H1 - The science op psychology Flashcards

You may prefer our related Brainscape-certified flashcards:
1
Q

Psychology

A

involves the study of mental activity and behavior

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Psychological science

A

the study of mind, brain and behavior

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Mind

A

refers to mental activity

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

behavior

A

Alle te observeren acties

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

critical thinking

A

systematically questioning and evaluating information using well-supported evidence

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

amaible skeptism

A

open voor nieuwe ideeën maar behoedzaam, kritisch kijken naar bewijs

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Confirmation bias

A

bewijs negeren omdat het niet in jouw visie past

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Waarom moet je argwaan hebben bij after-the-fact verklaringen

A

omdat als mensen een uitkomst weten, ze dan het bewijs op een bepaalde manier gaan interpreteren

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

culture

A

beliefs, values, rules and customs that exist within a group of people who share a common language and environment

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

nature/nurture debate

A

Het debat over of psychologische kenmerken aangeboren zijn of aangeleerd door opleiding, ervaring en cultuur.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

mind/body problem

A

Zijn het lichaam en de geest gescheiden of is de geest de subjectieve ervaring van het brein

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Dualism

A

het idee dat de geest en het lichaam gescheiden zijn maar toch met elkaar verbonden

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

introspectie

A

systematisch analyseren van subjectieve mentale ervaringen waarbij mensen zelf hun gedachten rapporteren

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

structuralisme

A

een aanpak waarbij het idee dat bewuste ervaring opgedeeld kan worden in onderliggende componenten centraal staat.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

stream of consciousness

A

William James - hiermee beschrijft hij de constante stroom van veranderende gedachten die iedereen zou hebben

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

functionalisme

A

Gaat over de adaptieve doel of functie van geest en gedrag

17
Q

evolutionary theory

A

theorie gepresenteerd door Darwin: kijkt naar de geschiedenis van een soort in termen van erfelijk adapteive waarde van fysieke kenmerken van mental activiteit en gedrag

18
Q

Is natuurlijke selectie gerelateerd aan structuralisme of functionalism

A

functionalisme, de kenmerken ie een functie vervullen/nuttig zijn blijven bestaan

19
Q

adaptaties

A

de kenmerken die de kans op reproductie en overleven vergroten en daarom waarschijnlijk door worden gegeven aan volgende generaties.

20
Q

natuurlijke selectie

A

Het idee dat degenen die adaptieve kenmerken erven een voordeel hebben ten opzichte van anderen

21
Q

psychoanalyse

A

Methode ontwikkeld door Freud die probeert om het onbewuste naar het bewuste te krijgen zodat conflicten te voorschijn komen.

22
Q

behaviorisme

A

Nadruk op de rol van de omgeving in het produceren van observeerbaar gedrag

23
Q

Gestalt theorie

A

het geheel is niet slechts de som van de delen

24
Q

Humanisme

A

focust op goedheid van mensen en hoe ze gelukkigere kunnen worden en meer voldoening krijgen.

25
Q

cognitieve neurowetenschap

A

Studie van de neurale mechanismen die onderliggend zijn aan gedachten, leren, perceptie, taal en geheugen.

26
Q

Human genome

A

de genetische code of blueprint

27
Q

Hoe zorgt evolutie voor structurele verandering in het brein

A

Het brein verandert in de reactie op adaptieve problemen die overleven en reproductie beïnvloeden over tijd.

28
Q

Wat zijn culturele normen

A

de regels die vertellen hoe iemand zich zou moeten gedragen

29
Q

De verschillende levels van bestuderen van psychologie

A

biological, individual, social, cultural