H9: sekse en gender Flashcards

1
Q

Waarom is de studie van geslachtsverschillen controversieel?

A
  • politiek geladen
  • waarheidsgehalte
  • nut?
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Wat zijn geslachtsverschillen?

A

= gemiddelde verschil tussen mannen en vrouwen op het vlak van een bepaald kenmerk

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Bij welk kenmerk van persoonlijkheid zijn we duidelijke geslachtsverschillen?

A

agressie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Wat is een significantie test?

A

Dat bepaalt of het verschil tussen groepen statistisch significant is.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Wat is de meest gebruikte maat om grootte van verschillen uit te drukken?

A

Cohen’s d

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Wat is de onderverdeling binnen de effectgrootte D?

A

.20 = klein
.50 = medium
.80 = groot

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Hoe omschrijft een minimalist een geslachtsverschil?

A

Ze omschrijven geslachtsverschillen als klein en zonder grote gevolgen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Hoe omschrijft een maximalist een geslachtsverschil?

A

Ze stellen dat grootte van verschillen niet geminimaliseerd mag worden.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Welke 2 sociale theorieën zijn er over geslachtsrollen?

A

1) socialisatie theorie
2) sociale rol theorie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Wat is de socialisatie theorie?

A

Visie: jongens en meisjes zijn anders omdat ze anders worden opgevoed:
- jongens worden bekrachtigd in mannelijk gedrag >< meisjes in vrouwelijk gedrag
- Bandura sociale leertheorie: jongens en meisjes leren gedrag door sekse genoten te observeren

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Op welke vlakken is er crossculturele evidentie voor behandeling van jongens en meisjes?

A
  • huishoudelijke taken
  • afstand tot huis
  • seksuele vrijheid
  • zorgend zijn
  • competitiviteit
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Via welke 2 routes verloopt ouderlijke invloed/socialisatie?

A

1) sekse-typisch gedrag van de ouders
2) socio-economische mogelijkheden van de ouders

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Wat is de sociale rol theorie?

A

Sekseverschillen ontstaan omdat mannen en vrouwen terechtkomen in andere beroepen en familierollen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Waaraan worden geslachtsverschillen in testosteron gelinkt?

A

Aan traditionele geslachtsverschillen op vlak van gedragingen zoals agressie, dominantie, beroepskeuze en seksuele drift.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Wat is een incel?

A

= onvrijwillige alleenstaande die zichzelf definiëren als niet in staat om een romantische partner te vinden terwijl ze hier wel naar verlangen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Wat is de theorie van ouderlijke investering?

A

vrouwen: kunnen weinig kinderen voortbrengen en investeren meest in de opvoeding => kieskeurig in partnerkeuze
mannen: kunnen veel kinderen voortbrengen en investeren minder in de opvoeding => minder kieskeurig in partnerkeuze

17
Q

Wat is de mensen-dingen dimensie?

A

= vrije tijd en beroepsmatige interessesW

18
Q

Wat is het verschil tussen mannen en vrouwen op vlak van de mensen-dingen dimensie?

A

Mannen: meer geïnteresseerd in dingen/objecten.
Vrouwen: meer geïnteresseerd in mensen.

19
Q

Vanaf welke levensfase 2 tot 3x meer voor bij mannen dan bij vrouwen?

A

vanaf de puberteit

20
Q

Hoe uit zich depressie bij mannen?

A

agressie, inactief, teruggetrokken

21
Q

Wat zijn mogelijke verklaringen voor de verschillende symptomen van depressie bij mannen en vrouwen?

A
  • ruminatie
  • geïsoleerde familie theorie
  • ontevredenheid met fysiek uiterlijk
22
Q

Wat is de double shot theorie?

A

man: denken aan seksuele ontrouw maar vreest ook voor emotionele ontrouw
vrouw: denken aan emotionele ontrouw maar vreest ook voor seksuele ontrouw

=> dubbel erg
=> studies: geen bevestiging

23
Q

Welk concept is ontwikkeld in de jaren ‘70?

A

Androgynie

24
Q

Welke 4 types zijn er binnen de 2 onafhankelijke dimensies (Bem en Spence)

A
  • mannelijk: hoog m/laag v
  • androgyn: hoog m/hoog v
  • ongedifferentieerd: laag m/laag v
  • vrouwelijk: laag m/hoog v
25
Q

Wat zijn gender stereotypen?

A

= overtuigingen over welke eigenschappen men denkt dat mannen en vrouwen bezitten

26
Q

Wat zijn de 3 componenten van gender stereotypen?

A

1) cognitief
2) affectief
3) gedragsmatig