H5 - Sensation and perception Flashcards
perceptie
verwerken en organiseren en interpreteren van sensorische signalen
bottom-up processing
Perceptie gebaseerd op de fysieke kenmerken van een stimulus, je verwerkt het object van details naar algemeenheden
top-down processing
Hoe kennis, verwachtingen en eerdere ervaringen de interpretatie van sensorische info vormt, dus je bekijkt iets vanuit je verwachtingen, hogere niveaus beïnvloeden de verwerking van lagere niveaus
transductie
het proces waarbij sensorische stimuli omgezet worden in signalen die het brein kan interpreteren
differentiatie drempel
de minimale hoeveelheid van verandering die nodig is voor iemand om te detecteren dat er een verschil is tussen twee stimuli
signal detection theorie
een theorie over perceptie gebaseerd op het idee dat de detectie van een stimulus een oordeel nodig heeft, dus niet een all-or-nothing proces.
sensorische adaptatie
een afname in de sensitiviteit omdat er een constant niveau van stimulatie is.
retina
de dunne oppervlakte aan de achtergrond van de oogbal, het bevat de sensorische receptoren die licht in neuronale signalen veranderen door middel van transductie.
Staafjes
retinale cellen die gevoelig zijn voor lage niveaus van licht en die een zwart-wit perceptie geven.
kegeltjes
retinale cellen die reageren op meer licht en die kleurperceptie geven.
fovea
het midden van de retina, waar kegeltjes dicht bij elkaar zitten
Opponent-proces theorie
dat bepaalde kleuren tegengesteld zijn, dit kun je zien door naar een afbeelding te kijken en daarna te kijken welke kleur de afterimage heeft
trichromatic theorie
kleurzien komt door activiteit in drie verschillende typen kegeltjes, de receptoren zijn gevoelig voor verschillende golflengten.
hue
De mate van een bepaald kenmerk, zoals groenheid
saturatie
de puurheid van een kleur.
nabijheid (visueel)
hoe dichter dingen bij elkaar zijn, hoe groter de kans dat we ze bij elkaar groeperen.
similarity
We groeperen figuren naar hoe dicht ze zijn bij de anderen, in vorm, kleur of oriëntatie.
continuiteit
als iets wordt onderbroken, stellen we ons voor dat het erdoorheen loopt
closure
we vullen gaten in
Kwalitatieve code van stimulus
de aard/basis van een stimulus
kwantitatieve code van een stimulus
geeft intensiteit, helderheid of luidheid weer
psychofysica
hoe we psychologische ervaringen hebben naar aanleiding van waargenomen stimuli
absolute threshold
minimale intensiteit die een stimulus moet hebben om deze te kunnen waarnemen
difference threshold (verschildrempel)
Minimale hoeveelheid van verandering die nodig is om een verschil in de intensiteit van verschillende stimuli op te merken, dus hoeveel twee pakken suiker moeten verschillen om te kunnen voelen welke zwaarder is.