H7: Het geding Flashcards
het geding
l’instance
Gemeenrecht
Boek 2, deel 4 geldt zowel voor gewone rechtspleging in eerste aanleg, als voor rechtsmiddelen (en bijzondere rechtsplegingen)
Advocaat
Geen vereiste
Deontologische verplichtingen: eerbied voor de rechter en verbod om zaak te verdedigingen die hij naar eer en geweten niet zelf gelooft rechtvaardig te zijn (l’avocat est le premier juge’)
Ingebrekestelling
rechtshandeling de moratoire interesten beginnen te lopen verjaringingsstuitende werking, ALS gezonden door advocaat of GDW niet verplicht (2 uitzonderingen: betaling bevelen en invordering onbetwiste geldschulden) onrechtstreeks verplicht: de AS voor proceskosten en/ of tergend en roekeloos geding dreigt als blijkt dat de verweerder wel gewoon bereid en bekwaam was om mee te werken= algemeen rechtsbeginsel (HvC)
Minnelijke schikking
verval van rechtsvordering ( exceptie van dading: middel van onontvankelijkheid)
advocaat is verplicht om te informeren en bevorderen
gerechtelijk: het resultaat meedelen aan de rechter (PV van MS of akkoordvonnis opstellen)
VOOR de instelling van de vordering: oproeping in verzoening (initiatief van de partijen, geen verplichting)
NA de instelling van de vordering: incidentele verzoening (initiatief voor iedereen, verplicht als de wet uitdrukkelijk)
Gespecialiseerde derde: gerechtelijk BEMIDDELING
Instelling van de vordering
introduction de la demande
Dagvaarding
citation
Dagvaarding sensu stricto
oproeping bij gerechtsdeurwaardersexploot
>< contradictoir verzoekschrift (per post op initiatief van de griffie)
=> quod plerumque fit (hetgeen het meeste voorkomt)
Dagvaarding sensu lato
elke gedinginleiding met oproeping om te verschijnen, ongeacht de vorm (gerechtsdeurwaardersexploot of contradictoir verzoekschrift)
Dagvaarding sensu latissimo
ELKE gedinginleidende akte (dagvaarding door GDW, contradictoir verzoekschrift, eenzijdig verzoekschrift en vrijwillige verschijning)
Betekening
signification
Betekening (dagvaarding)
authentieke kennisgeving van procesakte door GDW Elke dagvaarding (sensu stricto) wordt betekend = afgifte van een afschrift aan de gedaagde partij
Termijn DAGVAARDING
Wachttermijn op straffe van nietigheid 8 dagen (dies a quo niet meegeteld) 2 dagen voor KG en beslag 15 dagen voor HB
Contradictoir verzoekschrift
requête contradictoire
Contradictoir verzoekschrift
een verzoekschrift dat aan de tegenpartij ter kennis wordt gebracht
kennisgeving via de post, op last van de griffie die een gerechtsbrief verstuurt met als bijlage afschrift van het verzoekschrift
wordt door de verzoekende partij neergelegd ter griffie of aan de griffie gezonden per aangetekende brief
termijn dagvaarding geldt hier ook
Eenzijdig verzoekschrift
requête unilaterale
Eenzijdig verzoekschrift
de eiser legt een verzoekschrift neer ter griffie, dat niet aan de tegenpartij ter kennis wordt gebracht
Kort geding in geval van volstrekte noodzakelijkheid en als de wet het toelaat
Vrijwillige verschijning
comparution volontaire
Vrijwillige verschijning
Gezamenlijk verzoekschrift met mededeling voor welke vordering zij het geding willen aanvatten, dit wordt neergelegd ter griffie of per aangetekende brief
mogelijk voor alle rechter in eerste aanleg
weinig succes
Keuze tussen dagvaarding (ss) en (contradictoir) verzoekschrift
Regel: rechtsingang bij dagvaarding
enkel contradictoir verzoekschrift als wet het uitdrukkelijk toestaat
SANCTIE? nietigheid -> verzachtingsregels (vroeger ‘regel van rechterlijke organisatie’)
Organisatie van de procedure: inschrijving op de rol
Meerduidig begrip
Algemene rol per rechterlijke instantie
Bijzondere rol (1): alle KG en procedures op eenzijdig verzoekschrift en alle collectieve schuldenregelingen worden hierop ingeschreven (IN PLAATS VAN algemene rol)
Bijzondere rol (2): bestaat voor elke kamer afzonderlijk en alle zaken die deze kamer behandelt worden hierop vermeld (NAAST de algemene rol)
Zittingsrol: lijst van alle zaken per zitting (‘de agenda van de terechtzitting’)
Organisatie van de procedure: dossier van de rechtspleging
Is de referentie voor wat zich in de rechtspleging heeft afgespeeld; de rechter mag zijn beoordeling in beginsel enkel steunen op de inhoud van het rechtsplegingsdossier, aangevuld met de stukken van partijen