H5 Afnemersanalyse Flashcards

1
Q

Wat zijn de zes W’s van Ferell?

A

Wie zijn huidige klanten
Wat doen onze klanten?
Waar kopen onze klanten?
Wanneer kopen onze klanten?
Waarom kopen onze klanten?
Waarom kopen potentiële klanten?

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Wat zijn de doelen van afnemersanalyse?

A
  • Keuze voor segmentatie en doelgroep
  • Voor sterkte-zwakteonderzoek en merkpositioneringsbeslissingen
  • Ter controle van behaalde resultaten en effectmeting van marktinstrumenten
  • Bij de identificatie van concurrenten
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Wat zijn de voorwaarden voor segmentatie onderzoek?

A

Meetbaarheid
Omvang
Beschikbaarheid
Bewerkbaar

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Wat is een segment?

A

Een groep potentiële klanten en moet voldoen aan de gestelde voorwaarden

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Welke 3 segmentatiestrategieën zijn er?

A

Ongedifferentieerde marketing= totale markt
Geconcentreerde marketing= alleen één marktsgement
Gedifferentieerde marketing= voor ieder marketing iets naar wens

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Welke stappen vinden er plaats bij een segmentatie analyse?

A
  1. Verzamelen van de gegevens
  2. Analyse van de gegevens
  3. Beschrijven van de segmenten
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Over welke 3 variabelen kan je de verzamelde gegevens verdelen?

A
  1. Persoonsgebonden variabelen
  2. Productcategorie
  3. Merkgebonden
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Uit welke dimensies bestaat de piramide van merkkracht?

A
  1. Merkbekendheid
  2. Instrumentele merkassociaties (functionele)
  3. Emotionele merkassociaties
  4. Uniekheid merk
  5. Merkvoorkeur (merktrouw)
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Hoe bepaalde je de Net Promoter Score (NPS)?

A

Het is het percentage promoters - percentage weglopers

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Welke twee wegen kunnen er bewandeld worden tijden het analyseren van gegevens?

A

Voorwaartse segmentatie= indeling op algemene kenmerken
Achterwaartse segmentatie= divers gedrag vertonen, daarna zoeken naar kenmerken passend bij het gedrag

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Hoe ziet het mentaliteitssegmenten schema er volgens Motivaction erui?

A

Traditionele burgerij
Moderne burgerij
Postmaterialisten
Gemaksgeoriënteerden
Kosmopolieten
Postmoderne hedonisten
Nieuwe conseervatieven
Opwaarts mobielen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Welke modellen worden er gebruikt om inzicht in de klantenwensen te krijgen?

A

Multi-attribuut attitude model
SERQUAL-model

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Wat laat het multi-attribuut model zien?

A

Dat de waarde die de klant ontleent aan het product, wordt bepaald door het belang dat hij hecht aan bepaalde producteigenschappen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Wat geeft het SERQUAL-model weer?

A

Dit geeft de kwaliteit van de dienstverlening weer. Er kan een kloof zitten tussen de verwachte en gerealiseerde (waargenomen) dienstverlening

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Welke dimensies heeft het SERQUAL-model?

A
  • Betrouwbaarheid
  • Zekerheid
  • Tastbaarheden (folder)
  • Inlevingsvermogen (empahtie)
  • Responsiviteit (luisteren)
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Wat is merkkracht?

A

Dat is de kracht van het merk in de ogen van de klant

17
Q

Wat is merkwaarde?

A

Dat is de financiële waarde van het merk voor de onderneming

18
Q

In welke drie meetschalen kan je het NPS opdelen om de merkvoorkeur te meten?

A

Weglopers (0-6)
Passieven (7-8)
Promoters (9-10)

19
Q

Welke dimensies spelen er een belangrijke rol bij het bepalen van de mogelijkheden voor de individuele klantenreis?

A
  • Demografisch
  • Geografisch
  • Psychografisch
  • Gedragskenmerken (is lastig, want verandert vaak snel)
20
Q

Welke twee hulpmiddelen zijn er om klanten te selecteren?

A

Klantenpiramide
Klantenportfolio

21
Q

Wat houdt de klantenpiramide in en wat is er belangrijk bij?

A

Een schema wat de (potentiële) klanten ordent
Belangrijk is de 80/20-regel
Piramide gaat van “grote klanten” naar de “niet-klanten en geen doelgroep” toe

22
Q

Wat houdt de klantenportfolio in en wat er belangrijk bij?

A

Elke klant wordt ingedeeld op basis van twee kenmerken:
- De potentiële omvang van de klant -> customer lifetime value
- Het marktaandeel bij de klant

23
Q

Hoe wordt de klantreis in kaart gebracht?

A

Door de Customer Journey
Het proces wat de (potentiële) klaten doorlopen van het eerste moment van ermee in aanraking

24
Q

Welke drie specifieke kwalitatieve onderzoeksmethoden zijn er?

A
  • Vrije associatietechnieken (associaties geven)
  • Laddering (doorvragen naar waarom van de percepties van klanten)
  • Customer journey mapping (de hele klantenreis in kaart brengen)
25
Q

Hoe ziet het kwalitatief onderzoek eruit?

A
  1. Inventarisatie van problemen en relevante factoren
  2. Kwantificeren van resultaten en verschillen tussen segmenten
  3. Nadere analyse van problemen