H9: Taal Flashcards

1
Q

Crossed aphasia:

A

Letsel in de rechterhemisfeer bij rechtshandige persoon

want normaal is het letsel dan in de linkerhemisfeer

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Drie manieren om taallateralisatie te meten:

A
  • WADA
  • fMRI
  • Directe elektrische stimulatie
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Poeppel ging hersenen opdelen in drie delen:

A
  1. Frontaal = synthetiseren
  2. Pariëtaal = analytisch
  3. Temporaal = geheugen
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Centrale afasieën (4):

= Bij de fissuur van Sylvius

A
  • Afasie van Broca
  • Afasie van Wernicke
  • Geleidingsafasie
  • Globale afasie
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Afasieën buiten de Sylvische fissuur (4):

A
  • Transcorticaal motorische afasie
  • Transcorticaal sensorische afasie
  • Gemengd transcorticale afasie
  • Amnestische afasie
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Perseveraties:

A

zichzelf veel herhalen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Oorzaak Broca:

A

Uitgebreide peri-sylviaanse lesie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Oorzaak geleidingsafasie:

A

Fasciculus arcuatis / gyrus supramarginalis

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Oorzaak globale / totale afasie:

A

Uitgebreid letsel t.h.v. linkerhemisfeer

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Oorzaak transcorticaal motorische afasie:

A

Anterieur / superieur aan Broca

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Oorzaak transcorticaal sensorische afasie:

A

Posterieure temporo-pariëtale regio

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Oorzaak gemengd transcorticale afasie:

A

letsel dat de taalzones isoleert van de rest van de cortex (isolatie-afasie)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Oorzaak amnestische afasie:

A

Geen specifieke locatie maar vaak op grensgebied tussen temporale / pariëtale

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Parafasieën:

A

Woorden die niet in de context passen maar het DOELWOORD IS HERKENBAAR

(“Ik drink uit mijn wolk” ipv glas)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Paragrammatismen / dyssyntaxis:

Wernicke

A

Overdreven vervoegingen!

“Ik ben vandaag naar hier gekomen geweest zijn”

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Verschillende types parafasieën (4):

A
  1. Verbale parafasie (gelijkaardige betekenissen)
    (vest ipv broek)
  2. Forme parafasie (woord dat fonetisch bij doelwoord ligt) (lat ipv kat)
  3. Irrelevante parafasie (woorden bestaan maar je kan geen betekenis afleiden uit de zin)
  4. Neologismen: (fonologisch = geen verwantschap) (semantisch (wel verwantschap; vb: loeibeest ipv koe))
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
17
Q

Logorhee:

A

Patiënt blijft aan één stuk doorpraten

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
18
Q

Conduite d’approche:

onderdeel geleidingsafasie

A

patiënt wil zich herpakken, blijft zich verbeteren en KOMT TOT DOELWOORD

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
19
Q

Conduite d’écart:

onderdeel geleidingsafasie

A

patiënt dwaalt steeds verder weg van doelwoord

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
20
Q

Echolalieën:

transcorticaal motorische afasie

A

met dezelfde woorden bevestigend antwoorden wat je in een vraagzin plaatst

(we gaan toch naar buiten?)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
21
Q

Passe-partoutvormen:

amnestische afasie

A

= Zelfde woord voor vanalles en nog wat gebruiken

“ben mijn dingen vergeten om naar de dingen te gaan”

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
22
Q

Neo-associonisten denken via (3):

A
  • Grammatica
  • Fonologie
  • Semantiek
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
23
Q

… splitst hersenen op in frontale gebied van Broca & het meer posterieure

A

Sylcus centralis

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
24
Q

Spellend lezen gebeurt via de … route

A

dorsale route

25
Q

Herkennen lezen gebeurt via de … route

A

ventrale route

26
Q

Bij de neo-holisten staat het … systeem centraal met verschillende routes

A

semantisch systeem

27
Q

ERP taalactivatie: 150-200ms:

A

Syntactisch

28
Q

ERP taalactivatie: N400:

A

Semantiek

29
Q

ERP taalactivatie: P600

A

Grammatica & Syntax

30
Q

Fonologie vindt plaats in de … regio

A

pariëtale regio

31
Q

In de … gyrus komen alle bestaande EN niet bestaande woorden toe (identificeert letters en differentieert)

A

Linguale gyrus

32
Q

de … gyrus is het interfacesysteem tussen virtuele input en specifieke linguistische processen (visuele woordherkenning bvb)

A

de Mediale fusiforme gyrus

33
Q

Ventrale route is BILATERAAL en automatisch en functioneert als het geheugen terwijl de dorsale route…

A

niet-automatisch is en ANALYTISCH werkt

34
Q

functie semantische route bij lezen:

A

betekenis toekennen aan woorden

35
Q

functie lexicale route bij lezen:

A

analyseren van tekst, zonder betekenis

36
Q

functie niet-lexicale route bij lezen:

A

lezen van pseudowoorden (geen analyse)

37
Q

Er zijn drie soorten dyslexie:

A
  1. Surface dyslexie (onregelmatige woorden)
  2. Diepe dyslexie (regelmatige woorden)
  3. Fonologische dyslexie (non-woorden / pseudowoorden)
38
Q

Agnostische alexie:

A

het geheel niet zien, wél delen van een woord

39
Q

AFATISCHE alexie (4 soorten):

A
  • Surface dyslexie
  • Diepe en fonologische dyslexie
  • Zuivere alexie zonder agrafie (woordblindheid)
  • Zuivere alexie met agrafie
40
Q

Gemengde alexie bestaat uit de combinatie van:

A

Agnostische en afatische alexie

41
Q

Surface dyslexie is een verstoring van de … route

A

Verstoring van lexico-semantische route

42
Q

Diepe dyslexie is een verstoring van de … route

A

Verstoring van de lexicale route

43
Q

Fonolische dyslexie is een verstoring van de … route

A

Verstoring van de sublexicale route (dorsale route)

44
Q

Twee types van alexie:

A
  • Zuivere alexie voor LETTERS (posterieure occipitale type)

- Zuivere alexie voor WOORDEN (fusiforme type)

45
Q

Zuivere alexie met agrafie is een verstoring in de gyrus…

A

gyrus angularis

46
Q

Attentionele dyslexie:

A

moeite met lezen van woorden in zinverband

47
Q

Neglect dyslexie:

A

Linkerveld wordt verwaarloosd dus een deel van het woord wordt niet herkend

48
Q

Kana is een voorbeeld van een SYLLABISCHE taal en wordt verwerkt via de … route

A

verwerkt via de fonologische route

49
Q

Kanji is een voorbeeld van een LOGOGRAFISCHE taal en wordt verwerkt via de … route

A

verwerkt via de directe route

50
Q

Dysartrie:

A

motorische spraakproblemen

51
Q

Dysprosodie / aprosodie:

A

het onbreken van toonverschillen, ritme, …

52
Q

Linguïstische prosodie:

A

problemen met het begrijpen van accentuatie, informatie, …

53
Q

Auditieve affectieve agnosie:

A

problemen met het begrijpen van affectieve informatie

54
Q

Avocalie:

A

onvermogen om nieuwe liederen te zingen of aan te leren

55
Q

Desultorisch taalgebruik:

A

van de hak op de tak

56
Q

Afferente dysgrafie:

A

niet correct schrijven, wel in staat om luidop te spellen

57
Q

Neglect dysgrafie:

A

woorden onder elkaar schrijven,…

58
Q

Neglect dyslexie:

A

enkel het rechterdeel van een zin lezen, negeren van de eerste cijfers / letters