H2: tijd Flashcards

1
Q

Wat is persoonlijkheidsontwikkeling?

A

= de samenhang, consistente en stabiliteit van eigenschappen van mensen doorheen de tijd en de wijzen waarop mensen veranderen over de tijd

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Welke 2 vormen van stabiliteit bestaan er?

A

1) rangorde stabiliteit
2) gemiddelde niveau stabiliteit

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Wat is rangorde stabiliteit?

A

= je relatieve positie tegenover anderen blijft dezelfde doorheen de tijd

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Wat is gemiddelde niveau stabiliteit?

A

= bevolking blijft doorheen de tijd op hetzelfde niveau, ook al wordt de bestudeerde populatie wel ouder

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Wat zijn de 2 definiërende kwaliteiten van persoonlijkheidsontwikkeling?

A
  • intern: de veranderingen zijn intern in de persoon
  • aanhoudend: de veranderingen houden aan doorheen de tijd, niet tijdelijk
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Wat zijn de 3 niveaus van analyse?

A

1) populatieniveau
2) niveau van groepsverschillen
3) niveau van individuele verschillen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Wat is het populatieniveau?

A

Veranderingen of consistenties over de tijd die voor iedereen min of meer gelden.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Wat is het niveau van groepsverschillen?

A

Veranderingen die anders of specifiek zijn voor een bepaalde groep mensen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Wat is het niveau van individuele verschillen?

A

Veranderingen die specifieke individuen treffen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Wat is de visie van het temperamentsmodel?

A

Persoonlijkheid is biologisch bepaald en verandert niet over de tijd heen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Wat is temperament?

A

= individuele verschillen die al vroeg tot uiting komen, meestal erfelijk en hebben te maken met emotioneel gedrag

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Zijn er al vroege stabiele verschillen in temperament te zien gedurende de eerste levensjaren? JA/NEE

A

Ja

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

De stabiliteit neemt af naarmate de leeftijd toeneemt. JUIST/FOUT

A

Fout, de stabiliteit neemt toe met de leeftijd.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

In het onderzoek van Saundino zijn er 2 belangrijke berekende maten, dewelke?

A

1) stabiliteitscoëfficiënt
2) validiteitscoëfficiënt

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Wat is de stabiliteitscoëfficiënt?

A

= correlatie tussen 2 dezelfde maten op verschillende tijdsmomenten (test-hertest betrouwbaarheid)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Wat is de validiteitscoëfficiënt?

A

= correlatie tussen 2 verschillende manieren van meten van dezelfde trait, op hetzelfde moment

17
Q

Is de persoonlijkheid op jonge leeftijd een goede voorspeller voor de persoonlijkheid als volwassene?

A

Ja, doordat de individuele verschillen stabiel zijn over de tijd heen.

18
Q

Waarom wordt persoonlijkheidsstabiliteit sterker bij stijgende leeftijd?

A

Hoe ouder iemand wordt, hoe minder veranderingen in verschillen tussen mensen aanwezig zijn. (rangorde stabiliteit)

19
Q

Hoe ziet de gemiddelde niveaustabiliteit eruit in de volwassenheid?

A
  • consistente, kleine veranderingen
  • tijdens 20-ers jaren grootste veranderingen
20
Q

Wat is de sociale investeringstheorie/maturiteitsprincipe?

A

Nieuwe levensfasen hangen samen met sociale rollen en hierdoor gaan we meer sociaal investeren.

21
Q

Wat is zelfwaarde variabiliteit of -instabiliteit?

A

= de grootte van kortetermijn veranderingen in zelfwaarde gevoel als reactie op externe gebeurtenissen

22
Q

Wat is sensation steeking?

A

= sensatiebelustheid
= kicks, avontuur of nieuwe ervaringen opzoeken, gevoeligheid voor verveling, ongeremdheid

23
Q

Wat zijn kenmerken van sensation seeking?

A
  • stijgt met de leeftijd van kinderjaren tot adolescentie
  • piek late adolescentie
  • daalt gestaag vanaf 20-er jaren
  • samengevat: ontstaan van maturiteit
24
Q

Wat zijn de 3 voorspelbare veranderingen volgens toenemende leeftijd?

A

1) impulsiviteit en sensatie zoeken neemt af met de leeftijd
2) mannen en vrouwen worden als ze ouder worden meer competent en onafhankelijk
3) veranderingen in onafhankelijkheid hangen waarschijnlijk samen met levensstijl en aangenomen rollen

25
Q

Wat zijn cohort effecten?

A

= effecten die typerend zijn voor bepaalde generaties

26
Q

Is de keuze van een huwelijkspartner de oorzaak van stabiliteit of verandering in de persoonlijkheid?

A

Persoonlijkheidsstabiliteit is hoger als je een partner hebt die op je lijkt.

27
Q

Wat is het gipsmodel van persoonlijkheid?

A

Persoonlijkheidsstabiliteit wordt sterker bij stijgende leeftijd: hoe ouder, des te minder veranderingen in verschillen tussen mensen.