HC 1 Introductie en evolutie Flashcards
Affectieve fenomenen
Emoties, maar ook:
- voorkeuren
- attitudes
- stemmingen (duren langer dan emoties)
- affectieve predisposities (persoonlijkheidskenmerken)
- intepersoonlijke houdingen
- esthetische emoties (emoties bij bijv. luisteren naar muziek)
- gebruiksgerichte emoties (de functie van deze emoties is duidelijk)
–> deze zijn niet hetzelfde als emoties
Kenmerken van emoties
- reactie op een stimulus
- appraisal (= opgewekt door een situatie)
- ervaring en expressie
- korte duur
- motivatie om specifiek gedrag te uiten
- vermogen om emoties te reguleren
- effect op zelf en anderen
- adaptief (emoties prioriteren onze reacties)
Duur van affectieve fenomenen
- expressies (seconden)
- autonomische verandering (seconden)
- zelf-gerapporteerde emoties (min - uur)
- Stemming (uur - maand)
- emotionele stoornissen (week - jaar)
- persoonlijkheidskenmerken (jaar - levenslang)
Functie van emoties
Emoties helpen om optimaal gedrag te vertonen in een bepaalde situatie
Voorwaarde voor adaptieve emoties
Er moet aan bepaalde voorwarden voldaan worden om ervan te kunnen profiteren
- accurate appraisal
- juiste mate van belang die aan situatie gehecht wordt
- prioriteiten doelen komt overeen met belang
- reacties zijn zinvol voor de situatie
- hoge emotionele intelligentie
Voorwaarde: acurate appraisal
Emoties moeten door de juiste situaties opgewekt worden
voorwaarde: juiste mate van belang die aan een situatie gehecht wordt
Probeer te filteren wat het belangrijkst is. Als het gaat intergereren met andere bezigheden is het niet adaptief
Voorwaarde: reacties zijn zinvol voor de situatie
Regulatie is belangrijk om bijv. beter te reageren op een situatie. Een emoties is geen reflex. Je hebt vrijheid om reacties aan te passen
Voorwaarde: hoge emotionele intelligentie
Je moet weten wat je met emoties kunt, en wat de functie van emoties is, en hoe je emoties kunt gebruiken. Als je dat weet kun je er optimaal van profiteren
Charles Darwin (1859)
- On the origin of species by means of natural selection
- evolutie is de verklaring voor de diversiteit in leven op aarde
- Natuurlijke selectie is de drijvende kracht achter adaptieve evolutie
Twee vragen van Darwin
- Hoe worden emoties geuit in mensen en andere dieren?
- waar komen onze emoties vandaan?
3 karakteristieken van evolutie
- overevloed van genen (meer nakomelingen dan nodig)
- variatie
- (natuurlijke) selectie
Natuurlijke selectie
De differentiële reproductie van karakteristieken die betere overlevingskansen hebben door adaptatie aan de omgeving
–> populatie en organismen passen zich aan aan de omgeving
Voorbeelden van adaptatie
- Gif ontwijken –> vieze smaak voor bitter
- Kosten voor nakomelingen delen –> man met veel status
- vruchtbare partner vinden –> voorkeur voor jonge partner
- nakomeling beschermen –> baby’s cute vinden
Epigenetica
Het aan en uit zetten van genen beïnvloedt door de omgeving
–> survival of the fittest = reproductive succes
Statistische strategie
- mannen
Eén man met 10 vrouwen heeft 100 kinderen als ieder vrouwe 10 kinderen heeft
–> mannen kunnen makkelijk genen doorgeven
Investment strategie
- vrouwen
Eén vrouw met 10 mannen heeft maar 10 kinderen
–> vrouwen moeten goed kiezen met welke man ze hun genen willen doorgeven (investeren)
Intraseksuele selectie
Individuën van de ene seks ontwikkelen kenmerken waarmee ze kunnen concurreren met andere individuën om paringskansen te winnen
Interseksuele selectie
Individuën van de ene seks ontwikkelen voorkeuren voor de andere seks (mate choice)
- grotere veren
- hogere status
- etc.
4 sociale motivaties om overlevingskansen te vergroten
- attachment (for protection) –> hechting
- hierarchie (power motivation)
- Affiliation/aansluiting
- In-group preferences
Attachment om overlevingskansen te vergroten
Hechting voor bescherming –> eerst beschreven door Bowlby
Kan uitbloeien tot romantische banden
Hierarchy om overlevingskansen te vergroten
Motievatie voor power/macht
Status hierarchies
- competitie –> kan het beste in iemand naar boven halen, ten schade van anderen
Status hierarchies
Verzorgen van degene lager in de hierarchie
–> bij dieren stoppen de alpha’s conflicten tussen groepsleden
Affiliatie
Voor elkaar zorgen en samenwerken
- affiliatieve realties worden gelenmerkt door verschillende emotionele processen: warmte, empathisch begrip, gedeeld plezier, waardering en dankbaarheid, emotionele openbaring, zorg en toewijding
In-group preferences
Antisociaal tegenover out-groups
Verschil in geslacht bij jaloezie
- mannen hebben geriskeerd in kinderen die niet van hun zijn
- mannen zouden meer jaloers moeten zijn bij seksueel vreemdgaan
- vrouwen raken eerder van slag bij emotioneel vreemdgaan
Zoology methode voor evolutionaire psychologie/emotie
Kijkt naar onze naaste familieleden, chimpanzees en bonobos
Archeology methode voor evolutionaire psychologie/emotie
Kijkt naar menselijke voorouderen
Anthropology methode voor evolutionaire psychologie/emotie
Kijkt naar de hedendaagse samenleving in een vroeger stadium van ontwikkeling
Probleem en oplossing met context-specifieke brein programma’s
Probleem: kunnen conclicterende outputs geven wanneer ze tegelijk worden geactiveerd
Oplossing: de geest uitrusten met superordinate programma’s die de lagere programma’s overriden –> emoties
Emoties
- manier van functioneren
- coördineert fysiologische, cognitieve, motivationele, gedragsmatige en subjectieve reacties in patronene die
- de mogelijkheid om adaptieve challenges van situaties te verhogen die
- opnieuw voorkomen in evolutie
–> dus worden ze gevormd door natuurlijke selectie
Voorbeeld van emoties door natuurlijke selectie
Ontwijken van een roofdier veroorzaakt een verandering in:
- hartslag
- gehoor
- slaap
- voeding