot type 1: gastrine deel maag weg en maag op duodenum aansluiten
  • Billrot type 2: gastine deel maag weg en maag op distalere/mediale deel duodenum koppelen gaf grotere verbinding en kans op gal in maag, maar minder risico op stenosering.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Wat zijn de klinische consequenties van de H.pylori?

A
  • Primair: chronische actieve gastritis
  • Secundair:
  • ulcus ventriculi of duodeni - 20%
  • atrofische gastritis - 50%
  • maagkanker 2%
  • maaglymfoom < 0,1 %

Oplossen door h.pylori behandelen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Waardoor ontstaat een ulcus?

A
  • Infectie met helicobacter
  • Gebruik van NSAID’s en aspirine, komt nu het meest als oorzaak voor

Minder vaak voorkomend: maagkanker, CMV, andere medicatie, ischemie door hvz, Zollinger Ellison syndroom (gastrine tumor), M. Crohn

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Gastroduodenale bijwerkingen van aspirine en NSAID’s?

A
  • 50% heeft erosies in de maag
    15-30% heeft ulcera bij endoscopie (vaak asymptomatisch)
    3% krijgt ulcus complicaties
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Hoe maagbloeding behandelen?

A
  • Injectie: adrenaline
  • Thermische therapie: gold probe of argon plasma coagulatie
  • Mechanische therapie: clip

Vaak kies je voor eerst adrenaline (vasoconstrictie voor 6-7 uur) en dan thermische of mechanische therapie.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

3 soorten bloedingen?

A
  • Spuiter: hevige bloeding
  • Oozend: soort schaafwond
  • Visible vessel/niple: heeft net gebloed, grote kans op recidief
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Welke ulcera bloeden het hardst?

A

Bulbus ulcera, doordat de grootste arterie daar loopt: a. gastroduodenale.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Doel behandeling bloeding?

A
  • Shock stoppen, circulatie vol houden door fysiologisch zout of bloedtransfusie
  • Bloeding stelpen
  • Recidief voorkomen.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Wat doe je als bloeding stelpen met scopie niet lukt?

A

Angiografie, radioloog vindt de bloeding en plaats coil wat zorgt voor minder bloeddoorstroming en stolselvorming.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Wanneer geef je maagzuurremmers?

A

Om ulcus te genezen duurt 6-8 weken. Bij acute bloeding geef je ze omdat stolling beter werkt bij hogere pH.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Medicamenteuze behandeling ulcus?

A

Zuurremmers:
- ppi of H2 blokker
Anti h.pylori therapie
Staken NSAID’s of vervangen door COX-2 selectief NSAID met ppi

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Welke behandeling van h.pylori?

A

Triple therapie: ppi met 2 antibiotica
Want antibiotica werkt slechter in zuur milieu, antibiotica resistentie zie je vaker bij mono-therapie, slechte penetratie in mucuslaag

17
Q

Wat als er lucht zit tussen lever en diafragma?

A

Dan hoor je geen leverdemping en duidt bij acute pijn op maagperforatie.

18
Q

Risicofactoren voor reflux?

A
  • Hernia diafragmatica
  • Overgewicht, meer druk in buik dus maaginhoud makkelijker omhoog
  • Roken: LES contraheert slechter
19
Q

Consequenties reflux?

A
  • reflux esophagitis (ontsteking)
  • Barret oesophagus
  • Adenocarcinoom