HC 14 - Proefdierhandelingen Flashcards

1
Q

Welke proefdierhandelingen mogen “wij” uitvoeren?

A
  1. Euthanasie
  2. Chirurgie
  3. Medische handelingen (injectie etc)
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Wat is euthanasie, zijn de voorwaarden van euthanasie en wat is het einddoel?

A
  1. Humaan doden van een proef- of huisdier
  2. Het moet een goede dood zijn
  3. Beperken van het lijden moet centraal staan

Einddoel :

  1. Depressie van het centraal zenuwstelsel
  2. Induceren van (in)direct zuurstof tekort (hypoxie)
  3. De fysieke destructie van het hersenschors
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Welke middelen zijn er beschikbaar voor euthanasie?

A
  1. Injectiepreparaten
  2. Inhalatie
  3. Mechanisch-fysisch
  4. Secundaire methoden
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Welke injectiepreparaten zijn er voor euthanasie?

A
  1. T-61
  2. Pentobarbital (= gebruikt op school)
  3. Benzocaïne / Tricaïne methane sulphonate (MS-22)
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Wat is belangrijk bij inhalatie euthanasie?

A
  1. Eerst 70% CO2 / 30% O2 –> daarna over op 100% CO2
  2. Alle CO2 moet UIT de bak zijn anders ervaren de dieren stress
  3. Raken in zeer korte tijd buiten bewustzijn
  4. H2O + CO2 wordt H2CO3. Slijmvliezen gaan prikken door verzuring = pijnlijk
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Welke mechanisch fysische manieren zijn er voor euthanasie?

A
  1. Cervicale dislocatie
    - Nek breken
  2. Decapitatie
  3. Microwave verhitting (=duur 10 sec)
    - Hoog vermogen
    - Voornamelijk bij kleine dieren
  4. Versnipperen
    - Bij jonge kuikens en vissen
  5. Schieten
    - Alleen op grote dieren
  6. Mechanisch bedwelmen
    - Alleen kleine dieren
    - Bijvoorbeeld een klap op het hoofd
  7. Electrisch bedwelmen
    - Electrodes op het hoofd
    - Konijnen, knaagdieren, pluimvee
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Wat zijn secundaire euthanasie methoden en wanneer mogen deze gebruikt worden?

A

Deze methoden mogen alleen gebruikt worden als het dier onder narcose is / pijn is uitgeschakeld. Dus tijdens ok.

  1. Verbloeden (= hart doorknippen)
  2. Vloeibare stikstof
  3. Hersendestructie
  4. Cloralhydraat (slaapmiddel)
  5. Kaliumchloride
  6. Luchtembolie
  7. Stikstof (gas)
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Wat is het doel van wondgenezing en welke fasen zijn er in dit proces?

A

Een gat, welke veroorzaakt is door schade, weer vullen

  1. Coagulatie fase
  2. Ontstekingsfase
  3. Proliferatiefase
  4. Remodelling fase
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Wat gebeurd er in de Coagulatiefase?

A

De cellen zijn beschadigd

  1. Bloedplaatjes en fibrine zorgen voor stolling
    - Onmiddelijk na verwonding
  2. Wondhelingsproces wordt geïnitieerd
    - PDGF, TGF-alpha, TGF-beta
    - Bloedplaatjes degranuleren (trombine komt vrij)
    * Fibrinonectine
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Wat gebeurd er in de ontstekingsfase?

A

Het wondbed wordt opgeruimd

  1. Neutrofielen komen naar de locatie
    - Produceren TGF-beta
    * Dit trekt de macrofagen naar de wondlocatie
  2. Macrofagen komen naar de locatie
    - Produceren PDGF. TGF-alpha, TGF-beta, FGF, EGF, IL-1, TNF-alpha
    * Hierdoor komen de lymfocyten
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Wat gebeurd er in de proliferatiefase?

A
De wond vult zich met fibroblasten die zich gaan omzetten in endotheel- en epitheelcellen 
- TGF-beta, PDGF, KGF, FGF, IL-1, IFN
Endotheel
- TGF-beta, PDGF, FGF
Epitheel
-TGF-alpha, TGF-beta, EGF
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Hoe ontstaan chronische wonden?

A
  1. Wondgenezing verloopt niet via de verschillende fases
  2. Geen genezing na 4 weken(humaan)
  3. Geen progressie na 8 weken(humaan)
  4. Bij dieren mag het nooit zo ver komen, eerder euth
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Wat zijn de karakteristieken van chronische wonden?

A
  1. Toegenomen onstekingscytokines
  2. Fenotype fibroblasten veranderd
  3. Afwijkingen in de groeifactoren
  4. Toegenomen proteases (breken eiwitten af)
  5. Veranderde keratinocyten functie
  6. Toegenomen aantal senescente cellen (=rust)
    - Cellen willen niet veranderen / remodellen
  7. Lokale factoren
  8. Andere factoren
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Wat zijn lokale factoren en andere factoren die bijdragen aan chronische wonden?

A

Lokaal :

  1. Zuurstofvoorziening
  2. Infectie
  3. Type besmetting
  4. Doorbloeding

Anders :

  1. Leeftijd, geslacht, geslachtshormonen, stress, ischemia, voeding
  2. Ziekte. medicijnen, alcohol, roken, obesitas
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Wat zijn chirurgische handelingen?

A
  1. Incisie / excisie (in en uitsnijden)
  2. Weefselbehandeling
  3. Hemostase (bloedstelping)
  4. Herstellen van anatomische structuren (hechten)
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Wat zijn de principes van Halstead?

A

7 regels en 1 overkoepelend principe!
Do no harm!
1. Handle tissue gently = voorzichtig werken
2. Achieve meticulous hemostasis = geen bloedingen
3. Perserve vascularity = behoud doorbloeding
4. Ensure strict asepsis = steriel werken
5. Close the wound without tension
6. Achieve good aproximation of tissue = goede bereikbaarheid weefsel = op juiste plek incisie etc
7. Avoid dead space = alle lagen moeten worden gesloten

17
Q

Hoe zorg je voor minimale trauma?

A
  1. Van buiten naar binnen met scherp materiaal

2. Werken in het lichaam met stomp materiaal

18
Q

Hoe behoud je hemostase?

A

Door bloedingen te voorkomen :

  1. Gebruik wattenstaafjes
  2. Klemmen plaatsen
  3. Ligatuur voor afbinding gebruiken
  4. Coagulatie dmv stroom (dichtbranden etc)
  5. Gebruik bloedstelpende materialen

Goede kennis van anatomie en fysiologie = cruciaal!

19
Q

Hygiënisch / Aseptisch werken is logisch

A

Hoef ik geen kaartjes over te maken!

20
Q

Wat is hechtmateriaal en welke soorten zijn er?

A

Ligatuur om weefsels tegen elkaar te brengen
Hechtdraad is lichaamsvreemd en roept een reactie op
Soorten :
1. Oplosbaar synthetisch
- Minimale weefselreacties
2. Gevlochten of gedraaide draden
- Soepel maar ruw
- Risico op ontsteking
- Gaatjes in de draad zorgen voor doorlaatbaarheid bacteriën
- Alleen voor IN het lichaam
3. Monofile draad
- Glad maar weerbarstig = moeilijk knoop leggen
- Voor buiten het lichaam
- Sluit af. Kunnen geen bacteriën meer doorheen