H10: Snelrecht Flashcards

1
Q

Bespoediging van het gewoon geding

A
  • verkorting van de dagvaardingstermijn
  • provisioneel vonnis: maatregelen alvorens recht te doen om de toestand van de partijen voorlopig te regelen; bewarende maatregel ‘kort geding binnen een klassiek burgerlijk proces’, geen beslechting geschilpunt
  • korte debatten: op vraag van eiser/ verweerder, bij consensus of krachtens de wet
  • schriftelijke behandeling
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Kort geding (algemeen)

A

Dubbelzinnig begrip:
Sensu lato: elke, niet-noodzakelijk contradictoire, urgentieprocedure voor de voorzitter die leidt tot een uitspraak bij voorraad
Sensu stricto: contradictoire rechtspleging, staat tegenover de spoedprocedure op eenzijdig verzoekschrift

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Kort geding (bevoegdheid)

A

Voorzitter van de rechtbank (tenzij familierechtbank)
Voorzitter REA is algemeen bevoegd (altijd, concurrerend bevoegdheid; onvoorwaardelijke volheid van bevoegdheid, met uitzondering van de exclusief geachte bevoegdheden van de andere voorzitters
Voorzitter arbeidsrechtbank en ondernemingsrechtbank zijn slechts bevoegd voor aangelegenheden die tot hun bevoegdheid behoren

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Kort geding (voorwaarden)

A
  • spoedeisende gevallen: de eiser moet urgentie inroepen en uit zijn gedinginleidende akte moet blijken dat hij van mening is dat de zaak spoedeisend is, anderzijds moet de urgentie ook effectief voorhanden zijn en dus aangetoond worden (ambtshalve nagaan door de voorzitter) = openbare orde
  • zaak niet onttrokken aan de rechterlijke macht
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Uitspraak bij voorraad

A

Geen vooroordeel, wat de voorzitter ook beslist, het zal geen invloed hebben op het bodemgeding

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly