h9 ontwikkeling van de autonomie Flashcards

bsdqf

1
Q

objectives

A
  1. correcte DEFINITIES kunnen geven van autonomie bij adolescenten
  2. de ONTWIKKELING van autonomie vanuit verschillende perspectieven kunnen beschrijven
    3; op een genuanceerde manier kunnen stilstaan bij de GEVOLGEN van de autonomie-ontwikkeling voor jongeren
  3. uitgaande van autonomie als ontwikkelingstaak voor jongeren, inzien wat de DETERMINANTEN van deze ontwikkeling zijn
  4. genuanceerd kunnen antwoorden op de vraag of autonomie alleen goed is voor Westerse jongeren (CULTUUR)
  5. De consequenties van je kennis over autonomie voor je beroep als leerkracht begrijpen en kunnen toepassen.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

2 definities van autonomie

A
  1. Autonomie als ONAFHANKELIJKHEID, loskomen(separatie) tussen adolescenten en ouders, zowel fysiek als psychologisch. (bijna halvering van tijd met ouders)
  2. Autonomie als VRIJWILLIG of zelfgedetermineerd FUNCTIONEREN, het gevoel hebben dat je vrije keuzes hebt (zonder druk), volgens je eigen waarden.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

autonomie als onafhankelijkheid/loskomen (algemeen)

A

kinderen gaan door 2 separatie-individualisatieprocessen. 1 in de kindertijd en 1 in de ado. Dit kan zowel goed als slecht verlopen en is ook voor de ouders een moeilijk proces

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

1e separatie-individuatie proces

A

Mahler (tss 3-6j)

  • fysiek losmaken van symbiose met moeder,
  • internaliseren van beeld van ouders
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

2e separatie-individuatie proces

A

Blos: dit is ontwikkelingstaak,

  • DE-IDEALISATIE: afstand van beeld ouders, meer richten op leeftijdsgenoten en idolen vereren ipv ouders,
  • VERANTWOORDELIJKHEID nemen voor eigen gedrag en fouten
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Als separatie moeilijk gaat: foutgelopen de-idealisatie (3)

A
  • leegte tussen oude en nieuwe bindingen -> emo problemen
  • slaafse onderwerping aan sektes
  • totale verwerping van idealisatie -> ouders = ouderwets
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

ALs separatie goed gaat (2)

A
  • gedragsmatige onafhankelijkheid, zelfstandig beslissen over persoonlijke zaken.
  • balans wordt behouden tussen verbondenheid en onafhankelijkheid
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Opdeling van thema’s waarover kan worden beslist

A
  • conventioneel (ongeschreven regels)
  • prudentieel (veiligheid, gezondheid)
  • gemengd
  • persoonlijk
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

autonomie als vrijwillig functioneren

A
  • volgens 1 van de ZDT’en zullen mensen van nature uit gedragsrulaties, doelen, … internaliseren. Hoe meer internalisatie van een bepaald gedrag, hoe meer het aanvoelt als vrijheid en autonomie.
    Gedragingen worden opgedeeld in extrinsieke en intrinsieke motivatie.
    Een andere opdeling gaat uit van gecontroleerde motivatie (moeten) en autonome motivatie (willen)
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

ZDT

A

zelfdeterminatietheorie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

intrinsieke motivatie

A

activiteit uitvoeren omwillen van de activiteit zelf, deze is inherent boeiend en interessant

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

extrinsieke motivatie

A

activiteit uitvoeren om een uitkomst te bekomen die buiten de activiteit zelf is gelegen

  • > extern,
  • > introjectie (door schaamte schuld)
  • > identificatie, (omdat je het zelf belangrijk vindt)
  • > integratie (in lijn met innerlijke waarden)
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

onafhankelijkheid vs vrijwillig functioneren

A
  • onafhankelijkheid meer REACTIEF afzetten van RELATIE met ouders
  • vrijwillig functioneren meer REFLECTIEF nadenken over eigen PERSOON als BASISBEHOEFTE

staan relatief los van elkaar-> bv uit vrije wil streven naar onafhankelijkheid.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

4 combinaties van onafhankelijkheid en vrijwillig functioneren

A
  • gecontroleerde onafhankelijkheid
  • autonome onafhankelijkheid
  • gecontroleerde afhankelijkheid
  • autonome afhankelijkeid
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

ontwikkeling van separatie/onafhankelijkheid

A
  • NORMATIEF en logisch gevolg van biologisch, cognitieve en emotionele ontwikkeling
  • eerst emotioneel (eerst m dan j) dan pas gedragsmatig loskomen
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

ontwikkeling van vrijwillig functioneren (kenmerken + per leeftijd + meest afhankelijk van)

A
  • taak voor zowel ado als volw en BASISBEHOEFTE
  • reflecterend karakter -> je kan beter worden in autonoom handelen met leeftijd door meer vaardigheiden

5-13 j : mindere externe motieven, meer geinternaliseerd gedrag
16-18j : meer vrijwillig functioneren
20-80j : meer identificatie en meer intrinsieke motivatie

omgevingsfactoren grotere rol dan rol van leeftijd.

17
Q

Wat zijn de gevolgen van seperatie? (nulhypothese, onderzoek, verklaringen (3), gevolgen te vroege ontwikkeling van separatie)

zie samenvatting

A
  • nulhypothese: separatie is nodig en is teken van volwassenheid, nodig om identiteit te creëren, en bij stoornissen bij separatie-individuatie proces -> pathologie
  • onderzoek: te grote afstand tss ado en ouders -> minder vertrouwen in ouders en zichzelf, meer sociale angst en meer probleem gedrag.
    Jongeren die alleen beslissen zonder ouders -> meer probleemgedrag en slechter op school
  • verklaring: té sterke sparatie betekend slechte relatie met ouders, separatie is niet makkelijk en timing is belangrijk
  • gevolgen: meer stress, meer depressie, meer probleemgedrag (meer kans op life course persistent), oorzaak = slechte gezinssituatie
18
Q

wat zijn de gevolgen en effecten van vrijwillig functioneren?
(nulhypothese, onderzoek, verklaring)

A

zie samenvatting

19
Q

Wat zijn positieve determinanten van een optimale ontwikkeling?

A

zie samenvatting