H7: tumoren Flashcards

1
Q

Waaruit kan kanker ontstaan?

A

Alle soorten cellen van ons lichaam

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Hoe ontstaat kanker?

A

Ten gevolge van opeenvolgende mutaties in het genetisch materiaal van een normale cel
(multi-hit model)

  1. ontstaan van ongecontroleerde en toegenomen celdelingen ​
  2. vorming kankergezwel
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Oorzaken/bevorderende factoren van kanker

A

Roken
Onevenwichtige voeding
Alcohol
Chemische producten
Lucht verontreiniging
Bodem verontreiniging
Virussen
Stralingen
Fysische & mechanische factoren
Erfelijkheid
Hormonale invloeden
Verminderde weerstand

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Preventie van kanker

A

Niet roken ​

Gezonde en gevarieerde voeding​

Vermijden van overmatig alcoholgebruik​

Vermijden overgewicht​

Voldoende en regelmatige lichaamsbeweging​

Vermijden buitensporige vrijstelling aan UV-straling ​/ radioactiviteit

Vaccinatie: Baarmoederhalskankervaccin (vaccin tegen HPV)​
Vaccin tegen hepatitis B ​

Vroege opsporing:
Borstkankerscreening (mammografie)​
Baarmoederhalsscreening (uitstruikje)​
Darmkankerscreening (iFOB test)​

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Hoe worden kankers ingedeeld?

A

Anatomisch, volgens het orgaan waaruit de kanker is ontstaan

Morfologisch, volgens het weefselsoort waaruit de kanker is ontstaan

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Welke morfologische indelingen van kanker zijn er, leg uit en geef een voorbeeld

A
  1. carcinomen
    onstaan uit epitheel of klierweefsel
    Bv. adenocarcinoom
  2. Sarcomen
    Onstaan uit bindweefsel, bloedvaten, lymfevaten, kraakbeenweefsel, botweefsel, vetweefsel, spierweefsel of zenuwweefsel​
    Bv. osteosarcoom​
  3. Bloedvormende tumoren
    Onstaan uit weefsel dat bloedcellen vormt
    bv. leukemie
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Algemene symtomen van kanker

A

Moeheid ​

Verminderde eetlust​

Vermagering

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Lokale symptomen van kanker

A
  • Knobbeltje in de borst​
  • Aanslepende hoest​
  • Ophoesten van sputa met streepjes bloed​
  • hematurie​
  • bloed in de stoelgang​
  • Verandering thv een geboortevlek​
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Symptomen wijzend op metastase van de kanker

A
  • Rugpijn bij botmetastasen​
  • Hoofdpijn bij hersenmetastasen
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Wat zijn de 3 pijlers bij de diagnose van kanker

A
  1. Symptomen​
  2. Lichamelijk onderzoek​
  3. Technische onderzoeken​

bloedonderzoek, stoelgangonderzoek, urineonderzoek, beeldvormende technieken, endoscopie, cytologisch onderzoek, histologisch onderzoek​

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Mogelijke afwijkingen in bloedonderzoek bij kanker

A

Gestegen bezinkingssnelheid​

Anemie​

Leukocytose​

Gestegen alkalisch fosfatase ​

Gestegen spiegel tumormerkers

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Welk onderzoek van de stoelgang wordt gedaan bij kanker, wat wordt er opgespoort?

A

iFOB test​ om occult bloedverlies in stoelgang op te sporen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Welk onderzoek van de urine kan uitgevoerd worden bij kanker?

A

hematurie opsporen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Welke beeldvormende technieken worden ingezet voor kanker?

A

radiografie, echografie, CT-scan, MRI, … ​

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Welke endoscopieën kunnen ingezet worden bij kanker en wat is het nut?

A

gastroscopie, recto- en colonoscopie, bronchoscopie, … ​

Mogelijkheid tot afname biopt (histologisch)/ verkrijgen lossen cellen via spoeling of afzuiging​ (cytologisch)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Wat zijn de criteria voor ideale tumormerkers?

A

Hoge gevoeligheid ​: 100 percentage patiënten met een verhoogde merker​

Hoge specificiteit : 100 percentage gezonde personen met een normale merker ​

Goede correlatie met tumormassa​

Onafhankelijk van leeftijd, geslacht, … ​

Gemakkelijke systematische dosering ​

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
17
Q

Welke tumormerker wijst op Hepatocellulaire carcinoma?

A

Alfa-foetoproteïne (Alfa – FP of AFP)​

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
18
Q

Voor welke tumor is AFP aanwezig?

A

Hepatocellulaire carcinoma (primaire leverkanker)​

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
19
Q

Wat is CA125

A

cancer antigen 125, parameter voor ovariumadenocarcinoom

Kan gebruikt worden als screening, vroegtijdige diagnose en bij opvolging ​

20
Q

Is CA125 specifiek?

A

Nee, ook een stijging wanneer:

Goedaardige gynaecologische pathologieën

Aandoeningen die ontstekingen van het buikvlies veroorzaken (hepatitis, cirrose, panceatitis, …)

Buikvliescarcinoom

Lever- en ovariummetastasen

21
Q

Wat is CA15-3?

A

Een tumormerker (cancer antigen), parameter voor mammacarcinoom

Gebruikt voor opsporing van metastasen, er is een lage gevoeligheid voor diagnosen en screening

22
Q

Is CA15-3 specifiek?

A

Nee, kan ook gestegen zijn bij:

Adenocarcinoom van de pancreas, ovarium, colon, rectum, longen, maag, uterus

Leverlijden

23
Q

Wat is CA19-9?

A

Het is een tumormerker die wijst op pancreaskanker, met een stijging in 80% van de patiënten. De parameter is ook bruikbaar bij opvolging en recidieven

24
Q

Is de CA19-9 specifiek?

A

Nee, kan ook gestegen zijn bij:

Acute pancreatitis

Cholecystitis

25
Q

Wat is CEA?

A

een tumormerker carcino embryonaal antigen, aantonen van coloncarcinoom (goedaardige en kwaadaardige processen thv maagdarm stelsel)

26
Q

Is het CEA specifiek?

A

Nee, kan ook voorkomen bij:

Rokers

Borstkanker

27
Q

Wat is PSA?

A

Een tumorantigen prostaatspecifiek antigeen, aantonen van prostaatcarcinoom en opvolgen van de behandeling en recidief

28
Q

Hoe gebeurd de vroegtijdige diagnose van prostaatcarcinoom?

A

PSA + rectaal onderzoek

29
Q

Is PSA specifiek?

A

Nee, 75% van de verhoogde stalen is niet specifiek

Kan ook gestegen zijn bij:

Prostaatinfecties

Goedaardige prostaatverhoging

30
Q

Hoe wordt de stagering van kanker uitgedrukt?

A

mbv TNM systeem

31
Q

Waarvoor staat de T in het TNM-systeem?

A

Tumor, afhankelijk van de grootte en lokale uitgebereidheid van de primaire tumor (T1 tem T4)

32
Q

Waarvoor staat de N in het TNM-systeem?

A

Nodule, aanwezigheid van regionale lymfeklieraantastingen (N0 tem N3)

33
Q

Waarvoor staat de M in het TNM-systeem?

A

Metastase, geeft aan of er al dan niet uitzaaiingen zijn op afstand

M0 of M1

34
Q

Welke 2 groepen van behandelingen voor kanker zijn er?

A

Curatief: met genezing als doel
Palliatief: symptomen verlichten

35
Q

Welke curatieve behandelingen zijn er voor kanker?

A

Heelkundig

Radiotherapie

Chemotherapie

Beenmerg/Stamcel transplantatie

Doelgerichte behandelingen

Immuuntherapie

Hormoontherapie

Anti-angiogene therapie

36
Q

Hoe gaat een heelkundige behandleing voor kanker in zijn werk?

A

De tumor (en aangetaste lymfeklieren) worden tijdens een operatie weggenomen ​

Weefsel aan de randen wordt onderzocht

Verdere behandeling hangt af van de resultaten van dit onderzoek

37
Q

Hoe gaat radiotherapie ter behandeling van kanker ten werk?

A

Er wordt gebruik gemaakt van hoogenergetische deeltjes of golven met als doel al het genetisch materiaal van kankercellen te beschadigen waardoor het celdelingsproces wordt vertraagd of geblokkeerd

Ook gezonde weefsels worden aangetast

38
Q

Hoe werkt chemotherapie ter bestrijding van kanker?

A

Medicatie (cytostatica) die kankercellen doodt en/of hun groei beperkt door de deling van kankercellen lam te leggen. ​

Treft ook gezonde lichaamscellen (vooral sneldelende cellen bv. cellen in het beenmerg en het maagdarmkanaal, haarcellen)​

39
Q

Wat zijn de bijwerkingen van chemotherapie?

A

Misselijkheid en braken

Haaruitval

Verzweringen in de mondholte

Onderdrukking van het beenmerg (daling RBC, WBC en bloedplaatjes)

40
Q

Voor welke kankers wordt beenmerg- stamceltransplantatie toegepast?

A

Specifiek voor bloedkankers

41
Q

Wat verstaat men onder doelgerichte therapiën voor kanker?

A

Therapie die mikt op specifieke doelwitcellen , afremmen van deling of doden van kankercellen​

42
Q

Wat houdt immuntherapie tegen kanker in?

A

behandelingen die het afweersysteem van de patiënt aanmoedigen om kanker aan te vallen​

43
Q

Wat houdt hormoontherapie tegen kanker in?

A

behandeling die erin bestaat de werking of de productie van natuurlijke hormonen te blokkeren om de ontwikkeling van kankercellen te verhinderen​ (prostaat/borst/baarmoeder/…)

44
Q

Wat wordt anti-angiogene therapie in

A

door middel van geneesmiddelen bloedvatvorming (angiogenese) naar de tumor afremmen​

45
Q

Waardoor wordt de prognose van kanker bepaald?

A

Stadium

Histologisch type

Differentiatiegraad

Reactie op de behandeling

46
Q

Hoe gebeurd de opvolging bij kanker?

A

Dosering van tumormerkers in het bloedonderzoek​

Afhankelijk van de tumor​:

Bv. Colonoscopie, mammografie, … ​

Mogelijke uitzaaiingen onderzoeken: Echo van de lever, longfoto, … ​