H8 - Denken, taal en intelligentie Flashcards
denken
mentale manipulatie van respresentaties van kennis
analoge representaties
mentale representaties die sommige van de fysieke kenmerken van objecten hebben
symbolische respresentaties
abstracte mentale representaties die niet overeenkomen met de fysieke kenmerken van objecten of ideeën.
concept
categorie of klasse van gerelateerde items: bestaat uit mentale representaties van de items
prototype model
een manier van denken over concepten: binnen een categorie is er een beste voobeeld - een protoype - voor een categorie. Zoals een roos.
exemplar model
een manier van denken over concepten: alle leden van een categorie zijn voorbeelden en samen vormen ze het concept en bepalen wat binnen de categorie valt.
stereotypen
cognitieve schema’s die ervoor zorgen dat gemakkelijk en snel info kan worden verwerkt over mensen gebaseerd op hun lidmaatschap van bepaalde groepen.
script
een schema dat richting geeft aan gedrag over een tijd in een situatie
problem solving
finding a way around an obstacle to reach a goal
heuristieken
shortcuts die worden gebruikt om de hoeveelheid denken dat nodig is voor een beslissing te verminderen.
anchoring
De neiging om bij het oordelen je te baseren op de eerste info die je kreeg of op info die het snelst naar boven komt.
framing
de neiging om de nadruk te leggen op potentiele gains of losses van tenminste één alternatief bij het maken van een beslissing
representativeness heuristic
een persoon of object plaatsen in een categorie als die persoon of het object lijkt op het prototype voor die catgorie
somatic markers
lichamelijke reacties die ontstaan door emotionele evaluatie van de consequenties van je acties
affective forecasting
de neiging van mensen om te overschatten hoe gebeurtenissen hen zullen laten voelen in de toekomst
affect-as-information theory
mensen gebruiken de huidige stemming om oordelen te maken.
restructuring
een nieuwe manier van denken over een probleem waardoor je tot een oplossing komt
mental sets
probleemoplossingsstrategieën die in het verleden gewerkt hebben.
functional fixedness
Hebben van vaste ideeën over typische functies van objecten
morphemes
Kleinste taaleenheden die betekenis hebben
phonemes
basic sounds of speech, bouwstenen van taal
Wernicke’s gebied
gebied in de linker hemisfeer waar temporale en pariëtele kwabben samenkomen, dit heeft te maken met taalbegrip
linguistic relativity theory
de claim dat taal gedachten bepaald.
telegrafische spraak
Neiging van peuters om te spreken in zinnen die woorden en grammatica missen maar een logische syntax volgen en veel betekenis hebben.