H7 - Toestemming en zorgplanning Flashcards

1
Q

GRADATIES IN TOESTEMMING

Welke 3 soorten gradaties in toestemming bestaan er?

A
  • Geïnformeerde toestemming
  • Voorafgaande toestemming
  • Plaatsvervangende toestemming
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

GRADATIES IN TOESTEMMING

Wat is er verschillend aan de kijk op geïnformeerde toestemming tussen de wet patiëntenrechten en het ethisch dialoog? (4)

A

Wet patiëntenrechten:

  • Toestemmen is geen wederkerig gebeuren
  • Informeren is geen wederkerig gebeuren
  • Toestemming van zorgvrager staat centraal
  • Dialoog

Ethisch dialoog:

  • Toestemmen is wederzijds proces
  • Informeren is wederzijds proces
  • Focus ligt op proces van dialoog met overlopen van handelingsmogelijkheden
  • Trialoog
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

GRADATIES IN TOESTEMMING

Wat is voorafgaande toestemming?

A

Situatie waarbij zorgvrager op moment van beslissingsbekwaamheid toestemming verleent om bepaalde tussenkomst te doen op later moment, als hij beslissingsonbekwaam is.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

GRADATIES IN TOESTEMMING

Wat is het verschil tussen positieve en negatieve wilsverklaring?

A

Positieve: voorafgaande toestemming, geen wettelijke basis in België

Negatieve: voorafgaande weigering

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

GRADATIES IN TOESTEMMING

Welke 3 moeilijkheden worden ervaren bij voorafgaande toestemming?

A
  • Moeilijk om toekomstige situatie te voorspellen
  • Moeilijk in te schatten welke tussenkomst in die situatie doeltreffend zal zijn
  • Bij latere beslissingsonbekwaamheid is het onmogelijk om bij uitvoering opnieuw te toetsen of hij nog steeds akkoord is
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

GRADATIES IN TOESTEMMING

Wat is plaatsvervangende toestemming?

A

Een naastbetrokkene heeft toestemming in naam van de zorgvrager, want hij is niet meer beslissingsbekwaam.

= Zelfbenoemde vertegenwoordiger

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

GRADATIES IN TOESTEMMING

Als er geen zelfbenoemde vertegenwoordiger aangeduid is, wordt er een feitelijke vertegenwoordiger aangesteld. Wat is de cascade?

A
  1. Samenwonde echtgenoot of partner
  2. Meerderjarig kind
  3. Ouder
  4. Meerjarige broer of zus
  5. Zorgverleners
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

GRADATIES IN TOESTEMMING

Zorgverleners kunnen ingaan tegen de beslissing van een vertegenwoordiger. Wat zijn de voorwaarden? (2)

A
  • Belang van hulpverlening

- Bedreiging van leven of ernstige aantasting gezondheid

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

ZORGPLANNING

Wat is de voorwaarde om een zorgplanning op te stellen?

A

Beslissingsbekwaam zijn

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

ZORGPLANNING

Hoe verloopt het proces van zorgplanning? (9 stappen)

A
  1. Vertrouwensrelatie opbouwen
  2. Zorgplanning starten
  3. Waarden verduidelijken
  4. Zorgdoelen en -afspraken formuleren
  5. Zorgdoelen en -afspraken noteren
  6. Zorgdoelen en -afspraken communiceren
  7. Zorgplanning herzien
  8. Zorgplanning uitvoeren
  9. Zorgplanning evalueren
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

ZORGPLANNING

Wat is het verschil tussen een zorgdoel en een zorgafspraak?

A

Zorgdoel = algemene doelstelling die we in toekomst willen bereiken (vb: zolang mogelijk thuis blijven)

Zorgafspraak = concrete tussenkomsten voor bepaalde toekomstige situatie (vb: thuisondersteuning organiseren)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly