H8 Distributie analyse Flashcards
Welke drie beslissingen worden er genomen bij een distributie analyse?
- Keuze van distributie-intensiteit
- Keuze van distributiekanaal
- Het management van het distributiekanaal
Wat zijn de drie aggregatieniveaus in een distributie analyse?
Macro: Het heel distributiesysteem
Meso: Bijvoorbeeld supermarkten
Micro: Bijvoorbeeld relatie DE-Jumbo/AH
Welke twee demensies kent het distributiestructuur?
- Het aantal niveau in de distributieketen (verticale lengte)
- Het type tussenschakels binnen één niveau, zoals binnen de groep detaillisten
Welke soorten lengtes zijn er in een distributiekanaal?
Indirecte levering
- Kort kanaal (direct tot aan de detailist)
- Lang kanaal (met tussenschakel voor de detaillist)
Directe levering
(handel van producten via internet)
Wat is er belangrijk bij de schappositie?
Plaats:
- Hoogte in het schap
- Waar in de winkel (meerdere plekken)
Hoeveelheid
- Aantal facings
- Aantal SKU’s (Stock Keeping Unit) -> artikelnummer
Wat zijn de distributiegetallen?
Numerieke distributie= Lig ik in genoeg winkels?
deel/geheel -> 100 van de 500 winkels
Gewogen distributie= Lig ik in grote winkels?
Omzet / totaal -> 2000000 / 5000000
Selectie indicator= Gewogen distributie/numeriek distributie
40/20
Omzetaandeel= Wat is mijn taartpunt van de categorie winkels waar ik lig?
Omzet merk/deel -> 500000/2000000
Marktaandeel= Wat is mijn taartpunt van de totale markt?
Omzet merk/geheel -> 500000/5000000
Welke rollen spelen er bij mesoniveau?
Rol van groothandel
Rol van retailer
Wat zijn de onderdelen bij micro-niveau?
- Belang en rol van de distribuant
- Positie van het (fabrikant) merk bij de distribuant
- Doelstellingen, strategie en wensen van de distribuant
- Sterke en zwakke punten en verwachte strategie van de distribuant
Welke rol speelt inkoop bij micro-niveau?
Daardoor kan concurrentievoordeel (door het kiezen van het juiste reclamebord) worden gehaald bij:
- Ondersteunende goederen en diensten
- Productiemiddelen
- Halffabricaten en grondstoffen
Wat wordt er doorlopen bij het kiezen van een leverancier?
- In welke behoefte binnen de onderneming moet worden voorzien (interne analyse)
- Welke leverancier kan in die behoefte het beste voorzien
- Kwaliteit
- Prijs
- Service
Welke soorten distributie zijn er?
Intensieve distributie (zoveel mogelijk plekken)
Selectieve distributie (landelijk, maar beperkt aantal verkoopplekken)
Exclusieve distributie (in een bepaalde regio met slechts één distribuant)
Welke soorten producten zijn er?
Convenience goods = weinig moeite doen (alle levensmiddelen)
Shopping goods= enige moeite (meubels en kleding)
Specialty goods= grote inspanning (exclusieve auto, Ikea, Bijenkorf)
Welke twee distributiestrategieën zijn er?
Push-strategie= Het product door de kanalen heen te drukken
Pull-strategie= Hierbij wordt voornamelijk gericht op de finale consument