HC 3.4 kwaliteit van zorg Flashcards

1
Q

Wat zijn kenmerken van de kwaliteit van zorg?

A

In hoeverre gezondheidsinstellingen de waarschijnlijkheid van gewenste uitkomsten vergroten en consistent zijn met de huidige professionele kennis
- Veilig, effectief, patiëntgericht, tijdig, efficiënt en gelijkwaardig

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Voor wie is de kwaliteit van zorg belangrijk?

A

Professionals, patiënten en het systeem (gereguleerde marktwerking vereist transparantie)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Wat zijn indicatoren?

A

Parameters die je kan meten en die (een deel van) van de zorg representeren (signaalfunctie)
-> structuur- , proces- of uitkomstmaten

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Wat zijn structuurmaten?

A

Zeggen iets over de context van de zorg
- Aantal bedden, aanwezigheid SEH, aantal artsen, volume operaties

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Wat zijn procesmaten?

A

Zeggen iets over de behandeling van de patiënt
- Trombolyse, CT-scan, binnen 1 uur gezien worden

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Wat zijn uitkomstmaten?

A

Zeggen iets over de patiënt na het krijgen van de zorg
- Sterfte, kwaliteit van leven, complicaties, patient reported outcome measures (PROM’s)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Wat zijn voor- en nadelen van procesmaten?

A
  • Voordelen: directe suggestie voor verbetering, koppeling aan evidence based zorg en niet zo gevoelig voor populatie
  • Nadelen: slechts deel vd zorg bekeken, minder relevant voor de patiënt
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Wat zijn voor- en nadelen van uitkomstmaten?

A
  • Voordelen: relatief makkelijk te verzamelen en relevant voor de patiënt
  • Nadelen: compensatie slechte zorg met goede zorg, geen indicatie wat precies slecht gaat, gevoeligheid voor case-mix en toevalsvariatie
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Waardoor ontstaan verschillen in uitkomstmaten?

A

Toeval/statistische onzekerheid, case-mix, confounding, registratie bias en verschil in kwaliteit

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

wat is statistische onzekerheid

A

hoe kleiner de patientgroep, hoe groter de variaties.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Hoe kun je corrigeren voor statistische onzekerheid?

A
  • Random effect regressiemodellen: uitkomst 1 ziekenhuis combineren met uitkomst hele populatie
  • Rankability: combinatie grootte van verschillen met onzekerheid (mate van echte variatie)
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Wat is case-mix?

A

Verschil in mix van patiëntenpopulatie in ziekenhuis
- Klinisch (bv stadium), demografisch (bv leeftijd) en sociaal economisch (bv SES)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Wanneer doe je een case-mix correctie?

A

Bij factoren die:
- voorspellend zijn voor de uitkomst
- verschillen tussen ziekenhuizen
- variabelen mogen niet te beïnvloeden zijn door de ziekenhuizen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly